Difference between revisions of "Oesterpark Royon-Hertoghe"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 29: Line 29:
 
</linkedimage></div>Het oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" was een verderzetting van de onderneming [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] die reeds in 1856 door Louis Royon en de Keulse handelaar Gustave Bettger in Oostende in het leven geroepen was.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> De samenwerking tussen deze twee ondernemers liep echter algauw spaak. In 1860-1861 kwamen beide immers tegenover elkaar te staan in de rechtbank, nadat de Duitse firma "Bettger & Cie" een proces aangespannen had tegen een coalitie van zes Oostendse oesterparken, waaronder [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] zelf.<ref>[http://search.ugent.be/meercat/x/bkt01?q=900000014386 Handschriftencollectie UGent - Documenten Betreffende Oostende: Lauwers, J.B., Jugements prononcés par le tribunal de commerce d'Ostende, Gent, 1861.]</ref> Een misverstand over de kwaliteit, grootte en prijs van een zending oesters voor Keulen bracht uiteindelijk definitief een einde aan de vennootschap tussen Bettger en Royon. Bij akte van 4 januari 1865 werd de maatschappij opgedoekt. Het jaar erop, op 10 augustus 1866, verkocht Bettger zijn één derde eigendomsaandeel in de oesterput aan de Brugse advocaat Charles Meynne. Deze laatste veroverde ook één zesde van het aandeel van Louis Royon, waardoor Meynne en Royon vanaf dan elk de helft van de oesterput bezaten. Het hotel-restaurant “Pavillon du Rhin” bleef echter wel volledig in handen van de familie Royon-Hertoghe. Op 18 augustus 1866 liet Bettger zijn aandeel in het complex immers over aan Royon.<ref name="Farasyn">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=197845 Farasyn, D. (2001). Historiek van de eerste gebouwen langs de Oostendse zeedijk 1830-1878. Tweede uitgave. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 88 pp.]</ref> Niet veel later, op 18 oktober 1866 overleed Louis Antoine Royon te Mariakerke. Het “Pavillon du Rhin” kwam volledig in handen van zijn erfgenamen, de oesterput slechts deels. De effectieve uitbating van het park, nu met de naam "Royon-Hertoghe & Cie", gebeurde echter wel door Michel Halewyck, echtgenoot van Eugénie Royon en dus de schoonzoon van Louis.<ref name="Halewyck"/>
 
</linkedimage></div>Het oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" was een verderzetting van de onderneming [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] die reeds in 1856 door Louis Royon en de Keulse handelaar Gustave Bettger in Oostende in het leven geroepen was.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> De samenwerking tussen deze twee ondernemers liep echter algauw spaak. In 1860-1861 kwamen beide immers tegenover elkaar te staan in de rechtbank, nadat de Duitse firma "Bettger & Cie" een proces aangespannen had tegen een coalitie van zes Oostendse oesterparken, waaronder [[Oesterpark Royon-Bettger|"Royon-Bettger & Cie"]] zelf.<ref>[http://search.ugent.be/meercat/x/bkt01?q=900000014386 Handschriftencollectie UGent - Documenten Betreffende Oostende: Lauwers, J.B., Jugements prononcés par le tribunal de commerce d'Ostende, Gent, 1861.]</ref> Een misverstand over de kwaliteit, grootte en prijs van een zending oesters voor Keulen bracht uiteindelijk definitief een einde aan de vennootschap tussen Bettger en Royon. Bij akte van 4 januari 1865 werd de maatschappij opgedoekt. Het jaar erop, op 10 augustus 1866, verkocht Bettger zijn één derde eigendomsaandeel in de oesterput aan de Brugse advocaat Charles Meynne. Deze laatste veroverde ook één zesde van het aandeel van Louis Royon, waardoor Meynne en Royon vanaf dan elk de helft van de oesterput bezaten. Het hotel-restaurant “Pavillon du Rhin” bleef echter wel volledig in handen van de familie Royon-Hertoghe. Op 18 augustus 1866 liet Bettger zijn aandeel in het complex immers over aan Royon.<ref name="Farasyn">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=197845 Farasyn, D. (2001). Historiek van de eerste gebouwen langs de Oostendse zeedijk 1830-1878. Tweede uitgave. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 88 pp.]</ref> Niet veel later, op 18 oktober 1866 overleed Louis Antoine Royon te Mariakerke. Het “Pavillon du Rhin” kwam volledig in handen van zijn erfgenamen, de oesterput slechts deels. De effectieve uitbating van het park, nu met de naam "Royon-Hertoghe & Cie", gebeurde echter wel door Michel Halewyck, echtgenoot van Eugénie Royon en dus de schoonzoon van Louis.<ref name="Halewyck"/>
  
