Difference between revisions of "Rugstreepsteurgarnaal"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>)
(<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>)
Line 87: Line 87:
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
  
TEKST
+
Waar deze wormen in grote aantallen voorkomen, hebben ze een belangrijke invloed op de structuur en de chemie van het raakvlak tussen het sediment en het water. Ze doorwoelen de bodem immers tot op grote diepte en worden gekenmerkt door een onafgebroken activiteit. Deze en andere verwantte wormen trekken het organisch materiaal actief naar beneden in de bodem. Ze doorgraven de bovenste bodemlaag met gangen waardoor de bodem losser en de groei van bacteriën – de lievelingsmaaltijd van deze wormen – bevorderd wordt. Dit proces van omwoeling heet bioturbatie (Seys Ned, 1999)<ref name=seys1999> </ref>.
 
+
In de slikken van vuilbelaste estuaria, zoals de Schelde zijn ze een belangrijke voedselbron voor veel vogels en vissen (Seys Ned, 1999)<ref name=seys1999> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>

Revision as of 13:19, 29 September 2011

Category:Revision


Amerikaanse strandschelp

De langstaartkustworm Tubificoides heterochaetus is een oligochaete worm die voor het eerst in Belgische wateren is waargenomen in 1952, in het Schelde-estuarium nabij Doel. Men is niet zeker waar de soort oorspronkelijk voorkwam en hoe ze tot bij ons zou zijn geraakt. Men vermoedt dat de ze eigenlijk altijd al van nature voorkwam in riviermondingen langs de Noord-Atlantische kusten, maar nooit eerder is ontdekt en bestudeerd geworden. Vandaar dat de soort door sommige wetenschappers wordt getypeerd als cryptogeen.


Foto: NAAM



Wetenschappelijke naam

Tubificoides heterochaetus Michaelsen, 1926


Oorspronkelijke verspreiding

De langstaartkustworm komt voor langs beide zijden van de Noord-Atlantische oceaan en werd ook al waargenomen in het noordoosten van de Stille oceaan. De Noordwest Atlantische regio lijkt wel een hotspot voor de soortendiversiteit van het genus Tubificoides, dus is het mogelijk dat ze hier zijn ontstaan. Dit is echter niet zeker, gezien deze soort een ten tijde van zijn beschrijving reeds heel wijd verspreid was (Kvist et al, 2010)[1].

Hoewel de soort aan beide zijden van de Atlantische oceaan voorkomt, gedijt hij enkel in brakwatergebieden (Seys et al, 1999)[2].


Foto: Bruno Van Bogaert

Eerste waarneming in België

De langstaartkustworm werd voor de eerste maal in België waargenomen op 25 september 1952 in het Schelde-estuarium nabij Doel, in de modder van een greppel. De soort werd toen onder de niet correcte naam Limnodrilus heterochaetus gerapporteerd (Konietzko, 1953)[3]. Het is echter mogelijk dat de soort hier altijd al aanwezig geweest is, maar eerder nooit werd opgemerkt. Wetenschappers noemen dergelijke soorten cryptogeen (Kerckhof, 2007)[4].


Verspreiding in België

In België komt deze worm voor in de brakwaterzone van het Schelde-estuarium, tussen Antwerpen en de Nederlandse grens (Seys et al 1999)[5]. Omdat de soortengroep oligochaeten, waartoe deze soort behoort, zelden tot op soort niveau bestudeerd wordt (Pers. Comm. Sander Wijnhoven)[6] is het is niet zeker of de soort ook voorbij de Nederlandse grens voorkomt. Er wordt echter aangenomen dat dit wel het geval is (Persoonlijke mededeling door Jan Soors 2011)[7].


Verspreiding in onze buurlanden

De langstaartkustworm is wijdverspreid in Europa (Brinkhurst, 1981)[8]. De worm werd voor het eerst beschreven in 1926, op basis van exemplaren uit de Zuid-Baltische Zee. Later werd de soort ook teruggevonden in het Elbe- en Wezer-estuarium in Duitsland en in Finland (Wolff, 2005)[9]. In de toenmalige Nederlandse Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) bleek deze soort in 1927 de meest algemene worm te zijn, hoewel hij er tijdens een onderzoek in 1921 niet gevonden werd. Dit wijst erop dat de introductie ervan in de Zuiderzee tussen 1921 en 1927 moet hebben plaatsgevonden (Wolff, 2005)[9]. Genetisch onderzoek op Nederlandse populaties in het Grevelingenmeer doet vermoeden dat de soort hier verscheidene keren onafhankelijk van elkaar werd geïntroduceerd. Verder werd deze worm in Europa ook al waargenomen in de Zwarte en Middellandse Zee (Kvist et al, 2010)[1].


