Difference between revisions of "Engels slijkgras"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>: +ref +ref)
(<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>: +ref +ref +ref +ref +ref)
Line 58: Line 58:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
  
TEKST
+
In 1906 werd het Engels slijkgras voor de eerste maal overgebracht naar het Europese vasteland, namelijk Normandië (Frankrijk). In 1924 werden dan weer 50 planten overgebracht van Engeland naar Nederland en aangeplant in het Nederlandse Sloe estuarium en in de daarop volgende jaren werd de soort ook in andere estuaria aangeplant. Vanaf dan verliep de gebiedsuitbreiding heel snel en vestigde de plant zich op vrijwel alle geschikte plaatsen, waardoor het slijkgras nu algemeen voorkomt in zowel de Waddenzee als het Deltagebied <ref name="9a">Adema, F.; Mennema, J. (1979). De Nederlandse slijkgrassen. Gorteria 9: 330-334. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120934 details]</ref><ref name="10a">Weeda, E.J.; Westra, R.; Westra, C.H.; Westra, T. (2003). Nederlandse oecologische flora: wilde planten en hun relaties. KNNV Uitgeverij/IVN: The Netherlands. ISBN 90-5011-129-7. 5 vol.: 304, 304, 302, 316, 400 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=56259 details]</ref> [9,10]. Niet enkel in het  Nederlandse deel, maar ook in de Duitse en Deense delen van de Waddenzee werd het Engels slijkgras tijdens de jaren 1930 aangeplant. Voor Duitsland zou het gaan om zo’n 70 000 scheuten. In beide landen bleek het slijkgras goed te gedijen <ref name="nobanis">[http://www.nobanis.org/files/factsheets/Spartina_anglica.pdf http://www.nobanis.org/files/factsheets/Spartina_anglica.pdf]</ref> [Nobanis 2006]. Op het Europese vasteland strekt het areaal zich vandaag uit langs de Atlantische kusten van Frankrijk helemaal tot in de Baltische Zee <ref name="3a"> </ref><ref name="nobanis"> </ref> [3, Nobanis].
 +
 
 +
In het Verenigd Koninkrijk en Ierland is de soort, met uitzondering van Schotland, wijdverbreid langs zowel de oost- als westkust [Preston, C.D., Pearman,D.A.& Dines,T.D. (2002)]. Bij enkele populaties in Zuid-Engelse estuaria werd er een interessant fenomeen waargenomen. Op bepaalde gebieden kent het Engels slijkgras er al vele decennia lang een terugval. Er wordt aangenomen het de terugval van deze meer dan 80 jaar oude populaties  een natuurlijke oorzaak heeft. Het Engels slijkgras zou de eigenschappen van de bodem veranderen waardoor deze steeds minder zuurstof bevatten. Planten, waaronder Engels slijkgras, kunnen, moeilijk gedijen in zuurstofloze bodems [12].
 +
Ondertussen is het Engels slijkgras ook geïntroduceerd in Ierland, Australië, Nieuw Zeeland, Noord-Amerika en China, waar de soort zich telkens invasief gedraagt. De introducties in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika waren echter zonder succes.
 +
Momenteel komt Engels slijkgras voor in Europa tussen 48 en 57,5 graden noorderbreedte, in China tussen 21 en 41 graden noorderbreedte en in Australië en Nieuw Zeeland tussen 35 en 46 graden zuiderbreedte [11] (zie kaart).
 +
 
  
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
 
 
  
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===

Revision as of 09:46, 26 August 2011

Category:Revision


Engels slijkgras
Het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica kent zijn oorsprong in Zuid-Engeland. Het is een bastaard of hybride van het in Europa inheemse klein slijkgras (S. maritima) en de Noord-Amerikaanse slijkgrassoort S. alterniflora. Het Engels slijkgras werd destijds massaal aangeplant om aan landwinning en sedimentbinding te doen. De soort bleek echter heel invasief en zorgde voor een sterke wijziging in slikke- en schorrevegetaties. Het resultaat hiervan was een verlaagde natuurwaarde van deze zeldzame kusthabitat.




Wetenschappelijke naam

Spartina townsendii var. anglica C.E. Hubbard


Oorspronkelijke verspreiding

Het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica komt oorspronkelijk uit Zuid-Engeland. Het gras is een bastaard of hybride van het in Europa inheemse klein slijkgras S. maritima en het Amerikaans slijkgras S. alterniflora [1] [Ayres 2001]. Nog vóór 1870 is deze Amerikaanse exoot waarschijnlijk via transport in ballastwater in de wateren rond Southampton – aan de Engelse zuidkust – terecht gekomen. Op de schorren (het gebied dat enkel bij springtij overstroomt) rond Hythe, een kustplaatsje in die streek, kruiste het Amerikaans slijkgras met het inheemse klein slijkgras [2] [1]. Hierdoor werd een hybride (Spartina townsendii) gevormd, die echter niet in staat was zich voort te planten. Uit deze steriele plant is rond 1890, door een chromosoomverdubbeling (polypoloïdie) een vruchtbare of fertiele hybride ontstaan, namelijk het Engels slijkgras Spartina townsendii var. anglica [3][4] [2,3]. Het is deze laatste fertiele soort die uiteindelijk onze streken heeft weten te bereiken.



