|
|
Line 111: |
Line 111: |
| | | |
| ====<span style="color:#940300">'''Nieuwpoort'''</span>==== | | ====<span style="color:#940300">'''Nieuwpoort'''</span>==== |
− | ---- | + | <span style="color:#940300">----</span> |
| <br> | | <br> |
| | | |
Revision as of 09:05, 18 July 2012
Historiek van de Belgische oesterkweek
Inleiding
In 1765 gaven de gebroeders Jan en Pieter De Loose met de oprichting van hun oesterpark “Clays & Cie” in Oostende het startschot voor de oesterkweek aan onze kust. In de loop van de eeuwen die daarop volgden, besloten tientallen andere ondernemers dit voorbeeld te volgen en zich te wijden aan de activiteit van het ‘vetten’ van de weekdieren in onze brakke kustwateren. Vooral in de periode van de Belle Epoque, aan het einde van de 19e eeuw, scheerde deze industrietak hoge toppen en waren de Belgische oesters gegeerde producten in heel Europa. De twee wereldoorlogen en de toenemende vervuiling van het zeewater maakten echter een einde aan deze glorietijd en zorgden er uiteindelijk voor dat de binnenlandse oesterkweek vandaag de dag zo goed als verdwenen is. Op deze pagina’s wordt teruggeblikt op de historiek van deze eens zo winstgevende activiteit. Maak kennis met de verhalen van alle oesterparken die onze kust ooit rijk geweest is en ontdek een vrij onbekend stukje Belgische geschiedenis.
Kaart van de Belgische oesterkwekerijen
<googlemap lat="51.275230" lon="3.044736" zoom="10" width="600" height="500" type="satellite" selector="yes" icon="">
51.226883, 2.926014, Oesterpark "Clemmen" (1780-1805)
51.226154, 2.926670, Oesterpark "Pollet" (1780-1806)
51.228367, 2.908233, Oesterpark "Van Loo-Bernier" (ca. 1852-ca. 1873)
51.232552, 2.929916,
51.312122, 3.121163, Eerste Oesterpark "Devriendt" (ca. 1891-1967)
51.311071, 3.112950, Tweede Oesterpark "Devriendt" (1895-nu)
51.233948, 2.922346, Oesterpark "Musin" (1846-1875) en Oesterpark "Jean" (1875-1885)
51.228485, 2.920920, Oesterpark "Ch. Pavot et Fils" (ca. 1876-na 1909)
51.227367, 2.934980, Oesterpark "L. Delbouille" (1888-1897) en Oesterpark "N.V. des Huitrières Park Ostende" (1897-1903)
51.227247, 2.924307, Oesterpark "Clays & Cie" (1765-ca. jaren 1820) en Oesterpark "Vanderheyde" (ca. jaren 1820-1883)
51.227995, 2.907544, Oesterpark "Royon-Bettger & Cie" (1856-ca. 1866) en Oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" (ca. 1866-1895)
51.222769, 2.939101, Oesterpark "A. Termote & Cie" (1863-ca. 1884) en Eerste Oesterpark "Desmet" (ca. 1884-ca. 1896)
51.228178, 2.933964, Tweede Oesterpark "Desmet" (ca. 1896-1931) en Eerste Oesterpark "Halewyck & Cie" aan Esplanadestraat (1931-WO II)
51.238343, 2.931937, Oesterpark "N.V. Huîtrières Modèles d’Ostende" (1880-1881)
51.233651, 2.921276, Oesterpark "A. Van Graefschepe" (ca. 1886-ca. 1914/1922)
51.136595, 2.746748, Oesterpark "N.V. Huîtrières Saint-Georges" (1896-ca. 1913)
51.135438, 2.752510, Oesterpark "Deswarte" (1864-WO I)
51.138622, 2.745855, Eerste Oesterpark "N.V. Les Produits Maritimes" (1895-WO I)
51.145180, 2.732938, Tweede Oesterpark "N.V. Les Produits Maritimes" (1922-ca. 1929/1931) en Tweede Oesterpark "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde" (ca. 1929/1931-ca. 1936) en Tweede Oesterpark "Vlaming en Vandromme" (ca. 1936-WO II) en Oesterpark "Huîtrière Nieuport-Bains" (ca. 1947-ca. 1955) en Oesterpark "Halewyck & Cie" in Nieuwpoort (ca. 1955-1974)
51.330419, 3.195484, Oesterpark "Zeebrugse Kreeften- en Oesterparken" (1936-WO II)
51.231522, 2.950384, Oesterpark "Halewyck & Cie" in Spuikom (1934-1973) en Oesterpark "Aquacultuurcentrum de Oesterput" (1996-nu)
51.228163, 2.934120, Tweede Oesterpark "Roger-Lohr" (ca. 1896-ca. 1928) en Tweede Oesterpark "A. Vermeersch & Cie" (ca. 1928-ca. 1932) en Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II) en Tweede Oesterpark "Halewyck & Cie" aan Esplanadestraat (ca. 1951-1953/1991)
51.228149, 2.934347,
Tweede Oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (ca. 1896-1925) en