 +
Het bedrijf "Royon-Hertoghe & Cie" hield zich, naast het uitbaten van het hotel-restaurant "Pavillon du Rhin" en het exploiteren van de bijhorende oesterput, blijkbaar nog met andere zaken bezig. De frima dreef blijkbaar ook handel in gedroogd fruit, ijs en allerlei vissoorten, en moet ook een bijhuis gehad hebben te Londen.<ref name="Halewyck"/>
  
In 1877 kwam het tot een proces tussen Charles Meynne en de erfgenamen van Royon aan de ene kant, en de Belgische staat aan de andere kant. Vanaf het begin van de jaren 1870 was de overheid immers bezig met de verkoop van hun domeinen aan het Oostendse westerstrand. De uitbaters van de hotels en restaurants die daar reeds gevestigd waren, kregen als eerste de kans om deze terreinen te kopen. De eigenaars van het “Pavillon du Rhin” en de oesterput “Royon-Hertoghe & Cie” slaagden er echter niet in om tot een overeenkomst te komen met de Belgische staat, noch op vlak van gewenste oppervlakte, noch op vlak van prijs. Om de staat toch tot een verkoop te dwingen, daagden de Royons en Meynne deze voor de rechtbank.<ref name="Farasyn"/> Het bleek het begin van een langdurig proces, waaraan pas in 1883 een einde kwam. Na heel wat discussies werd op 16 oktober van dat jaar immers een voorlopige conventie opgesteld, waarin overeengekomen werd dat het terrein met een oppervlakte van 5.441,92 m² voor een som van 150.00 frank overgelaten werd aan de familie Royon en Charles Meynne. <ref> Voor details omtrent deze zaak:  [http://www3.dekamer.be/digidoc/DPS/K2251/K22511545/K22511545.pdf Verslag Kamer Van Volksvertegenwoordigers, zitting 20 juni 1877] en [http://www3.dekamer.be/digidoc/DPS/K2203/K22030190/K22030190.pdf Verslag Kamer Van Volksvertegenwoordigers, zitting 18 maart 1884.]</ref> Op 16 oktober 1884 werd de definitieve verkoopakte voor notaris Serruys ondertekend.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21925 L’Echo d’Ostende, 31 juli 1892.]</ref>
+
 
 +
In 1877 kwam het tot een proces tussen Charles Meynne en de erfgenamen van Royon aan de ene kant, en de Belgische staat aan de andere kant. Vanaf het begin van de jaren 1870 was de overheid immers bezig met de verkoop van hun domeinen aan het Oostendse westerstrand. De uitbaters van de hotels en restaurants die daar reeds gevestigd waren, kregen als eerste de kans om deze terreinen te kopen. De eigenaars van het "Pavillon du Rhin" en de oesterput "Royon-Hertoghe & Cie" slaagden er echter niet in om tot een overeenkomst te komen met de Belgische staat, noch op vlak van gewenste oppervlakte, noch op vlak van prijs. Om de staat toch tot een verkoop te dwingen, daagden de Royons en Meynne deze voor de rechtbank.<ref name="Farasyn"/> Het bleek het begin van een langdurig proces, waaraan pas in 1883 een einde kwam. Na heel wat discussies werd op 16 oktober van dat jaar immers een voorlopige conventie opgesteld, waarin overeengekomen werd dat het terrein met een oppervlakte van 5.441,92 m² voor een som van 150.00 frank overgelaten werd aan de familie Royon en Charles Meynne. <ref> Voor details omtrent deze zaak:  [http://www3.dekamer.be/digidoc/DPS/K2251/K22511545/K22511545.pdf Verslag Kamer Van Volksvertegenwoordigers, zitting 20 juni 1877] en [http://www3.dekamer.be/digidoc/DPS/K2203/K22030190/K22030190.pdf Verslag Kamer Van Volksvertegenwoordigers, zitting 18 maart 1884.]</ref> Op 16 oktober 1884 werd de definitieve verkoopakte voor notaris Serruys ondertekend.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21925 L’Echo d’Ostende, 31 juli 1892.]</ref>
  