Wijze van introductie

Het is niet geweten hoe deze soort in Belgische wateren is terechtgekomen (Wolff, 2005)[9].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

Deze worm doet het goed op plaatsen met veel organisch materiaal, zoals het Schelde-estuarium. Deze soort voelt zich thuis in vele soorten sediment en kan goed overleven in zand-, zilt-, modder- en kleibodems. Bovendien domineert deze worm vooral in gebieden met een zekere graad van vervuiling (eutrofiëring) (Diaz, 1989; Seys et al, 1999 ; Harrel, 2004)[10][5][11].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

De langstaartkustworm is vaak dominant terug te vinden in de brakwaterzones van estuaria (Seys et al, 1999 OMES)[2]. Hij werd al waargenomen bij zoutgehaltes van 0,5 tot 20 PSU, maar gedijt het best tussen 2 en 14 PSU is (Harrel, 2004)[11]. Ter vergelijking: het zeewater van de Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU. In de wintermaanden trekken de wormen zich diep terug in het sediment omdat het daar warmer is. In de zomermaanden zit deze wormensoort hoofdzakelijk in de bovenste 5 cm van het sediment. De volwassen exemplaren zitten gelijkmatig verspreid over deze 5 cm terwijl de jonge wormen vooral in de bovenste lagen (Seys Ned et al, 1999 )[2]. Deze worm is bestand tegen een zekere graad van vervuiling. Zo gedijt de soort vooral goed in gebieden met een verhoogd gehalte aan organisch materiaal, waar toch nog voldoende zuurstof in aanwezig is. (Diaz, 1989; Seys et al Ned, 1999; Harrel, 2004)[10][2][11].


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

Waar deze wormen in grote aantallen voorkomen, hebben ze een belangrijke invloed op de structuur en de chemie van het raakvlak tussen het sediment en het water. Ze doorwoelen de bodem immers tot op grote diepte en worden gekenmerkt door een onafgebroken activiteit. Deze en andere verwantte wormen trekken het organisch materiaal actief naar beneden in de bodem. Ze doorgraven de bovenste bodemlaag met gangen waardoor de bodem losser en de groei van bacteriën – de lievelingsmaaltijd van deze wormen – bevorderd wordt. Dit proces van omwoeling heet bioturbatie (Seys Ned, 1999)[2]. In de slikken van vuilbelaste estuaria, zoals de Schelde zijn ze een belangrijke voedselbron voor veel vogels en vissen (Seys Ned, 1999)[2].


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 Kvist, S.; Sarkar, I.N.; Erséus, Ch. (2010). Genetic variation and phylogeny of the cosmopolitan marine genus Tubificoides (Annelida: Clitellata: Naididae: Tubificinae) Mol. Phylogenet. Evol. 57: 687-702. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "kvist2010" defined multiple times with different content
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Seys, J.; Vincx, M.; Meire, P. (1999). Macrobenthos van de Zeeschelde, met bijzondere aandacht voor het voorkomen en de rol van Oligochaeta: eindrapport OMES 1995-1998, partim Benthos. Rapport Instituut voor Natuurbehoud, 99.4. Instituut voor Natuurbehoud: Brussel. 81 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "seys1999" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "seys1999" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "seys1999" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "seys1999" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "seys1999" defined multiple times with different content
  3. Konietzko, B. (1953). Notes sur les oligochètes de Belgique: 1. Eaux saumâtres du Bas-Escaut Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 29(43): 1-13. details
  4. Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters Aquat. Invasions 2(3): 243-257. details
  5. 5.0 5.1 Seys, J.; Vincx, M.; Meire, P. (1999). Spatial distribution of oligochaetes (Clitellata) in the tidal freshwater and brackish parts of the Schelde estuary (Belgium) Hydrobiologia 406: 119-132. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "seyshy1999" defined multiple times with different content
  6. Persoonlijke communicate Sander Wijnhoven 2011
  7. Persoonlijke mededeling door Jan Soors 2011
  8. Brinkhurst, R.O. (1981). A contribution to the taxonomy of the Tubificinae (Oligochaeta: Tubificidae) Proc. Biol. Soc. Wash. 94(4): 1048-1067. details
  9. 9.0 9.1 9.2 Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "wolff2005" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "wolff2005" defined multiple times with different content
  10. 10.0 10.1 Diaz, R.J. (1989). Pollution and tidal benthic communities of the James River Estuary, Virginia Hydrobiologia 180: 195-211. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "diaz1989" defined multiple times with different content
  11. 11.0 11.1 11.2 Harrel, R.C. (2004). Systematic and ecological notes on Tubificoides heterochaetus from the Neches River estuary, Texas Texas J. Sci. 56(3): 263-267. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "harrel2004" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "harrel2004" defined multiple times with different content