Difference between revisions of "Oesterpark Stichert-Stracke"
(→Tweede oesterpark “Stichert-Stracké & Cie” (1896-ca. 1925)) |
|||
(87 intermediate revisions by 3 users not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
+ | <div style="float: right; border: 1px solid #006784; | ||
+ | width: 180px"> | ||
+ | [[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]] | ||
+ | </div> | ||
+ | <br> | ||
__NOTITLE__ | __NOTITLE__ | ||
− | = | + | {{Oesterkwekerij |
+ | |grote titel=Oesterparken "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1925) | ||
− | == | + | |googlemap= {{#display_map:centre=51.226524,2.948000| |
+ | 51.224949, 2.933712~ ~ ~ ~ ~Eerste oesterpark "Stichert-Stracké & Cie"; | ||
+ | 51.228747, 2.933641~ ~ ~ ~ ~Tweede oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" | ||
+ | |type=satellite|zoom=13|height=300px | ||
+ | }} | ||
− | '' | + | |onderschrift= Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van de voormalige oesterparken van “Stichert-Stracké & Cie” |
+ | }} | ||
+ | <br> | ||
+ | <span style="color:#00787A; Font-size: 150%">'''<small>Eerste oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1896)</small>'''</span> | ||
− | + | ''Opvolger van het [[Oesterpark Grand Aquarium|oesterpark "Grand Aquarium"]]'' | |
+ | |||
+ | De oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie” was oorspronkelijk een verderzetting van het park [[Oesterpark Grand Aquarium|“Grand Aquarium”]], dat in 1862 door Charles Desmet geïnstalleerd was in de toen bestaande Bassin de Chasse in Oostende.<ref name="Archief 1">[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=113 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).]</ref> In 1887 werd de kwekerij openbaar verkocht door de notaris Serruys in Oostende. Tijdens de eerste zitdag op 10 januari 1887 werd de prijs op 40.000 frank gebracht. De definitieve verkoop ging door op 24 januari 1887.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21341 L’Echo d’Ostende, 12 december 1886.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=21351 L’Echo d’Ostende, 16 januari 1887.]</ref> Het complex werd toen vermoedelijk gekocht door August Stracké en Max Stichert, die onder de naam “Stichert-Stracké & Cie” de oesterkwekerij verder openhielden. De concessie voor de huur van de terreinen waarop het park gevestigd was, bleef weliswaar tot 1895 op naam staan van de erfgenamen van Desmet.<ref name="Archief 1"/> | ||
+ | |||
+ | <div style="float:right; min-width:100px; min-height:100px; padding:5px; margin:10px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61443 <img title="Portret van August Stracké, stichter van het oesterpark Stichert-Stracké & Cie." src="http://images.vliz.be/resized/61443.jpg" style="width: 400px"/>]</span></div> | ||
August Stracké was een Duitse ondernemer die reeds in 1862, op zestienjarige leeftijd, in Oostende verzeild was geraakt. Hij begon zijn carrière als kelner in het ‘Hôtel d’Allemagne’ in de toenmalige Polderstraat op het Hazegras, maar promoveerde algauw naar hogere posities. Begin februari 1869 werd hij eigenaar van het etablissement. Daarnaast kon Stracké onder andere ook de oprichting van een drukkerij, een brandweerbrigade en een eigen museum op zijn conto schrijven.<ref name="Billiet">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]</ref> Dit “Musée Stracké” was een ‘natuurhistorische’ instelling waar een zeer bonte verzameling aan Congolese voorwerpen en opgezette dieren tentoongesteld werd. Het gebouw overleefde de Eerste Wereldoorlog helaas niet.<ref>[http://www.oostende.be/product.aspx?id=13700 Site Stad Oostende, Archief: digitaal artikel over August Stracké.]</ref> In 1887 besloot de energieke zakenman bovenop al deze bezigheden ook nog de uitbating van een oesterpark voor zijn rekening te nemen. Hiervoor werd hij wel bijgestaan door een andere ingeweken Duitser, Max Stichert. De producten van “Stichert-Stracké & Cie” moeten blijkbaar van hoogstaande kwaliteit geweest zijn, want op de ‘Exposition Universelle de Bordeaux’ in 1895 kregen de exploitanten een ereprijs voor hun werk.