 
{| width="950" align="left"
 
{| width="950" align="left"
Line 56: Line 58:
 
<br/>
 
<br/>
  
Rond 1889 moet het “Pavillon du Rhin” blijkbaar over zijn hoogtepunt heen geweest zijn. Het hotel-restaurant was het allerlaatste restant van de vroeg-toeristische periode van de Oostendse Zeedijk en moest - net zoals verschillende etablissementen dat voordien reeds moesten doen - plaats maken voor moderne Belle Epoque-constructies. Volgens een artikel in de krant ''L’Echo d’Ostende'' op 13 oktober 1889 was het verdwijnen van het complex dan ook een ‘uitgemaakte zaak’.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21635 L’Echo d’Ostende, 13 oktober 1889.]</ref> Drie jaar later bleek deze voorspelling uit te komen. Op 16 mei 1892 werden volgens deze zelfde krant alle meubelen en huisraad van het voormalige hotel verkocht, een week later was het de beurt aan de collectie wijnen en sterke dranken.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21901 L’Echo d’Ostende, 8 mei 1892.]</ref> Op 10 augustus 1892 werd tenslotte het gebouw publiek verkocht voor afbraak.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21925 L’Echo d’Ostende, 31 juli 1892.]</ref> De oesterputten zelf werden in 1893 door Alfred Royon verkocht aan Michel Halewyck. Lang zouden ze echter niet in zijn bezit blijven. Koning Leopold II had immers zijn oog laten vallen op dit gebied, om de uitbreiding van zijn koninklijke villa, die reeds de aanpalende gebieden in beslag nam, mogelijk te maken. Na verschillende onderhandelingen werd op 15 januari 1895 de prijs van 610.00 frank overeengekomen voor het domein.<ref name="Halewyck"/> Op 31 maart 1898 werd de hele inboedel van het park verkocht en op 1 mei 1898 wist ''L’Echo d’Ostende'' te melden dat de oesterput definitief vernietigd was.<ref> [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=22585 L’Echo d’Ostende, 27 maart 1898.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=22600 L’Echo d’Ostende, 1 mei 1898.]</ref> De koning kon zijn villa bouwen en Michel Halewyck verhuisde naar Nieuwpoort, waar hij het oesterkweekbedrijf [[Oesterpark Produits Maritimes|"N.V. Les Produits Maritimes"]] startte.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=213601 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.]</ref>
+
Rond 1889 moet het "Pavillon du Rhin" blijkbaar over zijn hoogtepunt heen geweest zijn. Het hotel-restaurant was het allerlaatste restant van de vroeg-toeristische periode van de Oostendse Zeedijk en moest - net zoals verschillende etablissementen dat voordien reeds moesten doen - plaats maken voor moderne Belle Epoque-constructies. Volgens een artikel in de krant ''L’Echo d’Ostende'' op 13 oktober 1889 was het verdwijnen van het complex dan ook een ‘uitgemaakte zaak’.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21635 L’Echo d’Ostende, 13 oktober 1889.]</ref> Drie jaar later bleek deze voorspelling uit te komen. Op 16 mei 1892 werden volgens deze zelfde krant alle meubelen en huisraad van het voormalige hotel verkocht, een week later was het de beurt aan de collectie wijnen en sterke dranken.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21901 L’Echo d’Ostende, 8 mei 1892.]</ref> Op 10 augustus 1892 werd tenslotte het gebouw publiek verkocht voor afbraak.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21925 L’Echo d’Ostende, 31 juli 1892.]</ref> De oesterputten zelf werden in 1893 door Alfred Royon verkocht aan Michel Halewyck. Lang zouden ze echter niet in zijn bezit blijven. Koning Leopold II had immers zijn oog laten vallen op dit gebied, om de uitbreiding van zijn koninklijke villa, die reeds de aanpalende gebieden in beslag nam, mogelijk te maken. Na verschillende onderhandelingen werd op 15 januari 1895 de prijs van 610.00 frank overeengekomen voor het domein.<ref name="Halewyck"/> Op 31 maart 1898 werd de hele inboedel van het park verkocht en op 1 mei 1898 wist ''L’Echo d’Ostende'' te melden dat de oesterput definitief vernietigd was.<ref> [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=22585 L’Echo d’Ostende, 27 maart 1898.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=22600 L’Echo d’Ostende, 1 mei 1898.]</ref> De koning kon zijn villa bouwen en Michel Halewyck verhuisde naar Nieuwpoort, waar hij het oesterkweekbedrijf [[Oesterpark Produits Maritimes|"N.V. Les Produits Maritimes"]] startte.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=213601 Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.]</ref>
  