Eerste Oesterpark "A. Vermeersch & Cie" (ca. 1925-ca. 1932) en
Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II) en
Tweede Oesterpark "Halewyck & Cie" aan Esplanadestraat (ca. 1951-1953/1991)
51.221952, 2.941528, Oesterpark "Grand Aquarium" (1862-1887) en Eerste Oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1896)
51.222418, 2.940136, Oesterpark "Roger-Lohr & Cie" (1861-1880) en Eerste Oesterpark "Roger-Lohr" (1880-ca. 1896)
51.232082, 2.913201, Oesterpark "Grande Huîtrière du Kursaal" (1898-na 1906)
51.145742, 2.743985, Eerste Oesterpark "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde" (1928-ca. 1936) en Eerste Oesterpark "Vlaming en Vandromme" (ca. 1936-WO II)
51.233915, 2.919627, Tweede Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (ca. 1902-1921) en Oesterpark "Janssens" (1921-1929) en Derde Oesterpark "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde" (1929-ca. 1936) en Derde Oesterpark "Vlaming en Vandromme" (ca. 1936-WO II) en Oesterpark "Zoete" (1948-onbekend)
51.140076, 2.741261, Oesterpark "Vlaming en Nollet" (1932-1933) en Oesterpark "N.V. Ostrea" in Nieuwpoort (1933-1938)
51.228654, 2.956073, Oesterpark "N.V. Ostrea" in Oostende (ca. 1934-1938)
51.221508, 2.942963, Oesterpark "De Brock" (1815-ca. 1899)
51.228280, 2.925951, Oesterpark "Van Imschoot-De Brock" (ca. 1852/1853-1888)
51.215851, 2.879072, Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (voor 1902-na 1920)
51.228217, 2.922515, Oesterputboot "Zoete" in het eerste handelsdok (1954-1970)
51.145770, 2.731842, Eerste Oesterpark Nieuwpoort (ca. 1787-tussen 1788 en 1815)
</googlemap>
Oostende
- Oesterparken opgericht tussen 1765-1860
- Oesterparken opgericht tussen 1860-WO I
- Oesterparken opgericht tussen WO I-nu
Nieuwpoort
----
- Inleiding
- Nadat het monopolie van de Oostendse kwekerij "Clays & Cie" op de oesterkweek aan onze kust in 1780 ten einde liep, besloten verschillende andere ondernemers om zich ook toe te leggen op deze industrie. Nog in 1780 werden twee nieuwe oesterparken gebouwd in het Oostendse ommeland, maar rond circa 1787 verscheen ook een eerste oesterput buiten Oostende, in Nieuwpoort. Op 17 september 1787 verkreeg de Brusselse handelaar Joannes Petrus Van Schoor immers een vorstelijk octrooi voor de aanleg van een oester- en kreeftenbank op een deel schorreland dicht bij de haven van Nieuwpoort, ten noorden van het fort de Vierboet. Vermoedelijk heeft deze kwekerij daar niet al te lang gelegen en pas een kleine eeuw later, in 1864, kreeg Nieuwpoort met de firma "Deswarte" uiteindelijk een opvolger. De bloei van het kusttoerisme in Nieuwpoort tijdens de Belle Epoque leidde in de jaren 1890 nog tot de oprichting van twee bijkomende parken van de "N.V. Les Produits Maritimes" en "N.V. Huîtrières Saint-Georges". In dezelfde periode moet trouwens ook een oude Hollandse boot rondgedobberd hebben voor de kust van Nieuwpoort, waarop Antoon ‘Toone’ Willaert zich aan de oester- en kreeftenkweek wijdde. De dieren verbleven in de beun van het schip, een tegen de romp aansluitende ruimte die door middel van kleine openingen in verbinding stond met het water buiten de boot. Bij hoogtij werden de oesters en kreeften vervolgens overspoeld met het zeewater. Na WO I bleef van deze 19e-eeuwse kwekerijen niets meer over, maar in de loop van de jaren 1920 doken twee nieuwe oesterfirma’s op in Nieuwpoort: het tweede park van de "N.V. Les Produits Maritimes", gelegen aan de linker IJzeroever, en het oesterpark van de "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde", te vinden aan de rechterkant van de havengeul. Het eerstgenoemde park overleefde zelfs de Tweede Wereldoorlog en werd tot rond 1974 uitgebaat door de firma "Halewyck & Cie". Twee jaar later ging ook deze laatste Nieuwpoortse oesterput tegen de grond, maar een brugje van dit complex werd wel van de sloop gered en valt vandaag nog te bewonderen in de tuin van het appartementencomplex ‘Nautilus’.
