Isodrin
Isodrin
Isodrin belongs to the group of organochlorine pesticides
Together with the other "drins", aldrin, dieldrin and endrin, isodrin was developed in the 1940s to provide an alternative to DDT. European drin production peaked in 1967 and ceased in 1990.
Since isodrin is no longer manufactured or used in the European Union or the United States, its leakage to the marine environment is not expected to be significant.
In water mostly adsorbs to suspended particles, organic matter, soils and sediments. It also has a low tendency to evaporate. It water it is however stable and can't be hydrolysed. Isdorin is expected to be stable and relatively immobile in soils. It can take between 0,5 and 6 years to half the isodin concentration of a soil.
If released to water, isodrin may bioconcentrate in aquatic organisms, adsorb to suspended solids and sediments,
http://www.speclab.com/compound/c465736.htm
Drins zijn zeer vergiftig voor het milieu, zijn verdacht carcinogeen, en kunnen ernstige schade toebrengen aan de gezondheid bij langdurige blootstelling aan lage hoeveelheden. De (mogelijke) blootstelling van het milieu komt door het vrijkomen (nalevering) van deze stoffen uit gecontamineerde grond en sediment. De humane blootstelling aan deze stoffen is via de voedselketen door het eten van gecontamineerd vetrijk voedsel. Ook via moedermelk kunnen baby’s worden blootgesteld. In 2001 is vastgesteld dat er via voeding voor drins (aldrin, dieldrin en endrin) geen humaan gezondheidsrisico is (RIVM rapport 711701025). [1]