Difference between revisions of "Fragment over Visleuren"
(Created page with "__NOTITLE__ ==<span style="color:#3a75c4; Font-size: 130%">'''<small>Fragment over Visleuren</small>'''</span>== “Ik ben van Belzen, een echte Erremunaer. Hier geboren en g...") |
|||
Line 4: | Line 4: | ||
“Ik ben van Belzen, een echte Erremunaer. Hier geboren en getogen. Ik weet nog goed hoe ik hier als klein ventje stond te kijken naar de visleursters en visleurders. Via deze straat gingen ze met hun lege manden naar de vismijn op het stationsplein. Daar kochten ze vis en garnalen. Meestal ging ik even kijken bij de vismijn, want daar was altijd wat te beleven. De vissersvrouwen kochten vaak samen een partij en deelden die in porties. Ze hadden een goede manier om de vis eerlijk te verdelen. Een vrouw wees een portie vis aan en een andere vrouw die omgedraaid stond, noemde willekeurig een naam voor wie de vis was. Dit ging zo door tot alle vis was verdeeld. De garnalen moesten nog worden gepeld. Dat was veel werk waar het hele gezin een avond zoet mee was en de volwassenen soms wel tot diep in de nacht. Enkele visleurders en -leursters liepen met hun volle manden naar Middelburg, Veere of Vlissingen. Er waren er ook die op de fiets of met de trein gingen en sommigen hadden een hondenkar. Anderen reisden met de trein naar de Brabantse en Limburgse steden om hun vis te verkopen. Doodmoe kwamen ze dan ’s avonds laat weer thuis. In de jaren ’30 waren er meer dan 100 visleurders en -leursters. Op maandag was er geen verse vis en werd er ook niet geleurd, dat was een vrije dag. En de zondag was een rustdag. Maar voor de rest was het keihard werken. Door weer en wind op pad om je vis en garnalen maar kwijt te raken. Tegenwoordig bestaat het beroep niet meer. Op de markt bij de kerk staat nog een beeld van een visleurster. Op deze manier blijft er in elk geval nog 1 visleurster in Arnemuiden bestaan." | “Ik ben van Belzen, een echte Erremunaer. Hier geboren en getogen. Ik weet nog goed hoe ik hier als klein ventje stond te kijken naar de visleursters en visleurders. Via deze straat gingen ze met hun lege manden naar de vismijn op het stationsplein. Daar kochten ze vis en garnalen. Meestal ging ik even kijken bij de vismijn, want daar was altijd wat te beleven. De vissersvrouwen kochten vaak samen een partij en deelden die in porties. Ze hadden een goede manier om de vis eerlijk te verdelen. Een vrouw wees een portie vis aan en een andere vrouw die omgedraaid stond, noemde willekeurig een naam voor wie de vis was. Dit ging zo door tot alle vis was verdeeld. De garnalen moesten nog worden gepeld. Dat was veel werk waar het hele gezin een avond zoet mee was en de volwassenen soms wel tot diep in de nacht. Enkele visleurders en -leursters liepen met hun volle manden naar Middelburg, Veere of Vlissingen. Er waren er ook die op de fiets of met de trein gingen en sommigen hadden een hondenkar. Anderen reisden met de trein naar de Brabantse en Limburgse steden om hun vis te verkopen. Doodmoe kwamen ze dan ’s avonds laat weer thuis. In de jaren ’30 waren er meer dan 100 visleurders en -leursters. Op maandag was er geen verse vis en werd er ook niet geleurd, dat was een vrije dag. En de zondag was een rustdag. Maar voor de rest was het keihard werken. Door weer en wind op pad om je vis en garnalen maar kwijt te raken. Tegenwoordig bestaat het beroep niet meer. Op de markt bij de kerk staat nog een beeld van een visleurster. Op deze manier blijft er in elk geval nog 1 visleurster in Arnemuiden bestaan." | ||
+ | [[category: Socio-cultural]] | ||
{{GIFS}} | {{GIFS}} |
Latest revision as of 15:20, 4 August 2014
Fragment over Visleuren
“Ik ben van Belzen, een echte Erremunaer. Hier geboren en getogen. Ik weet nog goed hoe ik hier als klein ventje stond te kijken naar de visleursters en visleurders. Via deze straat gingen ze met hun lege manden naar de vismijn op het stationsplein. Daar kochten ze vis en garnalen. Meestal ging ik even kijken bij de vismijn, want daar was altijd wat te beleven. De vissersvrouwen kochten vaak samen een partij en deelden die in porties. Ze hadden een goede manier om de vis eerlijk te verdelen. Een vrouw wees een portie vis aan en een andere vrouw die omgedraaid stond, noemde willekeurig een naam voor wie de vis was. Dit ging zo door tot alle vis was verdeeld. De garnalen moesten nog worden gepeld. Dat was veel werk waar het hele gezin een avond zoet mee was en de volwassenen soms wel tot diep in de nacht. Enkele visleurders en -leursters liepen met hun volle manden naar Middelburg, Veere of Vlissingen. Er waren er ook die op de fiets of met de trein gingen en sommigen hadden een hondenkar. Anderen reisden met de trein naar de Brabantse en Limburgse steden om hun vis te verkopen. Doodmoe kwamen ze dan ’s avonds laat weer thuis. In de jaren ’30 waren er meer dan 100 visleurders en -leursters. Op maandag was er geen verse vis en werd er ook niet geleurd, dat was een vrije dag. En de zondag was een rustdag. Maar voor de rest was het keihard werken. Door weer en wind op pad om je vis en garnalen maar kwijt te raken. Tegenwoordig bestaat het beroep niet meer. Op de markt bij de kerk staat nog een beeld van een visleurster. Op deze manier blijft er in elk geval nog 1 visleurster in Arnemuiden bestaan."