 
<br/>
 
<br/>

Revision as of 14:07, 10 September 2012


Oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" (ca.1866-ca.1895)

<googlemap lat="51.222734" lon="2.938911" zoom="12" width="300" height="300" type="satellite" selector="yes" icon="http://www.googlemapsmarkers.com/v1/4abeec/">

51.228535, 2.906976, Oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" (ca.1866-ca.1895)

</googlemap>
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van het voormalige oesterpark van “Royon-Hertoghe & Cie”


Opvolger van oesterpark "Royon-Bettger & Cie"


<linkedimage> img_src=Image:52351.jpg img_width=250 tooltip=1875: Tweemaal het PAVILLON DU RHIN. Op de bovenste foto, het hotel-restaurant met rechts ervan het eerste Koninklijk Chalet. Dit Chalet bestond uit twee houten paviljoenen. Op de onderste foto, de oesterbedden, gelegen langs de huidige Koningin Astridlaan. img_alt=1875: Tweemaal het PAVILLON DU RHIN. Op de bovenste foto, het hotel-restaurant met rechts ervan het eerste Koninklijk Chalet. Dit Chalet bestond uit twee houten paviljoenen. Op de onderste foto, de oesterbedden, gelegen langs de huidige Koningin Astridlaan. exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=52351

</linkedimage>
Het oesterpark "Royon-Hertoghe & Cie" was een verderzetting van de onderneming "Royon-Bettger & Cie" die reeds in 1856 door Louis Royon en de Keulse handelaar Gustave Bettger in Oostende in het leven geroepen was.[1] De samenwerking tussen deze twee ondernemers liep echter algauw spaak. In 1860-1861 kwamen beide immers tegenover elkaar te staan in de rechtbank, nadat de Duitse firma "Bettger & Cie" een proces aangespannen had tegen een coalitie van zes Oostendse oesterparken, waaronder "Royon-Bettger & Cie" zelf.[2] Een misverstand over de kwaliteit, grootte en prijs van een zending oesters voor Keulen bracht uiteindelijk definitief een einde aan de vennootschap tussen Bettger en Royon. Bij akte van 4 januari 1865 werd de maatschappij opgedoekt. Het jaar erop, op 10 augustus 1866, verkocht Bettger zijn één derde eigendomsaandeel in de oesterput aan de Brugse advocaat Charles Meynne. Deze laatste veroverde ook één zesde van het aandeel van Louis Royon, waardoor Meynne en Royon vanaf dan elk de helft van de oesterput bezaten. Het hotel-restaurant “Pavillon du Rhin” bleef echter wel volledig in handen van de familie Royon-Hertoghe. Op 18 augustus 1866 liet Bettger zijn aandeel in het complex immers over aan Royon.[3] Niet veel later, op 18 oktober 1866 overleed Louis Antoine Royon te Mariakerke. Het “Pavillon du Rhin” kwam volledig in handen van zijn erfgenamen, de oesterput slechts deels. De effectieve uitbating van het park, nu met de naam "Royon-Hertoghe & Cie", gebeurde echter wel door Michel Halewyck, echtgenoot van Eugénie Royon en dus de schoonzoon van Louis.[1]

