Difference between revisions of "Oesterparken Devriendt"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
Line 5: Line 5:
  
  
De kwekerij werd in 1888 ten zuiden van de schuilhaven bij de Spuikom, op de hoek van de Smet De Naeyerlaan en de Waterkasteelstraat, gebouwd door de Blankenbergse aannemer Anselm Vernieuwe. Wie opdracht had gegeven tot deze constructie is niet geweten, maar Pieter “Pito” Devriendt werd vermeld als ‘toeziener in de oesterput’. Deze laatste was reeds in 1885 gestart met een groothandel in vis<ref>[http://www.oesterput.com/index4.php#/restaurant/de+eigenaars Site Restaurant De Oesterput]</ref> en werd vermoedelijk kort na 1891 eigenaar van de eerste Blankenbergse oesterkwekerij. Voor 1 frank kon je in het park een dozijn oesters van tweede categorie op de kop tikken, eenzelfde hoeveelheid oesters van eerste categorie kostte 1,25 frank. Naast oesters werden trouwens ook kreeften en mossels opgekweekt in de put van Devriendt.<ref name="Boterberge"/> In de loop van de jaren werd ook een “Restaurant de l’Huîtrière” opgericht bij dit park.<ref> Zie bijvoorbeeld reclame in:[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=27046 La Saison d'Ostende, 16 juli 1922.]</ref>
+
De kwekerij werd in 1888 ten zuiden van de schuilhaven bij de Spuikom, op de hoek van de Smet De Naeyerlaan en de Waterkasteelstraat, gebouwd door de Blankenbergse aannemer Anselm Vernieuwe. Wie opdracht had gegeven tot deze constructie is niet geweten, maar Pieter “Pito” Devriendt werd vermeld als ‘toeziener in de oesterput’. Deze laatste was reeds in 1885 gestart met een groothandel in vis<ref name="site">[http://www.oesterput.com/index4.php#/restaurant/de+eigenaars Site Restaurant De Oesterput]</ref> en werd vermoedelijk kort na 1891 eigenaar van de eerste Blankenbergse oesterkwekerij. Voor 1 frank kon je in het park een dozijn oesters van tweede categorie op de kop tikken, eenzelfde hoeveelheid oesters van eerste categorie kostte 1,25 frank. Naast oesters werden trouwens ook kreeften en mossels opgekweekt in de put van Devriendt.<ref name="Boterberge"/> In de loop van de jaren werd ook een “Restaurant de l’Huîtrière” opgericht bij dit park.<ref> Zie bijvoorbeeld reclame in:[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=27046 La Saison d'Ostende, 16 juli 1922.]</ref>
  
  
Line 14: Line 14:
  
  
Toen tijdens het interbellum duidelijk werd dat de toenemende watervervuiling een bedreiging vormde voor de oesterkweek, werd deze industrietak ook onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. In 1937 werkte de oesterkwekerij Devriendt bijvoorbeeld mee aan een project van de Universiteit van Luik dat tot doel had een effectieve zuiveringsmethode voor oesters te ontwikkelen. <ref name="DVZ"> Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, documenten ivm. oesterput Blankenberge 1936-1939.</ref> In 1936 was men daarom reeds overgegaan tot de bouw van een experimenteel Laboratorium voor Zeebiologie in Blankenberge.  Daar werd een purificatiemethode voor oesters uitgewerkt die gebaseerd was op eerdere proeven van de Engelse onderzoeker R.W. Dodgson in Brightlingsea.  De oesters moesten volgens deze theorie 48 uur ondergedompeld worden in zuiver en steriel water dat tweemaal ververst werd, en zouden zo verlost worden van schadelijke microben.  Het eerste tussentijdse verslag over de waarnemingen bleek echter niet al te positief: de behandelde oesters bleken niet zuiverder te zijn dan de onbehandelde en in 1938 werden de proeven in Blankenberge dan ook gestaakt.  
+
Toen tijdens het interbellum duidelijk werd dat de toenemende watervervuiling een bedreiging vormde voor de oesterkweek, werd deze industrietak ook onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. In 1937 werkte de oesterkwekerij Devriendt bijvoorbeeld mee aan een project van de Universiteit van Luik dat tot doel had een effectieve zuiveringsmethode voor oesters te ontwikkelen. In 1936 was men daarom reeds overgegaan tot de bouw van een experimenteel Laboratorium voor Zeebiologie in Blankenberge.  Daar werd een purificatiemethode voor oesters uitgewerkt die gebaseerd was op eerdere proeven van de Engelse onderzoeker R.W. Dodgson in Brightlingsea.  De oesters moesten volgens deze theorie 48 uur ondergedompeld worden in zuiver en steriel water dat tweemaal ververst werd, en zouden zo verlost worden van schadelijke microben.  Het eerste tussentijdse verslag over de waarnemingen bleek echter niet al te positief: de behandelde oesters bleken niet zuiverder te zijn dan de onbehandelde en in 1938 werden de proeven in Blankenberge dan ook gestaakt.<ref> Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, documenten ivm. oesterzuiveringsproeven Blankenberge</ref>
  
