Difference between revisions of "Glanzende bolzakpijp"
(→<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>) |
(→<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>) |
||
Line 53: | Line 53: | ||
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>=== | ||
− | + | Algemeen komt de glanzende bolzakpijp in de Noordoost Atlantische Oceaan voor van Noord-Schotland tot de poolzee, maar sinds 1977 ook meer zuidelijk in Nederland en België [8]<ref name=eight>Soortenbank.nl. Dieren, planten en paddestoelen in Nederland. Aplidium glabrum. Geraadpleegd op 13/08/2009. [http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=duikgids&id=76 details]</ref>. | |
+ | |||
+ | In Nederland werd de glanzende bolzakpijp voor het eerst aangetroffen in 1977 in Yerseke langs de Oosterschelde. Later volgden nog meldingen voor de Oosterschelde [9,10]<ref name=nine>Buizer, D.A.G. (1983). De Nederlandse zakpijpen (Manteldieren) en Mantelvisjes: Tunicata, Ascidiacea en Appendicularia. Wetenschappelijke Mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, 158. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV): Hoogwoud, The Netherlands. 42 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=8883 details] </ref><ref name=ten>Buizer, B. (1989). De zakpijp ''Aplidium glabrum'' en de sponzen ''Haliclona rosea'', ''Prosuberites epiphytum'' en ''Hymeniacidon perlevis'' succesvol in de Oosterschelde. Zeepaard 49(6): 156-159. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=197745 details] </ref>. Momenteel is deze soort wijd verspreid in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer [11]<ref name=eleven>Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Meded. 79(1): 3-116. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=101200 details]</ref>. In de Waddenzee werd de soort voor het eerst in 2009 aangetroffen in de jachthaven van Terschelling (Gittenberger et al., 2010)<ref name=gittenberger2010>Gittenberger, A.; Rensing, M.; Stegenga, H.; Hoeksema, B. (2010). Native and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea Ned. Faunist. Meded. 33: 21-76. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206549 details] </ref>. | ||
+ | |||
+ | Vandaag is hij eveneens langs de Ierse en de Engelse westkust te vinden http://data.gbif.org/species/14570560/. | ||
+ | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
− | |||
− | |||
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>=== |
Revision as of 14:27, 27 September 2011
Glanzende bolzakpijp
De glanzende bolzakpijp Aplidium glabrum is oorspronkelijk afkomstig uit koude tot Arctische contreien. Het is een kolonievormende soort met een opvallend sponsachtig uiterlijk. De kolonies hebben de vorm van korstige klompen, zijn ietwat doorschijnend en kunnen grijs, geel tot zelfs oranje gekleurd zijn. Aan onze kust is de glanzende bolzakpijp sinds 2000 terug te vinden in de Zeebrugse jachthaven, waar ze groeit op touwen, kades, pontons en andere harde substraten.
|
Contents
- 1 Wetenschappelijke naam
- 2 Oorspronkelijke verspreiding
- 3 Eerste waarneming in België
- 4 Verspreiding in België
- 5 Verspreiding in onze buurlanden
- 6 Wijze van introductie
- 7 Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
- 8 Factoren die de verspreiding beïnvloeden
- 9 Effecten of potentiële effecten en maatregelen
- 10 Specifieke kenmerken
- 11 Weetjes
- 12 Geraadpleegde bronnen
Wetenschappelijke naam
Aplidium glabrum (Verrill, 1871)
Oorspronkelijke verspreiding
De precieze herkomst van de glanzende bolzakpijp is onbekend [1][1]. Er wordt verondersteld dat hij inheems is in de noordwestelijke deel van de Stille Oceaan aangezien hij reeds voor 1906 nabij Rusland en Japan kon worden waargenomen[2][2]. Anderzijds wordt deze soort ook aan de noordwestelijke kusten van de Atlantische Oceaan gesignaleerd [3][3] en er beschouwd als inheems [4][4].
Algemeen wordt de glanzende bolzakpijp beschreven als een soort van koude tot Arctische streken. Dit diertje komt voor op een diepte van 0 tot 400 meter [5][5] en hecht zich vast op allerhande harde substraten zoals stenen en schelpen, vooral in rustig water [6][6].