Het bedrijf "Royon-Hertoghe & Cie" hield zich, naast het uitbaten van het hotel-restaurant "Pavillon du Rhin" en het exploiteren van de bijhorende oesterput, blijkbaar nog met andere zaken bezig. De frima dreef blijkbaar ook handel in gedroogd fruit, ijs en allerlei vissoorten, en moet ook een bijhuis gehad hebben te Londen.[1]


In 1877 kwam het tot een proces tussen Charles Meynne en de erfgenamen van Royon aan de ene kant, en de Belgische staat aan de andere kant. Vanaf het begin van de jaren 1870 was de overheid immers bezig met de verkoop van hun domeinen aan het Oostendse westerstrand. De uitbaters van de hotels en restaurants die daar reeds gevestigd waren, kregen als eerste de kans om deze terreinen te kopen. De eigenaars van het "Pavillon du Rhin" en de oesterput "Royon-Hertoghe & Cie" slaagden er echter niet in om tot een overeenkomst te komen met de Belgische staat, noch op vlak van gewenste oppervlakte, noch op vlak van prijs. Om de staat toch tot een verkoop te dwingen, daagden de Royons en Meynne deze voor de rechtbank.[3] Het bleek het begin van een langdurig proces, waaraan pas in 1883 een einde kwam. Na heel wat discussies werd op 16 oktober van dat jaar immers een voorlopige conventie opgesteld, waarin overeengekomen werd dat het terrein met een oppervlakte van 5.441,92 m² voor een som van 150.00 frank overgelaten werd aan de familie Royon en Charles Meynne. [4] Op 16 oktober 1884 werd de definitieve verkoopakte voor notaris Serruys ondertekend.[5]

<linkedimage> img_src=Image:52366.jpg img_width=500 tooltip=Gebouwen langs de Westwandeling (1865-1868) met het Pavillon du Rhin img_alt=Gebouwen langs de Westwandeling (1865-1868) met het Pavillon du Rhin exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?p=show&album=3281&pic=52366

</linkedimage>

<linkedimage> img_src=Image:52367.jpg img_width=500 tooltip=Schets 7: Uitbreiding van het Koninklijk Chalet met het Pavillon du Rhin img_alt=Schets 7: Uitbreiding van het Koninklijk Chalet met het Pavillon du Rhin exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?p=show&album=3281&pic=52367

</linkedimage>


Rond 1889 moet het "Pavillon du Rhin" blijkbaar over zijn hoogtepunt heen geweest zijn. Het hotel-restaurant was het allerlaatste restant van de vroeg-toeristische periode van de Oostendse Zeedijk en moest - net zoals verschillende etablissementen dat voordien reeds moesten doen - plaats maken voor moderne Belle Epoque-constructies. Volgens een artikel in de krant L’Echo d’Ostende op 13 oktober 1889 was het verdwijnen van het complex dan ook een ‘uitgemaakte zaak’.[6] Drie jaar later bleek deze voorspelling uit te komen. Op 16 mei 1892 werden volgens deze zelfde krant alle meubelen en huisraad van het voormalige hotel verkocht, een week later was het de beurt aan de collectie wijnen en sterke dranken.[7] Op 10 augustus 1892 werd tenslotte het gebouw publiek verkocht voor afbraak.[8] De oesterputten zelf werden in 1893 door Alfred Royon verkocht aan Michel Halewyck. Lang zouden ze echter niet in zijn bezit blijven. Koning Leopold II had immers zijn oog laten vallen op dit gebied, om de uitbreiding van zijn koninklijke villa, die reeds de aanpalende gebieden in beslag nam, mogelijk te maken. Na verschillende onderhandelingen werd op 15 januari 1895 de prijs van 610.00 frank overeengekomen voor het domein.[1] Op 31 maart 1898 werd de hele inboedel van het park verkocht en op 1 mei 1898 wist L’Echo d’Ostende te melden dat de oesterput definitief vernietigd was.[9][10] De koning kon zijn villa bouwen en Michel Halewyck verhuisde naar Nieuwpoort, waar hij het oesterkweekbedrijf "N.V. Les Produits Maritimes" startte.[11]


