Engels slijkgras

From Coastal Wiki
Revision as of 10:01, 26 August 2011 by LeenVandepitte (talk | contribs) (<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>)
Jump to: navigation, search
Category:Revision


Engels slijkgras
Het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica kent zijn oorsprong in Zuid-Engeland. Het is een bastaard of hybride van het in Europa inheemse klein slijkgras (S. maritima) en de Noord-Amerikaanse slijkgrassoort S. alterniflora. Het Engels slijkgras werd destijds massaal aangeplant om aan landwinning en sedimentbinding te doen. De soort bleek echter heel invasief en zorgde voor een sterke wijziging in slikke- en schorrevegetaties. Het resultaat hiervan was een verlaagde natuurwaarde van deze zeldzame kusthabitat.




Wetenschappelijke naam

Spartina townsendii var. anglica C.E. Hubbard


Oorspronkelijke verspreiding

Het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica komt oorspronkelijk uit Zuid-Engeland. Het gras is een bastaard of hybride van het in Europa inheemse klein slijkgras S. maritima en het Amerikaans slijkgras S. alterniflora [1] [Ayres 2001]. Nog vóór 1870 is deze Amerikaanse exoot waarschijnlijk via transport in ballastwater in de wateren rond Southampton – aan de Engelse zuidkust – terecht gekomen. Op de schorren (het gebied dat enkel bij springtij overstroomt) rond Hythe, een kustplaatsje in die streek, kruiste het Amerikaans slijkgras met het inheemse klein slijkgras [2] [1]. Hierdoor werd een hybride (Spartina townsendii) gevormd, die echter niet in staat was zich voort te planten. Uit deze steriele plant is rond 1890, door een chromosoomverdubbeling (polypoloïdie) een vruchtbare of fertiele hybride ontstaan, namelijk het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica [3][4] [2,3]. Het is deze laatste fertiele soort die uiteindelijk onze streken heeft weten te bereiken.



Foto door Bruno Van Bogaert

Eerste waarneming in België

Engels slijkgras werd in 1924 overgebracht vanuit Engeland en als slibvanger aangeplant in het toenmalige Zuid-Sloe estuarium [5] [4] . Door het indijken van dit gebied ontstond hier in 1962 het haven en industriegebied Vlissingen-Oost [6] (http://nl.wikipedia.org/wiki/Sloe), wat gelegen is aan de Oostoever van het Nederlandse deel van de Westerschelde wat eveneens tot ons studiegebied behoort. De eerste waarneming op het Belgische grondgebied dateert van 1936 [7] [Verloove 2006].


Verspreiding in België

Engels slijkgras is een pioniersoort en is typisch voor zilte, natte bodems. Ze komt voor in zoute tot sterk brakke wateren in slikken (gebieden die bij eb droog staan en bij vloed onder water) en lage schorre. De soort komt bij ons momenteel voor in het Westerschelde-estuarium (op brakke, zoute slikken nabij Doel), in de IJzermonding te Nieuwpoort, in de Baai van Heist en in het Zwin te Knokke [8][9] [6, Van Landuyt. (2006)].


Verspreiding in onze buurlanden

In 1906 werd het Engels slijkgras voor de eerste maal overgebracht naar het Europese vasteland, namelijk Normandië (Frankrijk). In 1924 werden dan weer 50 planten overgebracht van Engeland naar Nederland en aangeplant in het Nederlandse Sloe estuarium en in de daarop volgende jaren werd de soort ook in andere estuaria aangeplant. Vanaf dan verliep de gebiedsuitbreiding heel snel en vestigde de plant zich op vrijwel alle geschikte plaatsen, waardoor het slijkgras nu algemeen voorkomt in zowel de Waddenzee als het Deltagebied [10][11] [9,10]. Niet enkel in het Nederlandse deel, maar ook in de Duitse en Deense delen van de Waddenzee werd het Engels slijkgras tijdens de jaren 1930 aangeplant. Voor Duitsland zou het gaan om zo’n 70 000 scheuten. In beide landen bleek het slijkgras goed te gedijen [12] [Nobanis 2006]. Op het Europese vasteland strekt het areaal zich vandaag uit langs de Atlantische kusten van Frankrijk helemaal tot in de Baltische Zee [4][12] [3, Nobanis].