  
In de periode 1936-1939 werd de oesterkwekerij hoogstwaarschijnlijk ingekrompen van 10.462 m² naar 2215 m². Reeds in 1936 maakte Devriendt immers duidelijk dat hij vanaf de hernieuwing van zijn huurcontract op 1 augustus 1938 één put van 8247 m² niet langer wenste te gebruiken.  Deze oesterput was tijdens de uitbaggering van de Blankenbergse Spuikom blijkbaar zwaar beschadigd geraakt, aangezien het slijk van deze werken door een ‘doorbraak van de dijken’ in de oesterkom terecht gekomen was. Dit maakte het park onbruikbaar voor verdere oesterkweek. Vermoedelijk werden toen ook de pogingen tot integrale oesterkweek gestaakt en legde oesterkwekerij “Devriendt” zich nog enkel toe op het vetten van buitenlandse oesters.  
+
In de periode 1936-1939 werd de oesterkwekerij hoogstwaarschijnlijk ingekrompen van 10.462 m² naar 2215 m². Reeds in 1936 maakte Devriendt immers duidelijk dat hij vanaf de hernieuwing van zijn huurcontract op 1 augustus 1938 één put van 8247 m² niet langer wenste te gebruiken.  Deze oesterput was tijdens de uitbaggering van de Blankenbergse Spuikom blijkbaar zwaar beschadigd geraakt, aangezien het slijk van deze werken door een ‘doorbraak van de dijken’ in de oesterkom terecht gekomen was. Dit maakte het park onbruikbaar voor verdere oesterkweek. Vermoedelijk werden toen ook de pogingen tot integrale oesterkweek gestaakt en legde oesterkwekerij “Devriendt” zich nog enkel toe op het vetten van buitenlandse oesters. <ref> Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, documenten ivm. huur oesterputten Blankenberge</ref>
 +
 
  
  
Line 23: Line 24:
  
  
De oesterparken “Devriendt” bleven steeds in handen van dezelfde familie. Na de dood van Pito Devriendt kwamen zijn zoon Lodewijk en vervolgens zijn kleinzoon Pierre aan het hoofd van het bedrijf te staan. In 1967 verdween de eerste oesterkwekerij in de Waterkasteelstraat om plaats te maken voor een groot appartementencomplex. De tweede oesterput aan de oude Wenduinse Steenweg bleef echter in handen van de familie Devriendt en bestaat nog steeds.  Na Pierres plotse dood in 1974 nam zijn weduwe Louise Oostvogels daar de touwtjes in handen. In de jaren 80 trad ten slotte de huidige eigenaar Piet Devriendt aan, zoon van Pierre en Louise. Sindsdien hoort bij het oesterpark ook een bloeiend restaurant. De ‘oesterkweek’ beperkt zich hier tegenwoordig nog slechts tot het verwateren van oesters afkomstig uit Frankrijk. Het restaurant is vooral bekend om zijn kreeften en mosselen.
+
De oesterparken “Devriendt” bleven steeds in handen van dezelfde familie. Na de dood van Pito Devriendt kwamen zijn zoon Lodewijk en vervolgens zijn kleinzoon Pierre aan het hoofd van het bedrijf te staan. In 1967 verdween de eerste oesterkwekerij in de Waterkasteelstraat om plaats te maken voor een groot appartementencomplex. De tweede oesterput aan de oude Wenduinse Steenweg bleef echter in handen van de familie Devriendt en bestaat nog steeds.  Na Pierres plotse dood in 1974 nam zijn weduwe Louise Oostvogels daar de touwtjes in handen. In de jaren 80 trad ten slotte de huidige eigenaar Piet Devriendt aan, zoon van Pierre en Louise. Sindsdien hoort bij het oesterpark ook een bloeiend restaurant.<ref name="Boterberge"/> De oesteractiviteit beperkt zich hier tegenwoordig nog slechts tot het verwateren van oesters afkomstig uit Frankrijk.<ref name="site"/> Het restaurant is nu vooral bekend om zijn kreeften en mosselen.<ref>[http://www.radio2.be/mooie-dagen/kreeft-en-oesters-in-de-oesterput-in-blankenberge Interview Radio 2 met Piet Devriendt], 12 augustus 2011.</ref>
  
  
 
==Referenties==
 
==Referenties==
 
<references/>
 
<references/>

Revision as of 14:49, 8 May 2012

In 1888 werd de allereerste oesterput aangelegd in Blankenberge. Naar de komst van zo’n kwekerij was in de badstad reeds lang uitgekeken, en in de lokale kranten werd het nieuws over de bouw dan ook enthousiast onthaald. Volgens de krant La Vigie de la Côte was de aanleg van een oesterpark niet enkel nuttig, maar ook noodzakelijk in Blankenberge. De initiatiefnemers werden alvast veel succes toegewenst door de auteur.[1]


Eerste oesterpark "Devriendt" (1888-1967)