<linkedimage> img_src=Image:52350.jpg img_width=250 tooltip=1875: Dijk en strand. Centraal het PAVILLON BEERBLOCK en rechts het PAVILLON DU RHIN. Het PAVILLON BEERBLOCK was het eerste hotel aan de Westkant van de stad (ter hoogte van de huidige Parijsstraat). Het werd in gebruik genomen op 8 juni 1852 en gesloopt in 1879. Het PAVILLON DU RHIN was het tweede hotel in die omgeving. Bij dit hotel hoorde een oesterput. Het werd uitgebaat door Louis ROYON-HERTOGHE. De inhuldiging had plaats op 1 juli 1857. Het werd gesloopt in 1892. img_alt=1875: Dijk en strand. Centraal het PAVILLON BEERBLOCK en rechts het PAVILLON DU RHIN. Het PAVILLON BEERBLOCK was het eerste hotel aan de Westkant van de stad (ter hoogte van de huidige Parijsstraat). Het werd in gebruik genomen op 8 juni 1852 en gesloopt in 1879. Het PAVILLON DU RHIN was het tweede hotel in die omgeving. Bij dit hotel hoorde een oesterput. Het werd uitgebaat door Louis ROYON-HERTOGHE. De inhuldiging had plaats op 1 juli 1857. Het werd gesloopt in 1892. exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=52350

</linkedimage>

<linkedimage> img_src=Image:52357.jpg img_width=250 tooltip=1870: De ZEEDIJK. De zeedijk vanaf de Ijzerstraat tot aan de huidige Koninklijke Villa. Van links naar rechts: De CERCLE DES BAINS, het HOTEL DE L'OCEAN, het HOTEL DE LA PLAGE, het PAVILLON DES DUNES-BEERBLOCK. Verderop het PAVILLON DU RHIN. img_alt=1870: De ZEEDIJK. De zeedijk vanaf de Ijzerstraat tot aan de huidige Koninklijke Villa. Van links naar rechts: De CERCLE DES BAINS, het HOTEL DE L'OCEAN, het HOTEL DE LA PLAGE, het PAVILLON DES DUNES-BEERBLOCK. Verderop het PAVILLON DU RHIN. exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=52357

</linkedimage>

<linkedimage> img_src=Image:52358.jpg img_width=250 tooltip=1870: De ZEEDIJK. Het hotel-restaurant PAVILLON DU RHIN, gebouwd in 1856 en ingehuldigd op 1 juli 1857. Het was gelegen aan de westkant van de stad, op het terrein toen bekend als DE OUDEN OPTREK. In 1892 werd het gebouw openbaar verkocht en gesloopt. De gronden werden in 1894 doorverkocht aan Koning Leopold II die er het KONINKLIJK CHALET op liet bouwen. img_alt=1880: De ZEEDIJK. Het hotel-restaurant PAVILLON DU RHIN, gebouwd in 1856 en ingehuldigd op 1 juli 1857. Het was gelegen aan de westkant van de stad, op het terrein toen bekend als DE OUDEN OPTREK. In 1892 werd het gebouw openbaar verkocht en gesloopt. De gronden werden in 1894 doorverkocht aan Koning Leopold II die er het KONINKLIJK CHALET op liet bouwen. exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=52358

</linkedimage>
















Referenties

Meer weten