Violet buiswier
Violet buiswier
Het violet buiswier Neosiphonia harveyi kwam oorspronkelijk enkel voor rond Japan in het noorden van de Stille Oceaan. Waarschijnlijk kwam deze exoot samen met getransporteerde oesters en via vasthechting op andere wieren of scheepsrompen naar Europa. Dit roodwier werd voor het eerst langs onze kust waargenomen in 2000, in de Spuikom van Oostende. In onze buurlanden werd de soort al eerder aangetroffen. Het violet buiswier is vaak klein van omvang en komt vooral voor op andere niet inheemse wieren, zoals het Japans bessenwier Sargassum muticum en het vertakt viltwier Codium fragile. Daarnaast groeit de soort ook op klassieke harde oppervlakken (kades, touwen, schelpdieren...) langs de kust, in getijdenpoeltjes en havens.
|
Wetenschappelijke naam
Neosiphonia harveyi (J.W.Bailey) M.-S.Kim, H.-G.Choi, Guiry & G.W.Saunders, 2001
Oorspronkelijke verspreiding
Oorspronkelijk kwam dit roodwier enkel voor in de Noord-Pacifische Oceaan (Maggs & Stegenga, 1999); meer specifiek langsheen de kusten van Japan (McIvor et al., 2001)
Eerste waarneming in België
De eerste melding van het violet buiswier in Belgische wateren dateert van 2000 in de Spuikom in Oostende (Kerckhof 2007).
Verspreiding in België
Het violet buiswier werd in 2000 zeer abundant waargenomen in de Spuikom van Oostende. Dit wier werd hier in 2007 eveneens aangetroffen (Heytens, 2007).
Verspreiding in onze buurlanden
Deze exoot werd voor het eerst gesignaleerd in Europa langsheen de kusten van West-Frankrijk rond 1832, onder de niet correcte naam Polysiphonia insidiosa (Maggs & Hommersand 1993). Mogelijk gebeurde de introductie in Groot-Brittannië – waar de soort in 1908 voor het eerst nabij Weymouth (een schiereiland in het zuiden van Groot-Brittannië) waargenomen werd – vanuit Frankrijk (Maggs & Stegenga 1999).In Nederland werd de soort voor de eerste keer waargenomen in 1960 in het Kanaal door Zuid-Beveland (Maggs & Stegenga 1999). Momenteel kan je het violet buiswier ook terugvinden op verschillende plaatsen in de Waddenzee (Gittenberger, 2010), het Grevelingenmeer, de Oosterschelde (Stegenga 2002) en het Veerse meer (Maggs & Stegenga 1999).
Tegenwoordig kunnen in Europa populaties van het violet buiswier aangetroffen worden van Noorwegen tot in de Middellandse Zee, inclusief de oostkust van Groot-Brittannië en Ierland. (Eno et al. 1997).
Wijze van introductie
Er is geen zekerheid over hoe het violet buiswier in Europa is terechtgekomen. Secundaire introducties van dit roodwier hebben mogelijk plaatsgevonden als aangroei op oesterbroed dat uit Japan werd ingevoerd (Eno, 1997), of als aangroei op andere niet inheemse wieren (bijvoorbeeld Japans bessenwier Sargassum muticum of viltwier Codium fragile) die uit Japan zijn meegebracht (Maggs & Stegenga, 1999). Eens in Europa aangekomen, verliep de verspreiding van de soort mogelijk op verscheidene manieren. Enerzijds als aangroei op andere niet inheemse wieren; soorten die worden gekenmerkt door een groot drijf- en driftvermogen waardoor ze gemakkelijk verspreiden langsheen kustgebieden (Maggs & Stegenga, 1999). Anderzijds kunnen ook artificiële drijvende substraten zoals visfuiken, touwen en rompen van boten de verspreiding van het wier in de hand werken (Maggs & Stegenga, 1999). Vermoedelijk zorgt ook het drukke verkeer van plezierjachten tussen jachthavens voor een verdere verspreiding van het roodwier (Kerckhof, F. Stegenga, H. (2003).
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
TEKST
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
TEKST
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
TEKST
Specifieke kenmerken
TEKST
Weetjes
TITEL
TEKST