Puntig buiswier

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search

Puntig buiswier
Het puntig buiswier Polysiphonia senticulosa is een roodwier afkomstig uit het noorden van de Stille Oceaan. Dit wier werd waarschijnlijk in de Europese wateren geïntroduceerd samen met kweekoesters of vastgehecht op scheepsrompen. Het werd voor het eerst langs de Belgische kust waargenomen op 26 maart 2001, in de Spuikom van Oostende. Dit exotisch roodwier wordt vooral aangetroffen op andere niet-inheemse wieren, zoals het Japans bessenwier Sargassum muticum en het vertakt viltwier Codium fragile. Daarnaast groeit de soort ook op harde oppervlakken (kades, touwen, schelpdieren,...) en komt hij voor in getijdenpoeltjes.
Polysiphonia senticulosa .jpg
Foto: Herre Steganga




Wetenschappelijke naam

Polysiphonia senticulosa Harvey, 1862


Oorspronkelijke verspreiding

Het puntig buiswier is afkomstig uit het noordwesten en noordoosten van de Stille Oceaan. De soort wordt vaak verward met het inheems fijn buiswier Polysiphonia stricta of met een ander exotisch roodwier, Polysiphonia morrowii. Sommigen opperen dat Polysiphonia morrowii en Polysiphonia senticulosa één en hetzelfde wier zijn [1] .


Eerste waarneming in België

De eerste waarneming van het puntig buiswier dateert van 26 maart 2001, nabij een oesterkwekerij in de Spuikom van Oostende [2].


Verspreiding in België

Het jaar na de eerste waarneming (2001), werd het puntig buiswier in grote getale waargenomen op diverse substraten op de bodem van de Spuikom, voornamelijk op plaatsen waar de golfslag gering was [2]. Na 2002 werd het puntig buiswier hier niet meer waargenomen tot 2006, toen het opnieuw abundant aanwezig was [3]. Meldingen van Polysiphonia morrowii (2007) in de Spuikom van Oostende [4] betreffen dezelfde soort [5].

In België werden nog geen meldingen gemaakt van het wier buiten de Spuikom.


Verspreiding in onze buurlanden

In Europa werd het puntig buiswier voor het eerst waargenomen in Nederland in 1993. De exoot werd aangetroffen in Gorishoek, langs de noordelijke oevers van de Oosterschelde [1]. In 1999 was het puntig buiswier al overal terug te vinden in de Oosterschelde waarbij het op sommige plaatsen abundant voorkwam (bijvoorbeeld op de Oesterbank in Yerseke) [6].

In het Middellandse Zeegebied – namelijk in Frankrijk (lagune van Thau) [7] en Italië (Venetië) [8] – werden er roodwieren onder de naam Polysiphonia morrowii gemeld. Mogelijk betreffen deze waarnemingen eveneens het puntig buiswier.


Wijze van introductie

Er kan geen uitsluitsel gegeven worden over de wijze waarop het puntig buiswier in onze streken is terechtgekomen. Waarschijnlijk kwam deze exoot in onze contreien terecht als aangroei op kweekoesters, afkomstig uit het noorden van de Stille Oceaan.

Het is opmerkelijk dat de exemplaren die in de Oostendese Spuikom worden aangetroffen waarschijnlijk niet afkomstig zijn uit Nederland, de enige andere plaats in Noord-Europa waar de soort momenteel voorkomt. Er worden immers geen oesters uit Nederland geïmporteerd. Vermoedelijk werd het puntig buiswier in België geïntroduceerd via de import van kweekoesters afkomstig van de Canadese westkust (British Columbia), het oorsprongsgebied van deze soort [2][6].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

Opvallend aan het puntig buiswier is dat het een echte wintersoort is. In de (late) lente sterft het wier af en vormt het een rustfase waaruit pas in het najaar opnieuw een volwaardig wier uitgroeit. De meeste andere wieren komen voor in de zomer en zijn minder abundant tijdens de winter. Er is bijgevolg weinig competitie voor het puntig buiswier in de wintermaanden, waardoor dit wier goed gedijt [9][10].

Het puntig buiswier hecht zich vast op harde substraten zoals rotsen en oesters, maar ook op andere wieren [11], vooral in beschutte gebieden waar stroming en golfslag gering zijn [2]. Een stijging van het aantal (artificiële) harde substraten zoals kademuren, pontons en oesterbanken kan de verspreiding van deze inwijkeling in de hand werken. Over de andere factoren die mee het succes van deze exoot in de lage landen bepalen is op dit moment nog weinig geweten [1].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

Het puntig buiswier blijkt een wintersoort te zijn. In de zomermaanden, wanneer de watertemperatuur in de beschutte wateren waar de soort voorkomt stijgt, is deze volledig afwezig. In de winter, wanneer de meeste andere soorten niet gedijen, groeit deze exoot uit ruststadia en plant hij zich voort [9][10].


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

In Nederland zijn bepaalde inheemse algengemeenschappen volledig vervangen door niet-inheemse algenflora waaronder het Japans bessenwier Sargassum muticum en het puntig buiswier [12].

Het puntig buiswier is echter klein en groeit vaak op andere wieren. Bijgevolg stelt zich de vraag of deze soort in competitie treedt met inheemse wieren. Hoewel de soort in Nederland na introductie invasief is gebleken, is over zijn precieze effecten in de literatuur momenteel niets terug te vinden [13].