<ref name="Billiet"/> | August Stracké was een Duitse ondernemer die reeds in 1862, op zestienjarige leeftijd, in Oostende verzeild was geraakt. Hij begon zijn carrière als kelner in het ‘Hôtel d’Allemagne’ in de toenmalige Polderstraat op het Hazegras, maar promoveerde algauw naar hogere posities. Begin februari 1869 werd hij eigenaar van het etablissement. Daarnaast kon Stracké onder andere ook de oprichting van een drukkerij, een brandweerbrigade en een eigen museum op zijn conto schrijven.<ref name="Billiet">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.]</ref> Dit “Musée Stracké” was een ‘natuurhistorische’ instelling waar een zeer bonte verzameling aan Congolese voorwerpen en opgezette dieren tentoongesteld werd. Het gebouw overleefde de Eerste Wereldoorlog helaas niet.<ref>[http://www.oostende.be/product.aspx?id=13700 Site Stad Oostende, Archief: digitaal artikel over August Stracké.]</ref> In 1887 besloot de energieke zakenman bovenop al deze bezigheden ook nog de uitbating van een oesterpark voor zijn rekening te nemen. Hiervoor werd hij wel bijgestaan door een andere ingeweken Duitser, Max Stichert. De producten van “Stichert-Stracké & Cie” moeten blijkbaar van hoogstaande kwaliteit geweest zijn, want op de ‘Exposition Universelle de Bordeaux’ in 1895 kregen de exploitanten een ereprijs voor hun werk.<ref name="Billiet"/> | ||
− | Toen duidelijk werd dat de ‘Bassin de Chasse’ zou moeten verdwijnen door de constructie van de handelsdokken in de Oostendse haven, moest ook “Stichert-Stracké & Cie”, net als de parken [[Oesterpark Desmet|”Desmet”]] en [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], op zoek naar een nieuwe locatie.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Bij deze verhuis zouden de erfgenamen van Charles Desmet uiteindelijk ook hun grondconcessie overdragen aan Stichert en Stracké.<ref>[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=113 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).]</ref> | + | Toen duidelijk werd dat de ‘Bassin de Chasse’ zou moeten verdwijnen door de constructie van de handelsdokken in de Oostendse haven, moest ook “Stichert-Stracké & Cie”, net als de parken [[Oesterpark Desmet|”Desmet”]] en [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]], op zoek naar een nieuwe locatie.<ref name="Halewyck">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> Bij deze verhuis zouden de erfgenamen van Charles Desmet uiteindelijk ook hun grondconcessie overdragen aan Stichert en Stracké.<ref>[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=113 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).]</ref> De oude gebouwen van "Stichert-Stracké & Cie" bleven tijdens de werken aan het nieuwe havengedeelte nog even bestaan en werden omgebouwd tot een kantine voor de werklui.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14577 Le Carillon, 9 juni 1898.]</ref> |
− | |||
− | |||
− | '' | + | <span style="color:#00787a; Font-size: 150%">'''<small>Tweede oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (ca. 1896-1925)</small>'''</span> |
− | + | ''Voorloper van het [[Oesterpark Vermeersch|oesterpark "A. Vermeersch & Cie"]]'' | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:100px; padding:5px; margin:10px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=2311&pic=33556 <img title="Oesterpark Stichert-Stracké met het lab van Gilson" src="http://images.vliz.be/resized/33556.jpg" style="width: 400px"/>]</span></div> | ||
Op 9 april 1896 dienden Stichert en Stracké een aanvraag in voor de heropbouw van hun kwekerij op het gebied van de Mosselhoek, een voormalige visserswijk ten oosten van de haven. Eind 1896 waren de constructiewerken volop bezig. Het 39 are 1 centiare grote oesterpark kwam hier naast de putten van [[Oesterpark Desmet|”Desmet”]] en [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]] te liggen, die trouwens exact dezelfde afmetingen hadden.<ref name="Halewyck"/> | Op 9 april 1896 dienden Stichert en Stracké een aanvraag in voor de heropbouw van hun kwekerij op het gebied van de Mosselhoek, een voormalige visserswijk ten oosten van de haven. Eind 1896 waren de constructiewerken volop bezig. Het 39 are 1 centiare grote oesterpark kwam hier naast de putten van [[Oesterpark Desmet|”Desmet”]] en [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]] te liggen, die trouwens exact dezelfde afmetingen hadden.<ref name="Halewyck"/> | ||
