Difference between revisions of "Oesterpark Rau"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II))
(Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II))
Line 10: Line 10:
  
  
Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond<ref name="Archief"/>, werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]].<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Rond ca. 1928 breidde de kwekerij [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] zich trouwens nog uit naar de naburige putten van het oesterpark[[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], die eveneens 39 are en 1 centiare groot waren.<ref name="Halewyck"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14136 Le Carillon, 1 september 1928.]</ref>
+
Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond<ref name="Archief"/>, werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]].<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Rond ca. 1928 breidde de kwekerij [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] zich trouwens nog uit naar de naburige putten van het oesterpark [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], die eveneens 39 are en 1 centiare groot waren.<ref name="Halewyck"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14136 Le Carillon, 1 september 1928.]</ref>
  
  

Revision as of 15:26, 4 June 2012

Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II)

Opvolger van oesterpark "A. Vermeersch & Cie"

Voorloper van tweede oesterpark “Halewyck & Cie” aan Esplanadestraat


Albert Rau was reeds vanaf het begin van de twintigste eeuw actief als medewerker in de oesterkwekerij ”Stichert-Stracké & Cie”, sinds ca. 1896 gelegen aan de Mosselhoek te Oostende. Vermoedelijk was Albert familie van Anna Maria Rau, de eerste vrouw van de eigenaar van de oesterput August Stracké. [1][2][3] De firma ”Stichert-Stracké & Cie” werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau als mede-bestuurder werd aangeduid.[4] De oesterkwekerij zelf bleef echter wel tot 1925 functioneren onder de naam ”Stichert-Stracké & Cie”. [5] Pas rond mei 1925 liet August Stracké zijn oesterpark uiteindelijk definitief over aan de familie Rau. De huur van het 3901 m² grote terrein van de kwekerij werd in dat jaar trouwens vastgelegd op 2000 frank per jaar, een prijs waarin de vermogensbelasting reeds inbegrepen was.[6][3]


Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond[6], werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam “A. Vermeersch & Cie”.[7] De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.[8] Rond ca. 1928 breidde de kwekerij “A. Vermeersch & Cie” zich trouwens nog uit naar de naburige putten van het oesterpark ”Roger-Lohr”, die eveneens 39 are en 1 centiare groot waren.[8][9]


De associatie tussen de Raus en “A. Vermeersch & Cie” moet vermoedelijk ergens eind 1932 stopgezet zijn, waarna de familie Rau de nu 7802 m² grote kwekerij onder eigen naam begon uit te baten. Op 26 november 1932 verscheen in de lokale krant La Carillon immers nog reclame voor de parken van “A. Vermeersch & Cie”, terwijl dezelfde krant op 11 november 1932 een advertentie publiceerde van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement "A. Vermeersch & Cie".'[10] De maatschappij “A. Rau et Fils” werd wel pas officieel opgericht op 20 januari 1933, met als doel een oester- en vishandel te starten in Oostende.[11]


Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.[8] De oude parken van “Roger-Lohr” en “Stichert-Stracké & Cie” kwamen uiteindelijk rond 1951 in handen van ”Halewyck & Cie”, die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij aanwendde. [12][13] De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.[14]

Referenties

Meer weten