Difference between revisions of "Oesterpark Vanderheyde"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(Oesterpark "Vanderheyde" (ca. jaren 1820-1883))
Line 7: Line 7:
  
  
Na de dood van Balthasar Vanderheyde kwam zijn weduwe aan het hoofd te staan van de kwekerij, die ondertussen herdoopt was tot oesterpark "Vanderheyde". De oesters werden in deze periode voornamelijk aangevoerd vanuit Burnham en Whitstable.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Het oesterpark bleef tot 1888 werkzaam onder de naam “Vanderheyde”, maar de opeenvolging van eigenaars en uitbaters en de verschillende verdelingen van het domein zijn een moeilijke aangelegenheid. Het kadaster vermeldde in 1835 enkel de weduwe Vanderheyde als eigenaar, maar later werden ook de kinderen van het koppel toegevoegd als aandeelhouders. In 1849 werd een deel van de oesterkwekerij vervolgens verkocht aan een August De Loose en consorten uit Gent. In 1870 was enkel August De Loose nog eigenaar van het park, met ene Carolus Desmet als erfpachter.<ref>Kadastraal Archief Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Vanderheyde.</ref> Het jaar erop was er echter alweer sprake van een vereniging De Loose-Vanderheyde.<ref name="Halewyck"/>
+
Na de dood van Balthasar Vanderheyde kwam zijn weduwe aan het hoofd te staan van de kwekerij, die ondertussen herdoopt was tot oesterpark "Vanderheyde". De oesters werden in deze periode voornamelijk aangevoerd vanuit Burnham en Whitstable. In de jaren 1840 ging het park een samenwerking aan met het nabijgelegen café-restaurant "Jardin de La Concorde", dat algauw grote bekendheid genoot omwille van zijn oesters.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Het oesterpark bleef tot 1888 werkzaam onder de naam “Vanderheyde”, maar de opeenvolging van eigenaars en uitbaters en de verschillende verdelingen van het domein zijn een moeilijke aangelegenheid. Het kadaster vermeldde in 1835 enkel de weduwe Vanderheyde als eigenaar, maar later werden ook de kinderen van het koppel toegevoegd als aandeelhouders. In 1849 werd een deel van de oesterkwekerij vervolgens verkocht aan een August De Loose en consorten uit Gent. In 1870 was enkel August De Loose nog eigenaar van het park, met ene Carolus Desmet als erfpachter.<ref>Kadastraal Archief Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Vanderheyde.</ref> Het jaar erop was er echter alweer sprake van een vereniging De Loose-Vanderheyde.<ref name="Halewyck"/>
  
  
 
In 1883 werden de gronden van het oesterpark “Vanderheyde” onteigend. Op 10 december 1883 verkochten Victor Vanderheyde en Eugénie de Limon de Steenbrugge, de echtgenote van de Gentse burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem, het 15.248 m² grote domein aan de Belgische staat.<ref name="Halewyck"/> Op 29 maart 1888 werden de laatste materialen van de oesterput openbaar verkocht en kwam zo een einde aan de allereeste oesterkwekerij aan de Belgische kust.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21476 L'Echo d'Ostende, 25 maart 1888.]</ref>
 
In 1883 werden de gronden van het oesterpark “Vanderheyde” onteigend. Op 10 december 1883 verkochten Victor Vanderheyde en Eugénie de Limon de Steenbrugge, de echtgenote van de Gentse burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem, het 15.248 m² grote domein aan de Belgische staat.<ref name="Halewyck"/> Op 29 maart 1888 werden de laatste materialen van de oesterput openbaar verkocht en kwam zo een einde aan de allereeste oesterkwekerij aan de Belgische kust.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21476 L'Echo d'Ostende, 25 maart 1888.]</ref>
 
  
 
==Referenties==
 
==Referenties==

Revision as of 10:42, 7 June 2012

Oesterpark "Vanderheyde" (ca. jaren 1820-1883)

Opvolger van Oesterpark "Clays & Cie"

In 1829 werden de oesterputten van de firma "Clays & Cie", gelegen in de Sint-Catharinapolder net buiten de stad Oostende, uitgebaat door de Oostendse reder Balthasar Vanderheyde.[1] Wanneer deze laatste net het roer van het allereerste oesterpark aan de Belgische kust overnam, is niet duidelijk. Tot 1817 bleven de putten alleszins in handen van de familie De Loose[2], de oorspronkelijke eigenaars, en in 1823 werd blijkbaar melding gemaakt van een vereniging "Vanderheyde-De Loose".[3] 6 jaar later werd enkel nog Balthasar Vanderheyde vermeld als uitbater van het bedrijf.[1]


Na de dood van Balthasar Vanderheyde kwam zijn weduwe aan het hoofd te staan van de kwekerij, die ondertussen herdoopt was tot oesterpark "Vanderheyde". De oesters werden in deze periode voornamelijk aangevoerd vanuit Burnham en Whitstable. In de jaren 1840 ging het park een samenwerking aan met het nabijgelegen café-restaurant "Jardin de La Concorde", dat algauw grote bekendheid genoot omwille van zijn oesters.[4] Het oesterpark bleef tot 1888 werkzaam onder de naam “Vanderheyde”, maar de opeenvolging van eigenaars en uitbaters en de verschillende verdelingen van het domein zijn een moeilijke aangelegenheid. Het kadaster vermeldde in 1835 enkel de weduwe Vanderheyde als eigenaar, maar later werden ook de kinderen van het koppel toegevoegd als aandeelhouders. In 1849 werd een deel van de oesterkwekerij vervolgens verkocht aan een August De Loose en consorten uit Gent. In 1870 was enkel August De Loose nog eigenaar van het park, met ene Carolus Desmet als erfpachter.[5] Het jaar erop was er echter alweer sprake van een vereniging De Loose-Vanderheyde.[4]


In 1883 werden de gronden van het oesterpark “Vanderheyde” onteigend. Op 10 december 1883 verkochten Victor Vanderheyde en Eugénie de Limon de Steenbrugge, de echtgenote van de Gentse burgemeester Charles de Kerchove de Denterghem, het 15.248 m² grote domein aan de Belgische staat.[4] Op 29 maart 1888 werden de laatste materialen van de oesterput openbaar verkocht en kwam zo een einde aan de allereeste oesterkwekerij aan de Belgische kust.[6]

Referenties

Meer weten