Difference between revisions of "Sexton's slijkgarnaal"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>)
(<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>)
Line 52: Line 52:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
Sexton’s slijkgarnaal werd in 1937 beschreven op basis van exemplaren die nabij Plymouth in Groot-Brittannië verzameld werden. De soort was hier in 1934 reeds abundant aanwezig. Er was toen eveneens een exemplaar voorhanden dat in 1930 nabij Lissabon (Portugal), in het estuarium van de Taag werd verzameld (Crawford 1937)<ref name=crawford1937> </ref>.  
 
Sexton’s slijkgarnaal werd in 1937 beschreven op basis van exemplaren die nabij Plymouth in Groot-Brittannië verzameld werden. De soort was hier in 1934 reeds abundant aanwezig. Er was toen eveneens een exemplaar voorhanden dat in 1930 nabij Lissabon (Portugal), in het estuarium van de Taag werd verzameld (Crawford 1937)<ref name=crawford1937> </ref>.  
Vanuit Groot-Brittannië verspreidde de soort zich waarschijnlijk op natuurlijke wijze naar Ierland, waar hij in 1982 voor het eerst aangetroffen werd (Costello, 1993)<ref name=costello1993>Costello, M.J. (1993). Biogeography of alien amphipods occurring in Ireland, and interactions with native species, in: (1993). Proceedings of the First European Crustacean Conference, 1992 = Actes de la Première Conférence Européenne sur les Crustacés, 1992 . Crustaceana, 65(3): pp. 287-299. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=205697 details] </ref>. Momenteel komt de soort voor op de zuidelijke en westelijke Britse Eilanden met een noordelijke uitbreiding tot Schotland en Ierland (Eno, 1997)<ref name=Eno1997>Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=24400 details$ </ref>.
+
Vanuit Groot-Brittannië verspreidde de soort zich waarschijnlijk op natuurlijke wijze naar Ierland, waar hij in 1982 voor het eerst aangetroffen werd (Costello, 1993)<ref name=costello1993>Costello, M.J. (1993). Biogeography of alien amphipods occurring in Ireland, and interactions with native species, in: (1993). Proceedings of the First European Crustacean Conference, 1992 = Actes de la Première Conférence Européenne sur les Crustacés, 1992 . Crustaceana, 65(3): pp. 287-299. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=205697 details] </ref>. Momenteel komt de soort voor op de zuidelijke en westelijke Britse Eilanden met een noordelijke uitbreiding tot Schotland en Ierland (Eno, 1997)<ref name=Eno1997>Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=24400 details] </ref>.
 
Bij onze noorderburen werd deze exoot voor het eerst aangetroffen in 1952 in IJmuiden. In 1953 werd Sexton’s slijkgarnaal aangetroffen op de bruinwieren van de groep Himanthalia tussen Zandvoort en Noordwijk, in 1956 op het Uithuizerwad in de Waddenzee en in 1960 op de eieren van de wulk Buccinum tussen Katwijk en Wassenaar (Wolff, 2005)<ref name=wolff2005> </ref>. In 2000 werd de soort algemeen waargenomen in het zuidwesten van Nederland op harde substraten op plaatsen met een verhoogd zoutgehalte zoals het Grevelingenmeer, de Oosterschelde en de monding van de Westerschelde (Faasse & van Moorsel, 2000)<ref name=faasse2000> </ref>.
 
Bij onze noorderburen werd deze exoot voor het eerst aangetroffen in 1952 in IJmuiden. In 1953 werd Sexton’s slijkgarnaal aangetroffen op de bruinwieren van de groep Himanthalia tussen Zandvoort en Noordwijk, in 1956 op het Uithuizerwad in de Waddenzee en in 1960 op de eieren van de wulk Buccinum tussen Katwijk en Wassenaar (Wolff, 2005)<ref name=wolff2005> </ref>. In 2000 werd de soort algemeen waargenomen in het zuidwesten van Nederland op harde substraten op plaatsen met een verhoogd zoutgehalte zoals het Grevelingenmeer, de Oosterschelde en de monding van de Westerschelde (Faasse & van Moorsel, 2000)<ref name=faasse2000> </ref>.
 