- Bronnen:
- - Beun, J., (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
- - Rijksarchief Brugge, Collectie Aanwinsten, nr. 1536: stuk betreffende verkoop van een oesterput te Nieuwpoort, 1788.
- Oesterparken
- Oesterpark opgericht in 18e eeuw
- Oesterparken opgericht in 19e eeuw
- Oesterparken opgericht in 20e eeuw
Blankenberge
Inleiding
- In Blankenberge was het wachten tot de hoogdagen van de “Belle Epoque” vooraleer de eerste oesterkwekerij daar in 1888 haar deuren opende. Toch waren voorheen al stappen ondernomen om ook deze badstad te voorzien van een eigen oesterbedrijf. In 1844 overwoog de Blankenbergse reder en schepen Louis De Rycker bijvoorbeeld om een eigen oesterpark op te starten. Waar het complex net zou aangelegd worden is niet duidelijk, maar het ging om een bedijkt perceel dicht bij de kust. De Rycker dacht eraan een vennootschap op te richten waarvan hij gerant én belangrijkste aandeelhouder zou worden. Op 8 september 1845 liet de burgemeester van Blankenberge echter weten dat De Rycker zijn plannen alweer had laten varen. Het zou kunnen dat de crisis van de jaren 1845-1850 hiervoor verantwoordelijk was. Ook rond 1866 moet ene heer Mamet-Van Heerswyngels aanstalten gemaakt hebben tot het oprichten van een oesterpark, maar ook hier bleef een realisatie van deze plannen uit. Als populaire badstad kon Blankenberge echter niet achterblijven in het aanbieden van verse zeevruchten aan de vakantiegangers die hier hun zomer doorbrachten. Deze toeristen konden voor hun portie oesters dan ook terecht in de talloze vishandels die Blankenberge rijk was. In de Kerkstraat zorgde Eugène De Smet bijvoorbeeld voor de levering van oesters, kreeften en verse zalm, terwijl G.H. Fischer Zeeuwse en Oostendse oesters aan de man bracht in de Visserstraat. Vanaf 1888 konden deze verkopers uiteindelijk ook Blankenbergse weekdieren aanbieden. Wie dit eerste Blankenbergse oesterpark net oprichtte is niet duidelijk, maar vanaf 1891 werd het uitgebaat door de familie Devriendt, die later ook de tweede Blankenbergse oesterput opende. Vandaag is deze familie nog steeds in dezelfde industrie werkzaam is, al hebben ze de oesterkweek en de groothandel in vis wel opgegeven. Het restaurant 'De Oesterput', bekend om zijn oesters en kreeften, is echter nog steeds een begrip in Blankenberge en omstreken.
- Bronnen:
- - Boterberge, R. (2010). Geschiedenis van het Blankenbergse visserijbedrijf. Stadsbestuur Blankenberge: Blankenberge. ISBN 9789081515801. 397 pp.
- - Van Beneden, P.-J.; Van Iseghem, J. (1866). Rapport sur les parcs aux huîtres, à Ostende, in: (1866). Rapport de la Commission chargée de faire une enquête sur la situation de la pêche maritime en Belgique. pp. 61-64.
Oesterparken
Zeebrugge
Inleiding
- In de loop van de jaren 1930 werden ook twee oester- en kreeftenparken opgericht in Zeebrugge. Aangezien de oesterindustrie in deze periode al op zijn retour was, lag de nadruk in deze nieuwe uitbatingen echter vooral op de teelt van kreeften. De ene kwekerij, van de firma ”Zeebrugse Kreeften- en Oesterparken”, verscheen in 1936 in het straatbeeld en was in handen van de Antwerpse ondernemer John Borstlap. Ook de Oostendse onderneming ”Halewyck & Cie” kreeg voor 1940 voet aan grond in Zeebrugge. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd van deze beide parken echter geen spoor meer terug gevonden.
- Bronnen:
- - De Zeewacht, 14 maart 1936.
- - Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nr. 174/1936.
- - Archief Raoul Halewyck: Proces-verbaal met raming van de oorlogsschade aan de installaties van de oesterput in Zeebrugge.
- - Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
Oesterparken
|
Tijdslijn
Neem een duik in het verleden van de Belgische oesterkweek
Tijdens de Belle Epoque aan het einde van de 19e eeuw kenden de talrijke oesterparken aan de Vlaamse kust een enorm succes en waren de Belgische oesters of ‘Ostendaises’ vaste kost op de feestmalen van de Europese elite. Honderd jaar eerder was de binnenlandse oesterkweek echter nog de zaak van één enkele firma en vandaag de dag lijken de gloriedagen van de Belgische oesters slechts een vage herinnering. Benieuwd naar de details van dit verhaal? Kijk dan zeker eens in de tijdslijn, waar de geschiedenis van de Belgische oesterkweek je op een plateau aangeboden wordt!