+ | <div style="float:right; min-width:100px; min-height:100px; padding:5px; margin:10px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61438 <img title="Plan van de zogenaamde Mosselhoek in Oostende, waar vanaf 1896 de oesterparken Delbouille, Desmet, Roger-Lohr en Stichert-Stracké & Cie gevestigd waren." src="http://images.vliz.be/resized/61438.jpg" style="width: 400px"/>]</span></div> | ||
− | Stichert en Stracké promootten hun firma niet enkel als een uitstekende oesterkwekerij, maar tevens als een toeristische attractie. Op reclameboodschappen werd duidelijk gemaakt dat ‘vreemdelingen’ met plezier toegelaten werden in het bedrijf en er was zelfs een reeks prentkaarten met afbeeldingen van het park beschikbaar. De oesters van “Stichert-Stracké & Cie” waren hoofdzakelijk afkomstig uit het Engelse Whitstable.<ref name="Halewyck"/> De zaak kende hoe langer hoe meer succes: waar Stichert en Stracké in hun begindagen zo’n half miljoen oesters per jaar exporteerden, was dit cijfer in 1914 gestegen tot bijna drie miljoen.<ref>Billiet, G. | + | Stichert en Stracké promootten hun firma niet enkel als een uitstekende oesterkwekerij, maar tevens als een toeristische attractie. Op reclameboodschappen werd duidelijk gemaakt dat ‘vreemdelingen’ met plezier toegelaten werden in het bedrijf en er was zelfs een reeks prentkaarten met afbeeldingen van het park beschikbaar. De oesters van “Stichert-Stracké & Cie” waren hoofdzakelijk afkomstig uit het Engelse Whitstable.<ref name="Halewyck"/> De zaak kende hoe langer hoe meer succes: waar Stichert en Stracké in hun begindagen zo’n half miljoen oesters per jaar exporteerden, was dit cijfer in 1914 gestegen tot bijna drie miljoen.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216793 Billiet, G. (1982). August Stracké en zijn museum De Plate 11(1): 20-24.]</ref> Andere bronnen spreken zelfs van jaren waarin het park meer dan 6 miljoen oesters uitvoerde. De kwekerij had ook zo'n elftal werknemers in vaste dienst.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14040 Le Carillon, 25 juni 1927.]</ref> |
Na de dood van Max Stichert in november 1897<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14491 Le Carillon, 29 november 1897.]</ref> zette August Stracké de zaak alleen verder. In juli 1908 kreeg Stracké als uitbater echter het gezelschap van ene A. Jacoby en een Albert Rau.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=24448 L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.]</ref> Deze laatste was vermoedelijk familie van Strackés vrouw Anna Maria Rau en nam in de loop van de jaren een steeds belangrijkere plaats in bij de exploitatie van de kwekerij. De firma “Stichert-Stracké & Cie” werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau in 1913 als mede-bestuurder werd aangeduid.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref> De oesterkwekerij zelf bleef echter wel bestaan onder de naam “Stichert-Stracké & Cie”.<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=28412 Le Littoral, 2 mei 1914.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> | Na de dood van Max Stichert in november 1897<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14491 Le Carillon, 29 november 1897.]</ref> zette August Stracké de zaak alleen verder. In juli 1908 kreeg Stracké als uitbater echter het gezelschap van ene A. Jacoby en een Albert Rau.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=24448 L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.]</ref> Deze laatste was vermoedelijk familie van Strackés vrouw Anna Maria Rau en nam in de loop van de jaren een steeds belangrijkere plaats in bij de exploitatie van de kwekerij. De firma “Stichert-Stracké & Cie” werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau in 1913 als mede-bestuurder werd aangeduid.<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.]</ref> De oesterkwekerij zelf bleef echter wel bestaan onder de naam “Stichert-Stracké & Cie”.<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=28412 Le Littoral, 2 mei 1914.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref> | ||