In het Verenigd Koninkrijk en Ierland is de soort, met uitzondering van Schotland, wijdverbreid langs zowel de oost- als westkust [13] [Preston, C.D., Pearman,D.A.& Dines,T.D. (2002)]. Bij enkele populaties in Zuid-Engelse estuaria werd er een interessant fenomeen waargenomen. Op bepaalde gebieden kent het Engels slijkgras er al vele decennia lang een terugval. Er wordt aangenomen het de terugval van deze meer dan 80 jaar oude populaties een natuurlijke oorzaak heeft. Het Engels slijkgras zou de eigenschappen van de bodem veranderen waardoor deze steeds minder zuurstof bevatten. Planten, waaronder Engels slijkgras, kunnen, moeilijk gedijen in zuurstofloze bodems [14] [12].

Ondertussen is het Engels slijkgras ook geïntroduceerd in Ierland, Australië, Nieuw Zeeland, Noord-Amerika en China, waar de soort zich telkens invasief gedraagt. De introducties in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika waren echter zonder succes.

Momenteel komt Engels slijkgras voor in Europa tussen 48 en 57,5 graden noorderbreedte, in China tussen 21 en 41 graden noorderbreedte en in Australië en Nieuw Zeeland tussen 35 en 46 graden zuiderbreedte [15] [11] (zie kaart).


Wijze van introductie

Het zaad van het Amerikaans slijkgras zou oorspronkelijk in Engeland zijn beland via het ballastwater van een schip afkomstig uit Noord-Amerika. Na het ontstaan van het Engels slijkgras – uit een kruising tussen het Amerikaans en het klein slijkgras – breidde het leefgebied van deze nieuwe soort zich uit door opzettelijke introductie en aanplanting als bescherming tegen kusterosie enerzijds en voor landwinning anderzijds [4] [3].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

Het Engels slijkgras bezit enkele eigenschappen die het succes van deze exoot helpen verklaren. De soort groeit heel makkelijk en snel, heeft een heel hoge vruchtbaarheid en is een agressieve kolonisator. Eenmaal gevestigd, kan de plant zich snel ongeslachtelijk of vegetatief verspreiden via groei van de wortelstokken (ook wel rhizomen genoemd). Dit invasieve karakter heeft tot gevolg dat het natuurlijke ecosysteem van slikken snel overwoekerd wordt [14] [12]. Het van oorsprong inheemse klein slijkgras is in België verdwenen door de competitieve overmacht van het Engels slijkgras. Na het aanplanten in 1924 in de Westerschelde, is het Engels slijkgras namelijk deel gaan uitmaken van onze kustflora [9] [Van Landuyt 2006].

Door de vlezige wortelstokken is de soort beter dan elke andere zoutminnende plant in onze streken bestand tegen erosie. Zo kan het Engels slijkgras gedijen tot één meter onder de gemiddelde hoogwaterlijn, waardoor de planten bij hoogtij telkens onder water komen te staan [11] [10].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

