Oesterpark Desmet
|
Oesterparken "Desmet" (ca. 1884-1931)
|
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van de voormalige oesterparken van "Desmet"
|
Eerste oesterpark "Desmet" (ca. 1884-ca. 1896)
- Opvolger van oesterpark "A. Termote & Cie"
Het eerste oesterpark “Desmet” was een voortzetting van de oude oesterput van de firma “A. Termote & Cie”, die sinds 1863 gelegen was in de oude Bassin de Chasse in Oostende en vanaf ca. 1884 uitgebaat werd door Henri Desmet-Lambrecht.[1] De constructie van de handelsdokken in de haven van Oostende van 1898 tot 1905 zorgde echter voor het verdwijnen van de toenmalige spuikom, waardoor ook de daar gelegen oesterputten andere oorden moesten opzoeken.[2][3]
Tweede oesterpark "Desmet" (ca. 1896-1931)
- Voorganger van het eerste oesterpark "N.V. Huîtrières et Poissonneries Réunies"
In 1895 bekwam Henri Desmet de toestemming om zijn oesterpark te verhuizen naar de Mosselhoek, ten oosten van de haven van Oostende.[4] De put kwam daar naast de parken van "Stichert-Stracké & Cie" en "Roger-Lohr & Cie" te liggen. In 1896 was de oesterkwekerij klaar voor gebruik.[2] De Eerste Wereldoorlog vernielde de oesterput “Desmet” deels, maar betekende niet het einde van de onderneming. In 1920 vroeg Henri Desmet immers de concessie aan om zijn kwekerij van 3901 m² opnieuw te mogen uitbaten, een aanvraag die goedgekeurd werd op 26 juli 1920.[4] Vanaf het midden van de jaren 1920 moet de vrouw van de inmiddels overleden Henri Desmet de oesterputten onderverhuurd hebben aan de firma "Janssens". De gebouwen en installaties bleven echter steeds het bezit van de weduwe van Desmet en ook de grond werd door de staat enkel verpacht aan deze vrouw. Rond 1929 moet, met het stopzetten van de kwekerij "Janssens", een einde gekomen zijn aan deze regeling.[5]
In 1931 nam Raoul Halewyck, na zijn verhuis van Nieuwpoort naar Oostende, de putten over van de familie Desmet. Ze maakten nu deel uit van de firma "N.V. Huîtrières et Poissonneries Réunies", die algauw omgedoopt werd tot “Halewyck & Cie”. Het oesterpark werd volledig vernield tijdens WO II en werd nadien niet terug opgebouwd. Raoul Halewyck verhuisde zijn firma na 1945 naar de naburige putten van de voormalige firma’s “Stichert-Stracké & Cie” en “Roger-Lohr”.[2]
Referenties
- ↑ Briefwisseling concessie oesterputten Termote Armand (archiefbestanddeel van 1882).
- ↑ 2.0 2.1 2.2 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- ↑ Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Desmedt – Lambrecht (archiefbestanddeel van 1884 tot 1886)
- ↑ 4.0 4.1 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).
- ↑ Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen concessie oesterputten Janssens Louis – Mestdagh P. (archiefbestanddeel van 1901 tot 1928).
Meer weten
- Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- Weise, R. (2007). De schorre van Lissemoris en de oude vuurtorenwijk. Oostendse Historische Publicaties, 16. Stadsbestuur Oostende: Oostende. 120 pp.
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Desmedt – Lambrecht (archiefbestanddeel van 1884 tot 1886).
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Termote Armand (archiefbestanddeel van 1882).
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen concessie oesterputten Janssens Louis – Mestdagh P. (archiefbestanddeel van 1901 tot 1928).