+ | <br> | ||
+ | |||
+ | <div style="float:left;margin-top:5px; margin-bottom:5px"> | ||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=2311&pic=33557 <img title="Oesterpark Stichert-Stracké met het lab van Gilson" src="http://images.vliz.be/resized/33557.jpg" style="width: 300px"/>]</span></div> | ||
− | + | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | |
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=2311&pic=33558 <img title="Oesterpark Stichert-Stracké met het lab van Gilson" src="http://images.vliz.be/resized/33558.jpg" style="width: 300px"/>]</span></div> | ||
− | <div style = "float:left; padding: | + | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> |
− | < | + | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=2311&pic=33559 <img title="Oesterpark Stichert-Stracké met het lab van Gilson" src="http://images.vliz.be/resized/33559.jpg" style="width: 300px"/>]</span></div> |
− | + | </div> | |
− | + | <br style="clear:both"/> | |
− | |||
− | |||
− | </ | ||
− | < | + | Rond ca. 1909 vroeg professor Gustave Gilson, de directeur van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum te Brussel, de toestemming om op een terrein bij de oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie” een marien onderzoekslaboratorium op te richten. Daar wou hij zich wijden aan de studie van de zee, maar wou hij ook, in samenwerking met de ‘Laboratoire du Service de Santé’, meer specifiek ingaan op vragen omtrent de zuivering van oesters.<ref name="Archief 1"/><ref name="Vive">Vivé, A. (1994), Du Musée royal d’Histoire naturelle de Belgique à l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique: développement d’un établissement scientifique de l’Etat 1909-1954, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Faculteit Letteren Departement Geschiedenis, Université Libre de Bruxelles. </ref> Dit marien laboratorium werd - vermoedelijk tussen 1909 en 1912 - effectief gesticht, maar het was geen lang leven beschoren. Tijdens WO I werd het labo immers grotendeels vernietigd en ook de kwekerij werd zwaar beschadigd.<ref>[http://www.vliz.be/imis/oma/imis.php?refid=141810 Seys, J.; Lescrauwaet, A.-K.; Mees, J. (2009). De Belgische zeewetenschappen vroeger en nu De Grote Rede 25: 2-12]</ref><ref name="Archief 1"/><ref name="Vive"/> |
− | < | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | <div style = "float:left; padding: | + | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:100px; padding:5px; margin:10px; border:2px solid grey"> |
− | < | + | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?p=show&album=3278&pic=61420 <img title="Op deze luchtfoto van Oostende, genomen bij het begin van de oorlog, zien we de oesterparken van E. Jannsens & Cie (driehoekig terrein boven links) en van Desmet, Roger-Lohr en Stichert-Stracké & Cie (van links naar rechts, midden rechts)." src="http://images.vliz.be/resized/61420.jpg" style="width: 450px"/>]</span></div> |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | </ | ||
+ | Op 12 augustus 1920 bekwam de “Société Stracké et Rau” de hernieuwing van haar concessie voor de uitbating van de oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie”. Deze vergunning stond trouwens nog steeds enkel op naam van August Stracké, en niet op die van Albert Rau.<ref name="Archief 1"/> Door de ouderdom en de oorlog was Stracké echter veel van zijn glans verloren en langzaamaan ontdeed hij zich van het grootste deel van zijn bezittingen. Rond mei 1925 liet Stracké zijn oesterpark dan ook over aan de familie Rau,<ref>[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=128 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).]</ref><ref name="Billiet"/> die echter een tijdlang een samenwerking aanging met de firma [[Oesterpark Vermeersch|”A. Vermeersch & Cie”]] uit Brussel.<ref name="Halewyck"/> De oude putten van "Stichert-Stracké & Cie" zouden dan ook, net als die van [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]] vanaf 1928, uitgebaat worden onder de naam [[Oesterpark Vermeersch|”A. Vermeersch & Cie”]].<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=13769 Le Carillon, 29 juni 1925.]