Foto door Bruno Van Bogaert

Eerste waarneming in België

Engels slijkgras werd in 1924 overgebracht vanuit Engeland en als slibvanger aangeplant in het toenmalige Zuid-Sloe estuarium [5] [4] . Door het indijken van dit gebied ontstond hier in 1962 het haven en industriegebied Vlissingen-Oost [6] (http://nl.wikipedia.org/wiki/Sloe), wat gelegen is aan de Oostoever van het Nederlandse deel van de Westerschelde wat eveneens tot ons studiegebied behoort. De eerste waarneming op het Belgische grondgebied dateert van 1936 [7] [Verloove 2006].


Verspreiding in België

Engels slijkgras is een pioniersoort en is typisch voor zilte, natte bodems. Ze komt voor in zoute tot sterk brakke wateren in slikken (gebieden die bij eb droog staan en bij vloed onder water) en lage schorre. De soort komt bij ons momenteel voor in het Westerschelde-estuarium (op brakke, zoute slikken nabij Doel), in de IJzermonding te Nieuwpoort, in de Baai van Heist en in het Zwin te Knokke [8][9] [6, Van Landuyt. (2006)].



Verspreiding in onze buurlanden

In 1906 werd het Engels slijkgras voor de eerste maal overgebracht naar het Europese vasteland, namelijk Normandië (Frankrijk). In 1924 werden dan weer 50 planten overgebracht van Engeland naar Nederland en aangeplant in het Nederlandse Sloe estuarium en in de daarop volgende jaren werd de soort ook in andere estuaria aangeplant. Vanaf dan verliep de gebiedsuitbreiding heel snel en vestigde de plant zich op vrijwel alle geschikte plaatsen, waardoor het slijkgras nu algemeen voorkomt in zowel de Waddenzee als het Deltagebied [10][11] [9,10]. Niet enkel in het Nederlandse deel, maar ook in de Duitse en Deense delen van de Waddenzee werd het Engels slijkgras tijdens de jaren 1930 aangeplant. Voor Duitsland zou het gaan om zo’n 70 000 scheuten. In beide landen bleek het slijkgras goed te gedijen [12] [Nobanis 2006]. Op het Europese vasteland strekt het areaal zich vandaag uit langs de Atlantische kusten van Frankrijk helemaal tot in de Baltische Zee [4][12] [3, Nobanis].

In het Verenigd Koninkrijk en Ierland is de soort, met uitzondering van Schotland, wijdverbreid langs zowel de oost- als westkust [Preston, C.D., Pearman,D.A.& Dines,T.D. (2002)]. Bij enkele populaties in Zuid-Engelse estuaria werd er een interessant fenomeen waargenomen. Op bepaalde gebieden kent het Engels slijkgras er al vele decennia lang een terugval. Er wordt aangenomen het de terugval van deze meer dan 80 jaar oude populaties een natuurlijke oorzaak heeft. Het Engels slijkgras zou de eigenschappen van de bodem veranderen waardoor deze steeds minder zuurstof bevatten. Planten, waaronder Engels slijkgras, kunnen, moeilijk gedijen in zuurstofloze bodems [12]. Ondertussen is het Engels slijkgras ook geïntroduceerd in Ierland, Australië, Nieuw Zeeland, Noord-Amerika en China, waar de soort zich telkens invasief gedraagt. De introducties in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika waren echter zonder succes. Momenteel komt Engels slijkgras voor in Europa tussen 48 en 57,5 graden noorderbreedte, in China tussen 21 en 41 graden noorderbreedte en in Australië en Nieuw Zeeland tussen 35 en 46 graden zuiderbreedte [11] (zie kaart).



Wijze van introductie

TEKST


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

TEKST


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

TEKST


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. Ayres and Strong 2001 ORIGIN AND GENETIC DIVERSITY OF SPARTINA ANGLICA (POACEAE) USING NUCLEAR DNA MARKERS Evolution and Ecology, One Shields Avenue, University of California, Davis, California 95616 USA
  2. Stapf, O. (1913) Townsend’s grass or ricegrass. Proceedings of the Bournemouth Natural Science Society, 5: 76-82. details
  3. Gray, A.J.; Marshall, D.F.; Raybould A.F. (1991). A century of evolution in S. townsendii var. anglica – Adv. Ecol. Res. 21:1-62. details
  4. 4.0 4.1 Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.). (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough, UK. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content
  5. Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands. Zool. Meded. 79(1): 3-116. details
  6. Wikipedia, de vrije encyclopedie. Wikipedia.org. Sloe online beschikbaar, geraadpleegd op 2/08/2011
  7. Verloove F. (2006). Catalogue of neophytes in Belgium (1800-2005). Scripta Botanica Belgica nr. 39. Meise. Nationale Plantentuin van België.
  8. Herrier, J.-L. (2007). Het beheerplan van het strandreservaat De Baai van Heist. Provinciaal Ankerpunt Kust: Oostende, Belgium. 5 pp. details
  9. Van Landuyt, W.; Hoste, I.; Vanhecke, L.; Van Den Bremt, P.; Vercruysse, W.; de Beer, D. (Ed.) (2006). Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. Nationale Plantentuin van België/Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek/Flo.Wer: Brussel. ISBN 90-726-1968-4. 1007 pp. details
  10. Adema, F.; Mennema, J. (1979). De Nederlandse slijkgrassen. Gorteria 9: 330-334. details
  11. Weeda, E.J.; Westra, R.; Westra, C.H.; Westra, T. (2003). Nederlandse oecologische flora: wilde planten en hun relaties. KNNV Uitgeverij/IVN: The Netherlands. ISBN 90-5011-129-7. 5 vol.: 304, 304, 302, 316, 400 pp. details
  12. 12.0 12.1 http://www.nobanis.org/files/factsheets/Spartina_anglica.pdf Cite error: Invalid <ref> tag; name "nobanis" defined multiple times with different content