Engels slijkgras gedijt het best op zachte, slibrijke bodems [11] [10]. In koudere streken ondervindt de soort moeilijkheden om fertiel of vruchtbaar zaad te produceren [4] [3]. De soort gedijt dan ook het best bij temperaturen tussen 10 en 25 °C. De soort verkiest ook bodems waarvan het poriewater een zoutgehalte heeft tussen 0,1 en 0,2 Molair [11] [10], wat ongeveer overeenkomt met 6,3 à 12,6 PSU. Onverdund zeewater— met een zoutgehalte van 35 PSU — zou voor deze soort te zout zijn om in te overleven [10] [9]. Deze niet-inheemse soort kan zich op twee manieren voortplanten, en zich zo ook verder verspreiden. Enerzijds is er een geslachtelijke voortplanting, waarbij de geproduceerde zaden door zeestromingen of wind meegenomen worden en op andere plaatsen terug worden afgezet. Anderzijds kan het Engels slijkgras zich ook ongeslachtelijk of vegetatief voortplanten door het continu groeien van de wortelstokken. Deze uitlopende wortelstokken worden ook wel ‘rhizomen’ genoemd. Het is dus duidelijk dat een plotse verandering in de sedimentatiepatronen en schommelende klimatologische omstandigheden in het voordeel spelen van deze soort om zich verder te verspreiden [11] [10].


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. Ayres and Strong 2001 ORIGIN AND GENETIC DIVERSITY OF SPARTINA ANGLICA (POACEAE) USING NUCLEAR DNA MARKERS Evolution and Ecology, One Shields Avenue, University of California, Davis, California 95616 USA
  2. Stapf, O. (1913) Townsend’s grass or ricegrass. Proceedings of the Bournemouth Natural Science Society, 5: 76-82. details
  3. Gray, A.J.; Marshall, D.F.; Raybould A.F. (1991). A century of evolution in S. townsendii var. anglica – Adv. Ecol. Res. 21:1-62. details
  4. 4.0 4.1 4.2 4.3 Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.). (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content
  5. Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Meded. 79(1): 3-116. details
  6. Wikipedia, de vrije encyclopedie. Wikipedia.org. Sloe online beschikbaar, geraadpleegd op 2/08/2011
  7. Verloove F. (2006). Catalogue of neophytes in Belgium (1800-2005). Scripta Botanica Belgica nr. 39. Meise. Nationale Plantentuin van België.
  8. Herrier, J.-L. (2007). Het beheerplan van het strandreservaat De Baai van Heist. Provinciaal Ankerpunt Kust: Oostende, Belgium. 5 pp. details
  9. 9.0 9.1 Van Landuyt, W.; Hoste, I.; Vanhecke, L.; Van Den Bremt, P.; Vercruysse, W.; de Beer, D. (Ed.) (2006). Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. Nationale Plantentuin van België/Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek/Flo.Wer: Brussel. ISBN 90-726-1968-4. 1007 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "landuyt" defined multiple times with different content
  10. 10.0 10.1 Adema, F.; Mennema, J. (1979). De Nederlandse slijkgrassen. Gorteria 9: 330-334. details
  11. 11.0 11.1 11.2 11.3 11.4 Weeda, E.J.; Westra, R.; Westra, C.H.; Westra, T. (2003). Nederlandse oecologische flora: wilde planten en hun relaties. KNNV Uitgeverij/IVN: The Netherlands. ISBN 90-5011-129-7. 5 vol.: 304, 304, 302, 316, 400 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "10a" defined multiple times with different content
  12. 12.0 12.1 http://www.nobanis.org/files/factsheets/Spartina_anglica.pdf Cite error: Invalid <ref> tag; name "nobanis" defined multiple times with different content
  13. Preston, C.D.; Pearman, D.A.; Dines, T.D. (Ed.) (2002). New atlas of the British & Irish flora: an atlas of the vascular plants of Britain, Ireland, the Isle of Man and the Channel Islands. Oxford University Press: Oxford. ISBN 0-19-851067-5. 910 pp. details
  14. 14.0 14.1 Gray, A.J.; Benham, P.E.M. (1990). Spartina anglica: a research review. HMSO: Huntingdon, UK. ISBN 0-11701-477-X. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "12a" defined multiple times with different content
  15. Global Invasive Species Database (2005). Spartina townsendii. Beschikbaar op: http://www.issg.org/database/species/distribution.asp?si=76&fr=1&sts=sss [geraadpleegd op 14/1/2008]