Oesterpark Vlaming Vandromme

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search


Oesterparken "Vlaming en Vandromme" (ca. 1936-WO II)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Oostende en Nieuwpoort, met de ligging van de voormalige oesterparken van “Vlaming en Vandromme”


Opvolger van het eerste, tweede en derde oesterpark van "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde"


Het oesterbedrijf “Vlaming en Vandromme” was de opvolger van de “N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde”, die in 1928 haar eerste oesterput opende aan de rechteroever van de IJzer in Nieuwpoort. In 1929 kwamen daar nog twee andere parken bij: één aan de linker IJzeroever te Nieuwpoort (de opvolger van het tweede oesterpark van ”N.V. Les Produits Maritimes”) en één in de Langestraat in Oostende (de opvolger van Oesterpark “Janssens”). In de krant Het Visserijblad werd op 4 juli 1936 echter aangekondigd dat deze vennootschap, die begonnen was met een startkapitaal van 2,5 miljoen frank, in de loop van de jaren een verlies had geleden van in totaal 2.126.170 frank. De maatschappij vroeg op dat moment de vereffening aan.[1] Vermoedelijk werden de drie parken op dat moment overgenomen door de Nederlander Biem Vlaming en zijn medewerker Achille Vandromme, die reeds in 1935 een eigen firma voor vishandel opgericht hadden.[2] Documenten uit november 1936 tonen alleszins aan dat de “huitrières et viviers de Lombardsyde” toen geëxploiteerd werden door de firma “Vlaming en Vandromme”.[3] Robert Fagnard, de zoon van de eerste directeur van de “N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde”, mocht echter wel aanblijven als afgevaardigd bestuurder van de nieuwe firma.[1][4] Vanaf ca. 1938 gebruikte de firma “Vlaming en Vandromme” trouwens niet langer de ondertitel “huitrières et viviers de Lombardsyde”, maar wel “N.V. Huîtrières et Viviers de Nieuport”.[5] Ondanks deze benaming bleef de firma echter ook actief in Oostende.[6] Biem Vlaming was trouwens als sinds 1932 actief in de Nieuwpoortse oesterindustrie. Als medevennoot van "Vlaming en Nollet" en later van "N.V. Ostrea" was hij immers betrokken bij de experimenten van de integrale oesterkweek in de Nieuwpoortse Vlotkom.




Eerste oesterpark "Vlaming en Vandromme"(ca. 1936-WO II)

Opvolger van het eerste oesterpark van "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde"

Deze oesterkwekerij werd in 1928 opgericht door de firma “N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde” aan de rechter IJzeroever te Nieuwpoort. Rond 1936 werd het overgenomen door Biem Vlaming en Achille Vandromme. Tijdens WOII werd een einde gemaakt aan de bedrijvigheid in het park. De put en het aangrenzende gebouw bleven echter wel bewaard na afloop van de oorlog. In de loop van de jaren werden hier nog een biologisch laboratorium van de Universiteit van Gent en een natuurhulpcentrum voor zieke en gekwetste zeevogels geïnstalleerd.[7][8] Door de oprichting van het staatsnatuurreservaat “De IJzermonding” in Nieuwpoort-Lombardsijde verdwenen uiteindelijk de laatste resten van de kwekerij. Het pand werd in 2005 afgebroken en de bijhorende oesterput werd heringericht tot een natuur-educatieve getijdenpoel.[9]


Tweede oesterpark "Vlaming en Vandromme"(ca. 1936-WO II)

Opvolger van het tweede oesterpark "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde"
Voorloper van het oesterpark "Huîtrière Nieuport-Bains"


Ook dit oesterpark werd vanaf ca. 1936 overgenomen door de firma “Vlaming en Vandromme”.[3] Het was in 1922 opgericht door de ”N.V. Les Produits Maritimes” van de familie Halewyck en kwam in 1929 in handen van de “N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde”. Rond mei 1940 werd de werking van deze kwekerij van Biem Vlaming en Achille Vandromme grondig verstoord door de Tweede Wereldoorlog, maar in mei 1947 werden de activiteiten hernomen door ene Henri Duffieux onder de naam "Huîtrière Nieuport-Bains".[10] Rond 1955 kwam het complex uiteindelijk opnieuw in handen kwam van “Halewyck & Cie”.[11] René Halewyck werd uitbater van de oesterkwekerij en de bijhorende eetgelegenheid. Algauw werden de putten zelf echter minder en minder gebruikt, al bleef het restaurant zich wel specialiseren in oesters en kreeft. In 1974 werd de hele zaak afgebroken om plaats te maken voor de appartementencomplex Nautilus.[8] In de tuin van dit gebouw herinnerden het brugje en een vijvertje tot voor kort nog steeds aan de laatste Nieuwpoortse oesterputten, maar ook deze overblijfselen zijn ondertussen verdwenen.[7]


Derde oesterpark "Vlaming en Vandromme"(ca. 1936-WO II)

Opvolger van het derde oesterpark van "N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde"
Voorloper van het oesterpark "Zoete"


Op 1 december 1929 liet de Oostendse kwekerij “Janssens” haar oesterput in de Langestraat over aan de “N.V. Huîtrières et Viviers de Lombardsyde”.[12] Zeven jaar later, rond ca. 1936 moet ook deze oesterput overgenomen zijn door “Vlaming en Vandromme”.[3][13] Tijdens WO II werd het park zwaar beschadigd, maar rond 1948 werd het opnieuw operationeel gemaakt door ene heer Zoete.[14] Erna werd de put ook nog uitgebaat onder de naam “Oesterputten Antoine”.[15]Vandaag de dag wordt de gevel van het oorspronkelijke pand uit 1903 beschouwd als bouwkundig erfgoed.[16]

Referenties


  1. 1.0 1.1 Het Visserijblad, 4 juli 1936.
  2. De Zeewacht, 16 augustus 1935.
  3. 3.0 3.1 3.2 Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: map M4II: documenten 1936.
  4. Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: map M4II: documenten 1936-1937, mapje V.
  5. Le Littoral, 1 januari 1938.
  6. Zie bijvoorbeeld: Le Littoral, 1 januari 1937.
  7. 7.0 7.1 Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.
  8. 8.0 8.1 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
  9. Het Nieuwsblad, 14 mei 2005.
  10. Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: Map 35, Briefwisseling over invoerrechten oesters en kreeften te Nieuwpoort.
  11. Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
  12. Le Carillon, 29 december 1929.
  13. Le Littoral, 21 maart 1936.
  14. Erfgoedhuis Bachten de Kupe, archief tijdschrift Bachten de Kupe, doos oesters, artikel 22 april 1949.
  15. Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
  16. Site Inventaris Onroerend Erfgoed.

Meer weten