Eerste waarneming in België
De glanzende bolzakpijp werd in juni 2000 voor het eerst gevonden in de vissershaven (=jachthaven) van Zeebrugge [7][7].
Verspreiding in België
Sinds de eerste observatie wordt deze soort jaarlijks op pontons in de jachthaven van Zeebrugge gesignaleerd [1,7][1][7]. Vondsten op andere locaties zijn niet bekend.
Verspreiding in onze buurlanden
Algemeen komt de glanzende bolzakpijp in de Noordoost Atlantische Oceaan voor van Noord-Schotland tot de poolzee, maar sinds 1977 ook meer zuidelijk in Nederland en België [8][8].
In Nederland werd de glanzende bolzakpijp voor het eerst aangetroffen in 1977 in Yerseke langs de Oosterschelde. Later volgden nog meldingen voor de Oosterschelde [9,10][9][10]. Momenteel is deze soort wijd verspreid in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer [11][11]. In de Waddenzee werd de soort voor het eerst in 2009 aangetroffen in de jachthaven van Terschelling (Gittenberger et al., 2010)[12].
Vandaag is hij eveneens langs de Ierse en de Engelse westkust te vinden http://data.gbif.org/species/14570560/.
Wijze van introductie
TEKST
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
TEKST
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
TEKST
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
TEKST
Specifieke kenmerken
TEKST
Weetjes
TITEL
TEKST
Geraadpleegde bronnen
- ↑ 1.0 1.1 De Blauwe, H.; Dumoulin, E. (2009). De zeefauna en -flora uit de jachthaven van Zeebrugge, in het bijzonder de fouling-organismen van drijvende pontons. De Strandvlo 29(2): 41-63. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "one" defined multiple times with different content - ↑ Tokioka, T. (1967). Pacific Tunicata of the United States National Museum. Bulletin. United States National Museum, 251. Smithsonian Institution: Washington, DC (USA). 247 pp. details
- ↑ Van Guelpen, L., G. Pohle, E. Vanden Berghe, and M.J. Costello (Eds.). 2005. Marine Species Registers for the North Atlantic Ocean.World Wide Web electronic publication , version 1.0/2005. Geraadpleegd op 13/08/2009.
- ↑ Locke, A. (2009). A screening procedure for potential tunicate invaders of Atlantic Canada. Aquatic Invasions 4(1):71-79. details
- ↑ Hayward, P.J.; Ryland, J.S. (Ed.) (1990). The marine fauna of the British Isles and North-West Europe: 2. Molluscs to chordates. Clarendon Press: Oxford, UK. ISBN 0-19-857515-7. 996 pp. details
- ↑ Stichting Anemoon – Analyse, educatie en marien oecologisch onderzoek. Glanzende bolzakpijp. Geraadpleegd op 13/08/2009. details
- ↑ 7.0 7.1 Waarnemingen afkomstig van Waarnemingen.be, een initiatief van Natuurpunt Studie vzw en de Stichting Natuurinformatie. Geraadpleegd op 01/07/2011. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "seven" defined multiple times with different content - ↑ Soortenbank.nl. Dieren, planten en paddestoelen in Nederland. Aplidium glabrum. Geraadpleegd op 13/08/2009. details
- ↑ Buizer, D.A.G. (1983). De Nederlandse zakpijpen (Manteldieren) en Mantelvisjes: Tunicata, Ascidiacea en Appendicularia. Wetenschappelijke Mededelingen van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, 158. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV): Hoogwoud, The Netherlands. 42 pp. details
- ↑ Buizer, B. (1989). De zakpijp Aplidium glabrum en de sponzen Haliclona rosea, Prosuberites epiphytum en Hymeniacidon perlevis succesvol in de Oosterschelde. Zeepaard 49(6): 156-159. details
- ↑ Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Meded. 79(1): 3-116. details
- ↑ Gittenberger, A.; Rensing, M.; Stegenga, H.; Hoeksema, B. (2010). Native and non-native species of hard substrata in the Dutch Wadden Sea Ned. Faunist. Meded. 33: 21-76. details