Difference between revisions of "Oesterpark Rau"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II))
 
(23 intermediate revisions by the same user not shown)
Line 1: Line 1:
 +
<div style="float: right; border: 1px solid #006784;
 +
width: 180px">
 +
[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]]
 +
</div>
 +
<br>
 +
 
__NOTITLE__
 
__NOTITLE__
==Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II)==
 
  
''Opvolger van [[Oesterpark Vermeersch|oesterpark "A. Vermeersch & Cie"]]''
+
{{Oesterkwekerij
 +
|grote titel=Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II)
  
''Voorloper van [[Oesterparken Halewyck|tweede oesterpark “Halewyck & Cie” aan Esplanadestraat]]''
+
|googlemap= {{#display_map:
 +
51.228708,2.933314~ ~ ~ ~ ~Oesterpark "A. Rau et Fils"
 +
|type=satellite|zoom=12|height=300px
 +
}}   
  
 +
|onderschrift= Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van het voormalige oesterpark van "A. Rau et Fils"
 +
}}
  
Albert Rau was reeds vanaf het begin van de twintigste eeuw actief als medewerker in de oesterkwekerij [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]], sinds ca. 1896 gelegen aan de Mosselhoek te Oostende. Vermoedelijk was Albert familie van Anna Maria Rau, de eerste vrouw van de eigenaar van de oesterput August Stracké. <ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=24448 L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref><ref name="Billiet">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]</ref> De firma [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]] werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau als mede-bestuurder werd aangeduid.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref> De oesterkwekerij zelf bleef echter wel tot 1925 functioneren onder de naam [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]]. <ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=28412 Le Littoral, 2 mei 1914.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> Pas rond mei 1925 liet August Stracké zijn oesterpark uiteindelijk definitief over aan de familie Rau. De huur van het 3901 m² grote terrein van de kwekerij werd in dat jaar trouwens vastgelegd op 2000 frank per jaar, een prijs waarin de vermogensbelasting reeds inbegrepen was.<ref name="Archief">[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=128 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).]</ref><ref name="Billiet"/>
+
:''Opvolger van [[Oesterpark Vermeersch|eerste en tweede oesterpark "A. Vermeersch & Cie"]]''
  
 +
:''Voorloper van [[Oesterparken Halewyck|tweede oesterpark “Halewyck & Cie” aan Esplanadestraat]]''
  
Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond<ref name="Archief"/>, werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]].<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Rond ca. 1928 breidde de kwekerij [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] zich trouwens nog uit naar de naburige putten van de kwekerij [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], die eveneens 39 are en 1 centiare groot waren.<ref name="Halewyck"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14136 Le Carillon, 1 september 1928.]</ref>
 
  
 +
Albert Rau was reeds vanaf het begin van de twintigste eeuw actief als medewerker in de oesterkwekerij [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]], sinds ca. 1896 gelegen aan de Mosselhoek te Oostende. Vermoedelijk was Albert familie van Anna Maria Rau, de eerste vrouw van August Stracké, de eigenaar van de oesterput.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=24448 L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref><ref name="Billiet">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]</ref> De firma [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]] werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau als mede-bestuurder werd aangeduid.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref> De oesterkwekerij zelf bleef echter wel tot 1925 functioneren onder de naam [[Oesterpark Stichert-Stracke|”Stichert-Stracké & Cie”]].<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=28412 Le Littoral, 2 mei 1914.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> Pas rond mei 1925 liet August Stracké zijn oesterpark uiteindelijk definitief over aan de familie Rau. De huur van het 3901 m² grote terrein van de kwekerij werd in dat jaar trouwens vastgelegd op 2000 frank per jaar, een prijs waarin de vermogensbelasting reeds inbegrepen was.<ref name="Archief">[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=128 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).]</ref><ref name="Billiet"/>
  
De associatie tussen de Raus en [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] moet vermoedelijk ergens eind 1932 stopgezet zijn, waarna de familie Rau de kwekerijen onder eigen naam begon uit te baten. Op 26 november 1932 verscheen in de lokale krant ''La Carillon'' immers nog reclame voor de parken van [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]], terwijl dezelfde krant op 11 november 1932 een advertentie publiceerde van de  'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement "A. Vermeersch & Cie".'<ref>Zie: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25227 Le Carillon, 26 november 1932.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25228 Le Carillon, 30 november 1932.]</ref> De maatschappij “A. Rau et Fils” werd wel pas officieel opgericht op 20 januari 1933, met als doel een oester- en vishandel te starten in Oostende.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40368 De Zeewacht, 18 februari 1933.]</ref>
 
  
 +
Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond<ref name="Archief"/>, werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]].<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Rond ca. 1928 breidde de kwekerij [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] zich trouwens nog uit naar de naburige putten van het oesterpark [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], dat eveneens 39 are en 1 centiare groot was.<ref name="Halewyck"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14136 Le Carillon, 1 september 1928.]</ref>
  
Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.<ref name="Halewyck"/> De oude parken van [[Oesterpark Roger-Lohr|“Roger-Lohr”]] en [[Oesterpark Stichert-Stracke|“Stichert-Stracké & Cie”]] kwamen uiteindelijk rond 1951 in handen van [[Oesterparken Halewyck|”Halewyck & Cie”]], die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij aanwendde. <ref>Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.</ref><ref>Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, map M4II: documenten ivm. oesterkweek Oostende (mapje 48).</ref> De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.<ref>Gevaert, F., De metamorfose van de haven van Oostende (deel 9), De Plate 2006.</ref>
+
 
