Oesterpark Nieuport

From Coastal Wiki
Revision as of 08:59, 29 November 2013 by Ruth (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search


Oesterpark "Huîtrière Nieuport-Bains" (ca. 1947-ca. 1955)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Nieuwpoort, met de ligging van het voormalige oesterpark van "Huîtrière Nieuport-Bains"


Opvolger van het tweede oesterpark van “Vlaming en Vandromme”

Voorloper van de oesterparken van “Halewyck & Cie” in Nieuwpoort


In mei 1940 kwam er, ten gevolge van de Duitse invasie van België, een einde aan de bedrijvigheid in de tweede oesterkwekerij van "Vlaming en Vandromme". Dit park was in 1922 oorspronkelijk opgericht door de "N.V. Les Produits Maritimes" van de familie Halewyck en was gelegen aan de linkeroever van de IJzer te Nieuwpoort. Na de bevrijding bleven de waterbassins er enkele jaren verlaten bijliggen, maar vanaf april 1947 werden ze opnieuw in werking gesteld. Het land was in het bezit van ene heer Fostier, maar de kwekerij was voor een periode van negen jaar verpacht aan Henri Duffieux. In september 1947 waren maar 2 van de 4 beschikbare oester- en kreeftenputten in gebruik, maar Duffieux plande om later dat jaar ook de andere bassins te reinigen en uit te baten. Kreeften voerde hij in vanuit Nederland, Noorwegen en Ierland en ook de gekweekte oesters kwamen uit Holland.[1][2]

In de loop van 1947 kreeg de “Huîtrière Nieuport-Bains” een journalist van het tijdschrift Ons Land over de vloer. Dit artikel vertelde ons nog iets meer over de geschiedenis van dit oesterbedrijf. Volgens de reporter zag de kwekerij eruit als een soort “versterkt kasteel, aan alle zijden omringd door waterkommen en door een brede, beschermende gracht.” Ook de aanwezigheid van een brugje, de enige toegang tot het schiereiland waarop het gebouw van het oesterpark gevestigd was, sprak tot de verbeelding van de bezoeker. Op het dak van het complex was in grote witte letters het woord ‘huîtrière’ aangebracht. Volgens dit artikel was Henri Duffieux een Bretoen die zijn uitgestrekt oesterpark op de kust van de Atlantische oceaan opgegeven had om zich vanaf 1946 in Nieuwpoort aan dezelfde kweek te wijden. De zaken liepen niet slecht, maar het was duidelijk dat de bestellingen, zowel van hotels aan de kust als van afnemers in binnen- en buitenland, steeds afnamen. Toch waren de bassins in oktober van 1947 nog gevuld met ca. 2 miljoen oesters en zowat 20.000 kilogram kreeften.[2]


Of Henri Duffieux de kwekerij werkelijk 9 jaar uitbaatte is niet duidelijk. Wat we wel weten is dat het hele complex tot zeker 1952 in handen bleef van W.C.Q. Fostier-Ducastele en Georges Fostier. In 1957 had de firma ”Halewyck & Cie” echter al de hele instelling opgekocht.[3] Het centraal gelegen huis was ook uitgebreid. De familie Halewyck was vermoedelijk rond ca. 1955 teruggekeerd naar de kwekerij die zij in 1922 hadden laten aanleggen.[4] Het was René Halewyck, zoon van Louis, die uitbater werd van de oesterkwekerij en er ook een eetgelegenheid bij installeerde. Algauw werden de putten zelf echter minder en minder gebruikt, al bleef het restaurant zich wel specialiseren in oesters en kreeft. In 1974 werd de hele zaak afgebroken om plaats te maken voor de appartementencomplex 'Nautilus'.[5] In de tuin van dit gebouw herinnerden het brugje en een vijvertje tot voor kort nog steeds aan de laatste Nieuwpoortse oesterputten, maar ook deze overblijfselen zijn ondertussen verdwenen.[6]





Referenties


  1. Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: Map 35, Briefwisseling over invoerrechten oesters en kreeften te Nieuwpoort.
  2. 2.0 2.1 (1947). Het oesterbedrijf te Nieuwpoort Ons Land 29(34): 12-13
  3. Kadastraal Archief Provincie West-Vlaanderen, eigendom Fostier (1952) en Halewyck (1957).
  4. Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
  5. Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
  6. Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.

Meer weten