Er werden nog geen maatregelen ondernomen om de soort te bestrijden.


Specifieke kenmerken

Het puntig buiswier is een donkerrood tot bijna zwart gekleurd wier dat enkele decimeter (tot 30 centimeter) groot kan worden. Het is in onze streken een echte wintersoort [9] die voorkomt van oktober tot juni. Gedurende deze periode vermenigvuldigt dit roodwier zich voornamelijk via ongeslachtelijke voortplanting maar ook door geslachtelijke voortplanting. Tijdens de zomer vormt het puntig buiswier ruststadia die tijdens de herfst weer uitgroeien tot volwassen exemplaren [10]. Deze soort groeit meestal op harde substraten (natuurlijk of artificieel) of komt voor op andere organismen zoals oesters en andere wieren [11]. Het puntig buiswier wordt aangetroffen onder de laagwaterlijn in een omgeving beschut tegen stroming en golfwerking en in getijdenpoelen [14].


Hoe verwijzen naar deze pagina?

VLIZ Alien Species Consortium (2011). Puntig buiswier – Polysiphonia senticulosa. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Geraadpleegd op 24-12-2024. Beschikbaar op
http://www.vliz.be/wiki/Lijst_niet-inheemse_soorten_Belgisch_deel_Noordzee_en_aanpalende_estuaria


Lector: Frédérique Steen
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=project&proid=2170
Deze fiche (versie 2011) is ook als pdf beschikbaar op http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=210325


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 1.2 Maggs, C.A.; Stegenga, H. (1999). Red algal exotics on North Sea coasts Helgol. Meeresunters. 52: 243-258. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Maggs1999" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Maggs1999" defined multiple times with different content
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 Kerckhof, F.; Stegenga, H. (2003). Nieuwe Polysiphonia-soorten voor België en Noord-Frankrijk, met een gereviseerde determineertabel voor de soorten van het geslacht Polysiphonia in deze regio Dumortiera 80: 40-45. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Kerckhof2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Kerckhof2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Kerckhof2003" defined multiple times with different content
  3. Kerckhof, F. (2007). National report Belgium, 2006, in: ICES (2007). Report of the Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 21-23 March 2007 Dubrovnik, Croatia. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, 2007(ACME:05): pp. 44-48. details
  4. Heytens, M.; De Clerck, O.; Coppejans, E. (2007). Studie van macrowiergemeenschappen van de Spuikom van Oostende in functie van de Kaderrichtlijn water. Universiteit Gent, Vakgroep Biologie, Afdeling Algologie: Gent. 65 pp. details
  5. Persoonlijke mededeling door Olivier De Clerck 2011.
  6. 6.0 6.1 Gollasch, S.; Kieser, D.; Minchin, D.; Wallentinus, I. (Ed.) (2007). Status of introductions of non-indigenous marine species to the North Atlantic and adjacent waters 1992-2002: Ten-year summary of National Reports considered at meetings of the Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms. ICES Cooperative Research Report, 284. ICES: Copenhagen. ISBN 87-7482-056-7. 149 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Gollasch2007" defined multiple times with different content
  7. Verlaque, M. (2001). Checklist of the macroalgae of Thau Lagoon (Hérault, France), a hot spot of marine species introduction in Europe = Inventaire des macroalgues de l’étang de Thau (Hérault, France), un lieu privilégié d’introduction d’espèces marines en Europe Oceanol. Acta 24(1): 29-49. details
  8. Curiel, D.; Bellemo, G.; La Rocca, B.; Scattolin, M.; Marzocchi, M. (2002). First report of Polysiphonia morrowii Harvey (Ceramiales, Rhodophyta) in the Mediterranean Sea Bot. Mar. 45: 66-70. details
  9. 9.0 9.1 9.2 Stegenga, H. (2002). De Nederlandse zeewierflora: van kunstmatig naar exotisch? Het Zeepaard 62(1): 13-24. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Stegenga2002" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Stegenga2002" defined multiple times with different content
  10. 10.0 10.1 10.2 Stegenga, H. (1998). Nieuwe gevestigde soorten van het geslacht Polysiphonia (Rhodophyta, Rhodomelaceae) in Zuidwest Nederland Gorteria 24: 149-156. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Stegenga1998" defined multiple times with different content
  11. 11.0 11.1 Nelson, W.A.; Maggs, C.A. (1996). Records of adventive marine algae in New Zealand: Antithamnionella ternifolia, Polysiphonia senticulosa (Ceramiales, Rhodophyta), and Striaria attenuata (Dictyosiphonales, Phaeophyta) N.Z. J. Mar. Freshwat. Res. 30: 449-453. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Nelson" defined multiple times with different content
  12. Stegenga, H.; Prud'homme van Reine, W.F. (1999). Changes in the seaweed flora of the Netherlands, in: Scott, G.W. et al. (Ed.) (1999). Changes in the marine flora of the North Sea . pp. 77-87. details
  13. Wijsman, J.W.M.; De Mesel, I. (2009). Duurzame schelpdiertransporten. Wageningen IMARES Rapport, C067/09. Imares: Wageningen. 111 pp. details
  14. Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. details