Oesterpark Produits Maritimes

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search


Oesterparken "N.V. Les Produits Maritimes" (1895-ca.1929/1931)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Nieuwpoort, met de ligging van de voormalige oesterparken van "N.V. Les Produits Maritimes"



Eerste oesterpark "N.V. Les Produits Maritimes" (1895-WOI)

Vanaf de jaren 1860 was Michel Halewyck actief in het Oostendse oesterpark “Royon-Hertoghe & Cie” dat toebehoorde aan zijn schoonvader Louis Royon. Het was Halewyck die de dagelijkse uitbating van de kwekerij op zich nam en die in 1893 ten slotte eigenaar werd van de onderneming. Twee jaar later vertrok hij echter uit Oostende: koning Leopold II had de grond van de kwekerij opgekocht om zijn koninklijke villa te kunnen uitbreiden en Halewyck besloot zijn oesterkweek verder te zetten in Nieuwpoort.[1] In 1895 liet Michel Halewyck putten graven op de rechteroever van de IJzer, niet ver van de kwekerij "Deswarte".[2]

Nabij het park verscheen ook een grote villa met verschillende torentjes, het zogenaamde ‘Kasteeltje van Halewyck’.[3] De oesters werden ingevoerd vanuit Engeland, maar Michel Halewyck had toen ook oestervelden in het Portugese Setubal die voor bevoorrading zorgden. Zijn kleinzoon Raoul Halewyck, bedrijfsleider van de latere Oostendse firma “Halewyck & Cie”, zou deze Portugese contacten later verder zetten.[2]


Toen Michel Halewyck op 26 februari 1907 overleed, bleek niemand van zijn vijf kinderen in staat de uitbating van de oester- en kreeftenputten en de bijhorende handel over te nemen.[1] Ze stichtten daarom de firma “N.V. Les Produits Maritimes” en plaatsten de Duitse Victor Osterwind, oorspronkelijk een bediende van de firma, aan het hoofd ervan. Samen met zijn zoon zou Osterwind de zaak gedurende lange tijd runnen. Deze eerste oesterput overleefde WOI niet, maar de firma bouwde nadien een nieuwe oesterput aan de overkant van de havengeul.[3]


Tweede oesterpark "N.V. Les Produits Maritimes" (1922-ca.1929/1931)

Voorloper van het tweede oesterpark “N.V. Huîtrière et Viviers de Lombardsyde”

Bij de heropbouw van Nieuwpoort na WOI werd beslist om het traject van de kaaimuren te verleggen. Daardoor kreeg de “N.V. Les Produits Maritimes” geen toestemming om de zaak op dezelfde plaats opnieuw op te starten. De Rechtbank voor Oorlogsschade kende de firma een nieuw terrein toe, ditmaal gelegen op de linkeroever van de IJzer. Als architect voor de kwekerij werd ene Carron aangesteld, die het complex in 1922 bouwde in de stijl van de Brugse Reien. Op een terrein van ca. 1 ha werden drie bassins aangelegd rondom het centraal gelegen restaurant ‘L’Huîtrière”, dat bezoekers via een bruggetje konden bereiken.[3] Naast deze eetgelegenheid lag ook nog een pakhuis van waaruit de zendingen gebeurden. In de twee kleinste putten werden de oesters en kreeften gedeponeerd, de grootste put diende als waterbassin. [4]


De uitbating van deze tweede oesterput bleef grotendeels in handen van de familie Osterwind,[3] maar ook Raoul Halewyck, kleinzoon van Michel, begon mee te draaien in de zaak.[3] In juni 1929 werd de oesterput opgekocht door de “N.V. Huîtrière et Viviers de Lombardsyde”, een firma met oesterputten gelegen op de rechter IJzeroever in Nieuwpoort. De directeur van deze onderneming was Adelson Fagnard.[5] De familie Halewyck bleef echter nog betrokken bij hun kwekerij. Het kapitaal van de Lombardsijdse firma werd na het samengaan van de twee oesterputten immers verhoogd van 1 miljoen naar 2,5 miljoen frank door het uitschrijven van 1500 aandelen van 1.000 frank. 600 van deze aandelen bleven in het bezit van de familie Halewyck.[6] Beide aandeelhouders kwamen echter al snel tot ruzie en besloten elk hun eigen weg te gaan. Fagnard bleef de twee kwekerijen in Nieuwpoort uitbaten, terwijl Raoul Halewyck in 1931 terug naar Oostende trok om daar het oesterpark “N.V. Huîtrière et Poissonnerie Réunis”, later "Halewyck & Cie", te stichten.[3] In de jaren 1950 zou de familie Halewyck echter nog terugkeren naar deze Nieuwpoortse oesterkwekerij, die nog uitgebaat zou worden door René Halewyck, één van de zonen van Raoul.[2]



Referenties


Meer weten