De kwekerij werd in 1888 ten zuiden van de schuilhaven bij de Spuikom, op de hoek van de Smet De Naeyerlaan en de Waterkasteelstraat, gebouwd door de Blankenbergse aannemer Anselm Vernieuwe. Wie opdracht had gegeven tot deze constructie is niet geweten, maar Pieter “Pito” Devriendt werd vermeld als ‘toeziener in de oesterput’. Deze laatste was reeds in 1885 gestart met een groothandel in vis[2] en werd vermoedelijk kort na 1891 eigenaar van de eerste Blankenbergse oesterkwekerij. Voor 1 frank kon je in het park een dozijn oesters van tweede categorie op de kop tikken, eenzelfde hoeveelheid oesters van eerste categorie kostte 1,25 frank. Naast oesters werden trouwens ook kreeften en mossels opgekweekt in de put van Devriendt.[1] In de loop van de jaren werd ook een “Restaurant de l’Huîtrière” opgericht bij dit park.[3]


Tweede oesterpark "Devriendt" (1895-nu)

In 1895 begon Pito Devriendt met de bouw van zijn tweede oesterpark in Blankenberge. De kwekerij verscheen aan de westkant van de havengeul, langs de oude steenweg naar Wenduine. Op 8 april 1895 berichtte de Gazette van Brugge dat de leiding voor het de aan- en afvoer van het zeewater reeds in vorming was. In hetzelfde jaar opende Devriendt trouwens ook een bijhuis op de hoek van de Breydelstraat en de Bakkerstraat in Blankeberge, waar men oesters en kreeften kon degusteren. Ook de eerste Blankenbergse oesterput, met aanpalend restaurant, bleef in handen van de familie Devriendt.[1]


Toen tijdens het interbellum duidelijk werd dat de toenemende watervervuiling een bedreiging vormde voor de oesterkweek, werd deze industrietak ook onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. In 1937 werkte de oesterkwekerij Devriendt bijvoorbeeld mee aan een project van de Universiteit van Luik dat tot doel had een effectieve zuiveringsmethode voor oesters te ontwikkelen. In 1936 was men daarom reeds overgegaan tot de bouw van een experimenteel Laboratorium voor Zeebiologie in Blankenberge. Daar werd een purificatiemethode voor oesters uitgewerkt die gebaseerd was op eerdere proeven van de Engelse onderzoeker R.W. Dodgson in Brightlingsea. De oesters moesten volgens deze theorie 48 uur ondergedompeld worden in zuiver en steriel water dat tweemaal ververst werd, en zouden zo verlost worden van schadelijke microben. Het eerste tussentijdse verslag over de waarnemingen bleek echter niet al te positief: de behandelde oesters bleken niet zuiverder te zijn dan de onbehandelde en in 1938 werden de proeven in Blankenberge dan ook gestaakt.[4]


In de periode 1936-1939 werd de oesterkwekerij hoogstwaarschijnlijk ingekrompen van 10.462 m² naar 2215 m². Reeds in 1936 maakte Devriendt immers duidelijk dat hij vanaf de hernieuwing van zijn huurcontract op 1 augustus 1938 één put van 8247 m² niet langer wenste te gebruiken. Deze oesterput was tijdens de uitbaggering van de Blankenbergse Spuikom blijkbaar zwaar beschadigd geraakt, aangezien het slijk van deze werken door een ‘doorbraak van de dijken’ in de oesterkom terecht gekomen was. Dit maakte het park onbruikbaar voor verdere oesterkweek. Vermoedelijk werden toen ook de pogingen tot integrale oesterkweek gestaakt en legde oesterkwekerij “Devriendt” zich nog enkel toe op het vetten van buitenlandse oesters. [5]


Familiebedrijf

De oesterparken “Devriendt” bleven steeds in handen van dezelfde familie. Na de dood van Pito Devriendt kwamen zijn zoon Lodewijk en vervolgens zijn kleinzoon Pierre aan het hoofd van het bedrijf te staan. In 1967 verdween de eerste oesterkwekerij in de Waterkasteelstraat om plaats te maken voor een groot appartementencomplex. De tweede oesterput aan de oude Wenduinse Steenweg bleef echter in handen van de familie Devriendt en bestaat nog steeds. Na Pierres plotse dood in 1974 nam zijn weduwe Louise Oostvogels daar de touwtjes in handen. In de jaren 80 trad ten slotte de huidige eigenaar Piet Devriendt aan, zoon van Pierre en Louise. Sindsdien hoort bij het oesterpark ook een bloeiend restaurant.[1] De oesteractiviteit beperkt zich hier tegenwoordig nog slechts tot het verwateren van oesters afkomstig uit Frankrijk.[2] Het restaurant is nu vooral bekend om zijn kreeften en mosselen.[6]


Referenties

  1. 1.0 1.1 1.2 1.3 Boterberge, R. (2010). Geschiedenis van het Blankenbergse visserijbedrijf. Stadsbestuur Blankenberge: Blankenberge. ISBN 9789081515801. 397 pp.
  2. 2.0 2.1 Site Restaurant De Oesterput
  3. Zie bijvoorbeeld reclame in:La Saison d'Ostende, 16 juli 1922.
  4. Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, documenten ivm. oesterzuiveringsproeven Blankenberge
  5. Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, documenten ivm. huur oesterputten Blankenberge
  6. Interview Radio 2 met Piet Devriendt, 12 augustus 2011.