Japanse oester
Japanse oester
De Japanse oester Crassostrea gigas of 'creuse', door veel mensen aanzien als een lekkernij, werd in 1969 in België geïmporteerd als alternatief voor de falende kweek met de lokale platte oester. Men dacht oorspronkelijk dat deze soort zich hier niet zou kunnen voortplanten vanwege het koude klimaat. Maar dat was fout! De Japanse oester heeft het hier goed naar zijn zin en vestigt zich op alle mogelijke harde ondergronden (dijken, strandhoofden, mosselbanken, ...), waarbij ze in concurrentie treedt met mosselen en lokale schaaldieren voor beschikbare ruimte en voedsel.
|
Wetenschappelijke naam
Crassostrea gigas (Thunberg, 1793)
Oorspronkelijke verspreiding
Van oorsprong komt de Japanse oester Crassostrea gigas voor in Zuidoost-Azië en Japan [1][2][3][1,2,3]. Deze weekdieren kunnen zich met hun onderste schelp vasthechten op bijna elke harde ondergrond of substraat in zowel mariene, als estuariene wateren. Men vindt ze echter ook in modderige of zandige zones, waar ze vastzitten op pakketten van lege schelpen of op levende banken van een andere schelpensoort [2][2]. Na verloop van tijd kan op deze manier een oesterbank ontstaan. Zo ontwikkelt er ‘nieuw’ hard substraat in gebieden waar voordien enkel zacht substraat aanwezig was.
Eerste waarneming in België
De kweek van de inheemse platte oester Ostrea edulis ging vrijwel geheel verloren door de strenge winters van 1962-1963. Daarbovenop kwam sinds 1980 ook nog eens de oesterziekte Bonamiasis de kop opsteken, waar de platte oester heel gevoelig voor is [4][5][4,5]. In 1969 werden daarom Japanse oesters ingevoerd uit Nederland en uitgezet in de Spuikom van Oostende. Deze Nederlandse oesters stamden echter rechtstreeks af van Canadese en Japanse voorouders [6][6]. Men vermoedde toen dat natuurlijke reproductie niet mogelijk was door de te koude wintertemperaturen in onze wateren. Maar het liep anders…
Verspreiding in België
TEKST
Verspreiding in onze buurlanden
TEKST
Wijze van introductie
TEKST
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
TEKST
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
TEKST
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
TEKST
Specifieke kenmerken
TEKST
Weetjes
TITEL
TEKST
Geraadpleegde bronnen
- ↑ Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details
- ↑ 2.0 2.1 Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "2a" defined multiple times with different content - ↑ ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05). ICES: Copenhagen. 330 pp. details
- ↑ Kater, B.J. (2003). Ecologisch profiel van de Japanse oester. Rapport Rijksinstituut voor Visserijonderzoek, C032/03. RIVO: Ijmuiden. 32 pp. details
- ↑ Dankers, N.M.J.A.; Dijkman, E.M.; De Jong, M.L.; de Kort, G.; Meijboom, A. (2004). De verspreiding en uitbreiding van de Japanse Oester in de Waddenzee. Alterra-Rapport, 909. Alterra: Wageningen. 51 pp. details
- ↑ Leloup, E. (1971). Recherches sur l'ostreiculture dans le bassin de chasse d'Ostende pendant l'année 1969 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 47(25): 1-16. details