Oesterpark Kursaal

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search


Oesterpark "Grande Huîtrière du Kursaal" (1898-na 1906)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van het voormalige oesterpark van "Grande Huîtrière du Kursaal"



Op 27 oktober 1898 meldde de krant L’Echo d’Ostende de oprichting van de “Grande Huîtrière du Kursaal”.[1] Het nieuwe oesterpark lag op de hoek van de Oosthelling Kursaal en de Van Iseghemlaan, achter het “Etablissement Hydrothérapique”. Het park bracht het zeewater voor de verversing van de oesters ook binnen langs dezelfde buizen als die van dit kuuroord.[2] De leiding over de kwekerij werd toegewezen aan Eugène Gaspar, die eerder al zijn sporen had verdiend als directeur van de oesterput van Louis Delbouille.[3]

Op 8 juli 1899 gingen de deuren van het restaurant “La Marée”, dat bij de oesterput werd aangelegd, open.[2] Er werden kosten noch moeite gespaard om van deze eetgelegenheid een plaats te maken die hoog stond op het lijstje van toeristische attracties in Oostende. De architect, Antoine Dujardin, haalde zijn inspiratie voor de inrichting van het etablissement bij het thema ‘oud Oostende’. Het restaurant werd ingepland als een soort wandelterras omheen de oesterput en werd versierd met pittoreske facades in de stijl van de Vlaamse Renaissance. De bezoekers keken uit op volkse huisjes met topgevels en kleine vensters en deuren, en moesten zo het gevoel krijgen rond te lopen in een Vlaams stadje in de 16e eeuw. ’s Avonds werd dit romantische interieur verlicht door elektrische lampen, toen nog een nieuwigheid. [2][4][5] Algauw zien we dat in de publiciteitscampagnes van deze zaak de oesterput zelf steeds meer naar de achtergrond verdween, en de spotlight vooral gestolen werd door dit uitzonderlijke restaurant. Vanaf 1900 werd de naam “Grande Huîtrière du Kursaal” nog slechts tussen haakjes of in steeds kleinere lettertjes vermeld in de reclames van “La Marée”.[6]


Hoe het afliep met de oesterput en het restaurant is niet helemaal duidelijk. Een artikel in de krant Le Carillon meldde op 6 juli 1906 dat “La Marée” tijdens dit zomerseizoen opnieuw haar deuren opende, nadat deze in 1905 dicht gebleven waren. De onderneming had ondertussen met Alphonse Van Graefschepe ook een nieuwe uitbater gekregen.[7][8][9] Twee jaar later zag de situatie er echter alweer anders uit. Op 1 juli 1908 was het immers een meneer Heitz uit Brussel die de klanten welkom mag heten in zijn “Café de Paris”. Dit nieuwe etablissement, dat zich specifiek richtte op een chic publiek, vond zijn onderkomen in de oude gebouwen van “La Marée”. De pittoreske facade was nog steeds aanwezig, maar over het bestaan van een oesterput werd niks meer vermeld. Misschien moest deze wel plaatsmaken voor een podium of dansvloer, want Heitz trakteerde zijn bezoekers vaak op een stevige portie entertainment. Zigeunerorkesten, Canadese dansgroepen en mimespelers: ze passeerden allen de revue in “Café de Paris”.[10][11][12] Volgens Marc Constandt bleef de oesterput echter nog bestaan na het verdwijnen van het “Etablissement Hydrothérapique” (ca. 1910-1911) en was het park zelfs nog werkzaam in 1922.[3]

Referenties


Meer weten