Ook in andere Europese landen – Italië (1950) (Hurley 1954)<ref name=hurley1954> </ref>, Noorwegen (1985) en Duitsland (1997) (Naylor, M. 2006)<ref name=naylor2006>Naylor, M. (2006). Alien species in Swedish seas: ''Monocorophium sextonae''. Informationscentralerna för Bottniska viken, Egentliga Östersjön och Västerhavet: Sweden. 2 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=207325 details] </ref> – werd de soort al gesignaleerd.
 
Ook in andere Europese landen – Italië (1950) (Hurley 1954)<ref name=hurley1954> </ref>, Noorwegen (1985) en Duitsland (1997) (Naylor, M. 2006)<ref name=naylor2006>Naylor, M. (2006). Alien species in Swedish seas: ''Monocorophium sextonae''. Informationscentralerna för Bottniska viken, Egentliga Östersjön och Västerhavet: Sweden. 2 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=207325 details] </ref> – werd de soort al gesignaleerd.

Revision as of 11:36, 27 September 2011

Category:Revision


Sexton's slijkgarnaal
Het oorsprongsgebied van Sexton’s slijkgarnaal Monocorophium sextonae is ongekend. Het is trouwens niet zeker of het een niet-inheemse soort is in Europa. Mogelijk was de soort hier altijd al aanwezig, maar werd hij nooit opgemerkt. Dit vlokreeftje wordt bijgevolg door velen getypeerd als cryptogeen.

De soort werd voor het eerst aangetroffen in stalen die tijdens de zomer van 1993 langs de Belgische westkust genomen werden. Sexton’s slijkgarnaal wordt gerapporteerd in de haven van Zeebrugge, in het Schelde-estuarium en op scheepswrakken voor de Belgische kust. Het is een soort die leeft in zachte sedimenten, op andere organismen zoals wieren en sponzen en op artificiële substraten en dit vanaf het inter-getijdengebied tot op een diepte van 50 meter.




Wetenschappelijke naam

Monocorophium sextonae (Crawford, 1937)


Oorspronkelijke verspreiding

Over de oorspronkelijke verspreiding van Sexton's slijkgarnaal Monocorophium sextonae bestaat onzekerheid. Sommige wetenschappers vermoeden dat deze slijkgarnaal afkomstig is uit Nieuw-Zeeland omdat de soort in deze regio voor het eerst (reeds voor 1921) aangetroffen werd (Hurley 1954, Wolff, 2005)[1][2].

Men vermoedt dat de soort bij ons niet inheems voorkomt op basis van waarnemingen in Plymouth in Engeland. Hoewel Sexton's slijkgarnaal hier voor 1911 niet werd aangetroffen, was de soort er 20 jaar later (in 1937) plots erg abundant. Dit doet vermoeden dat de soort, althans in Plymouth, niet-inheems voorkomt (Crawford, 1937)[3].


Eerste waarneming in België

Sexton’s slijkgarnaal werd – onder zijn toenmalige naam Corophium sextonae – voor het eerst in België waargenomen tijdens de zomer van 1993 in stalen die voor de onze Westkust genomen werden (Dewicke 2002)[4].


Verspreiding in België

Naast de wrakken in de Noordzee, waarop de soort – vooral tijdens de herfst en winter – algemeen voorkomt (Mallefet 2008)[5] (soms in dichtheden tot meer dan 4000 per m² (Zintzen, 2005)[6]), werd de soort in 2009 ook waargenomen in de haven van Zeebrugge (Boets et al., 2011)[7], zij het wel in zeer lage abundanties (persoonlijke mededeling Pieter Boets 2011)[8]. Verder komt Sexton's slijkgarnaal in ons studiegebied ook voor in de Nederlandse Westerschelde (Faasse & van Moorsel, 2000)[9].