 +
De associatie tussen de Raus en [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]] moet vermoedelijk ergens eind 1932 stopgezet zijn, waarna de familie Rau de nu 7802 m² grote kwekerij onder eigen naam begon uit te baten. Op 26 november 1932 verscheen in de lokale krant ''La Carillon'' nog een reclame voor de parken van [[Oesterpark Vermeersch|“A. Vermeersch & Cie”]], maar op 30 november 1932 publiceerde dezelfde krant al een advertentie van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement [[Oesterpark Vermeersch|"A. Vermeersch & Cie"]]'.<ref>Zie: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25227 Le Carillon, 26 november 1932.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25228 Le Carillon, 30 november 1932.]</ref> De maatschappij “A. Rau et Fils” werd wel pas officieel opgericht op 20 januari 1933 en had naar eigen zeggen het doel een oester- en vishandel uit te baten in Oostende.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40368 De Zeewacht, 18 februari 1933.]</ref>
 +
 
 +
 
 +
Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.<ref name="Halewyck"/> De oude parken van [[Oesterpark Roger-Lohr|“Roger-Lohr”]] en [[Oesterpark Stichert-Stracke|“Stichert-Stracké & Cie”]] kwamen rond 1951 ten slotte in handen van de onderneming [[Oesterparken Halewyck|”Halewyck & Cie”]], die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij gebruikte.<ref>Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.</ref><ref>Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, map M4II: documenten ivm. oesterkweek Oostende (mapje 48).</ref> De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216805 Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.]</ref>
  
 
==Referenties==
 
==Referenties==
 +
----
 
<references/>
 
<references/>
  
 
==Meer weten==
 
==Meer weten==
 +
----
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]
* Gevaert, F., De metamorfose van de haven van Oostende (deel 9), De Plate 2006.
+
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216805 Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]
 
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40368 De Zeewacht, 18 februari 1933.]
 
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40368 De Zeewacht, 18 februari 1933.]
Line 36: Line 54:
 
*[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=128 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).]
 
*[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=128 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).]
 
*Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: mappen M4II.
 
*Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: mappen M4II.
 +
 +
<div style="float: right; border: 1px solid #006784;
 +
width: 180px">
 +
[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]]
 +
</div>

Latest revision as of 15:04, 27 November 2013


Oesterpark "A. Rau et Fils" (ca. 1932-WO II)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van het voormalige oesterpark van "A. Rau et Fils"


Opvolger van eerste en tweede oesterpark "A. Vermeersch & Cie"
Voorloper van tweede oesterpark “Halewyck & Cie” aan Esplanadestraat


Albert Rau was reeds vanaf het begin van de twintigste eeuw actief als medewerker in de oesterkwekerij ”Stichert-Stracké & Cie”, sinds ca. 1896 gelegen aan de Mosselhoek te Oostende. Vermoedelijk was Albert familie van Anna Maria Rau, de eerste vrouw van August Stracké, de eigenaar van de oesterput.[1][2][3] De firma ”Stichert-Stracké & Cie” werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau als mede-bestuurder werd aangeduid.[4] De oesterkwekerij zelf bleef echter wel tot 1925 functioneren onder de naam ”Stichert-Stracké & Cie”.[5] Pas rond mei 1925 liet August Stracké zijn oesterpark uiteindelijk definitief over aan de familie Rau. De huur van het 3901 m² grote terrein van de kwekerij werd in dat jaar trouwens vastgelegd op 2000 frank per jaar, een prijs waarin de vermogensbelasting reeds inbegrepen was.[6][3]


Na WO I was naast Albert ook René Rau, zijn zoon, betrokken bij de exploitatie van het oesterbedrijf. Hoewel de huur van het oesterparkdomein sinds 1925 op naam van deze René Rau stond[6], werd de kwekerij vanaf datzelfde jaar toch uitgebaat onder de naam “A. Vermeersch & Cie”.[7] De familie Rau was blijkbaar een samenwerking aangegaan met deze Brusselse firma, die in de Belgische hoofdstad ook de bekende viswinkel “Poissonnerie Thielemans” openhield.[8] Rond ca. 1928 breidde de kwekerij “A. Vermeersch & Cie” zich trouwens nog uit naar de naburige putten van het oesterpark ”Roger-Lohr”, dat eveneens 39 are en 1 centiare groot was.[8][9]


De associatie tussen de Raus en “A. Vermeersch & Cie” moet vermoedelijk ergens eind 1932 stopgezet zijn, waarna de familie Rau de nu 7802 m² grote kwekerij onder eigen naam begon uit te baten. Op 26 november 1932 verscheen in de lokale krant La Carillon nog een reclame voor de parken van “A. Vermeersch & Cie”, maar op 30 november 1932 publiceerde dezelfde krant al een advertentie van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement "A. Vermeersch & Cie"'.[10] De maatschappij “A. Rau et Fils” werd wel pas officieel opgericht op 20 januari 1933 en had naar eigen zeggen het doel een oester- en vishandel uit te baten in Oostende.[11]


Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.[8] De oude parken van “Roger-Lohr” en “Stichert-Stracké & Cie” kwamen rond 1951 ten slotte in handen van de onderneming ”Halewyck & Cie”, die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij gebruikte.[12][13] De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.[14]

Referenties


Meer weten