Verspreiding in onze buurlanden

Sexton’s slijkgarnaal werd in 1937 beschreven op basis van exemplaren die nabij Plymouth in Groot-Brittannië verzameld werden. De soort was hier in 1934 reeds abundant aanwezig. Er was toen eveneens een exemplaar voorhanden dat in 1930 nabij Lissabon (Portugal), in het estuarium van de Taag werd verzameld (Crawford 1937)[3]. Vanuit Groot-Brittannië verspreidde de soort zich waarschijnlijk op natuurlijke wijze naar Ierland, waar hij in 1982 voor het eerst aangetroffen werd (Costello, 1993)[10]. Momenteel komt de soort voor op de zuidelijke en westelijke Britse Eilanden met een noordelijke uitbreiding tot Schotland en Ierland (Eno, 1997)[11]. Bij onze noorderburen werd deze exoot voor het eerst aangetroffen in 1952 in IJmuiden. In 1953 werd Sexton’s slijkgarnaal aangetroffen op de bruinwieren van de groep Himanthalia tussen Zandvoort en Noordwijk, in 1956 op het Uithuizerwad in de Waddenzee en in 1960 op de eieren van de wulk Buccinum tussen Katwijk en Wassenaar (Wolff, 2005)[2]. In 2000 werd de soort algemeen waargenomen in het zuidwesten van Nederland op harde substraten op plaatsen met een verhoogd zoutgehalte zoals het Grevelingenmeer, de Oosterschelde en de monding van de Westerschelde (Faasse & van Moorsel, 2000)[9]. Ook in andere Europese landen – Italië (1950) (Hurley 1954)[12], Noorwegen (1985) en Duitsland (1997) (Naylor, M. 2006)[13] – werd de soort al gesignaleerd.


Wijze van introductie

TEKST


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

TEKST


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

TEKST


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. Hurley, D.E. (1954). Studies on the New Zealand amphipodan fauna No. 7. The family Corophiidae, including a new species of Paracorophium Trans. R. Soc. N.Z. 82(2): 431-460. details
  2. 2.0 2.1 Wolff, W.J. (2005). Non-indigenous marine and estuarine species in the Netherlands Zool. Meded. 79(1): 3-116. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "wolff2005" defined multiple times with different content
  3. 3.0 3.1 Crawford, G.I. (1937). A review of the amphipod genus Corophium, with notes on the British species J. Mar. Biol. Ass. U.K. 21(2): 589-630. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "crawford1937" defined multiple times with different content
  4. Dewicke, A. (2002). De hyperbenthische gemeenschappen van de Noordzee = Hyperbenthic communities of the North Sea. PhD Thesis. Universiteit Gent (RUG): Gent. 219 + 1 cd-rom pp. details
  5. Mallefet, J.; Zintzen, V.; Massin, C.; Norro, A.; Vincx, M.; De Maersschalck, V.; Steyaert, M.; Degraer, S.; Cattrijsse, A.; Vanden Berghe, E. (2008). Belgian shipwreck: hotspots for marine biodiversity BEWREMABI: final report. Belgian Science Policy: Brussel. 151 pp. [1]
  6. Zintzen, V. (2005). Les amphipodes tubicoles de épaves du Plateau Continental Belge De Strandvlo 25(2): 38-49. details
  7. Boets, P.; Lock, K.; Goethals, P.L.M. (2011). Assessing the importance of alien macro-Crustacea (Malacostraca) within macroinvertebrate assemblages in Belgian coastal harbours Helgol. Mar. Res. Online First: 13 pp. details
  8. Persoonlijke mededeling Pieter Boets2011
  9. 9.0 9.1 Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2000). Nieuwe en minder bekende vlokreeftjes van sublitorale harde bodems in het Deltagebied (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea) Ned. Faunist. Meded. 11: 19-44. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "faasse2000" defined multiple times with different content
  10. Costello, M.J. (1993). Biogeography of alien amphipods occurring in Ireland, and interactions with native species, in: (1993). Proceedings of the First European Crustacean Conference, 1992 = Actes de la Première Conférence Européenne sur les Crustacés, 1992 . Crustaceana, 65(3): pp. 287-299. details
  11. Eno, N.C.; Clark, R.A.; Sanderson, W.G. (Ed.) (1997). Non-native marine species in British waters: a review and directory. Joint Nature Conservation Committee: Peterborough. ISBN 1-86107-442-5. 152 pp. details
  12. Naylor, M. (2006). Alien species in Swedish seas: Monocorophium sextonae. Informationscentralerna för Bottniska viken, Egentliga Östersjön och Västerhavet: Sweden. 2 pp. details