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14136 Le Carillon, 1 september 1928.]</ref> In de loop van de jaren 30 werd deze associatie vermoedelijk stopgezet, want toen verscheen in de lokale kranten reclame voor de putten van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards [[Oesterpark Rau|"A. Rau et Fils"]], anciennement "A. Vermeersch & Cie".'<ref>Zie bijvoorbeeld: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25228 Le Carillon, 30 november 1932.]</ref> Het park overleefde WO II en werd nadien samen met de oude bassins van [[Oesterpark Roger-Lohr|”Roger-Lohr”]] opgekocht door de firma [[Oesterparken Halewyck|”Halewyck & Cie”]]. Het complex bleef slechts tot in 1953 in gebruik als oesterput, maar werd wel tot in 1991 benut voor de kweek van kreeften.<ref>Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.</ref> De oude putten van "Stichert-Stracké & Cie" en [[Oesterpark Roger-Lohr|"Roger-Lohr"]] werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216805 Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.]</ref> In Oostende bestaat trouwens nog steeds een August Strackéstraat, genoemd naar de zakenman die “Stichert-Stracké & Cie” uitbouwde tot één van de belangrijkste Oostendse oesterkwekerijen van de Belle Epoque.</div> | ||
− | + | <div style="float:left;margin-top:5px; margin-bottom:5px"> | |
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=54753 <img title="De oesterput van STICHERT en STRACKE. Deze put bevond zich eveneens aan de Oostzijde van de haven. Op de onderste foto, personeel van de firma." src="http://images.vliz.be/resized/54753.jpg" style="width: 325px"/>]</span></div> | ||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks"> [http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61406 <img title="Zicht op het oesterpark van Stichert-Stracké & Cie, gelegen aan de Mosselhoek in Oostende." src="http://images.vliz.be/resized/61406.jpg" style="width: 325px"/>]</span></div> | ||
+ | |||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks"> [http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=54754 <img title="1910: De oesterput van STICHERT en STRACKE. Zicht op de kweekbedden." src="http://images.vliz.be/resized/54754.jpg" style="width: 325px"/>]</span></div> | ||
+ | |||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks"> [http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61441 <img title="Postkaart met zicht op het oesterpark en de gebouwen van Stichert-Stracké & Cie." src="http://images.vliz.be/resized/61441.jpg" style="width: 325px"/>]</span></div> | ||
+ | |||
+ | <div style="float:left; min-width:100px; min-height:200px; padding: 5px; margin: 5px; border:2px solid grey"> | ||
+ | <span class="plainlinks"> [http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61442 <img title="Postkaart met enkele werknemers van Stichert-Stracké & Cie." src="http://images.vliz.be/resized/61442.jpg" style="width: 325px"/>]</span></div> | ||
+ | |||
+ | </div> | ||
+ | <br style="clear:both"/> | ||
+ | |||
+ | <br> | ||
+ | <br> | ||
+ | <br> | ||
==Referenties== | ==Referenties== | ||
+ | ---- | ||
<references/> | <references/> | ||
==Meer weten== | ==Meer weten== | ||
− | + | ---- | |
− | *Billiet, G. | + | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216793 Billiet, G. (1982). August Stracké en zijn museum De Plate 11(1): 20-24.] |
− | *Billiet, G. | + | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216797 Billiet, G. (1988). Laatste jaren en dood van August Stracké De Plate 17(2): 56-63.] |
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.] | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=73023 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.] | ||
− | *Gevaert, F. | + | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216805 Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.] |
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.] | *[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.] | ||
*[http://www.vliz.be/imis/oma/imis.php?refid=141810 Seys, J.; Lescrauwaet, A.-K.; Mees, J. (2009). De Belgische zeewetenschappen vroeger en nu De Grote Rede 25: 2-12] | *[http://www.vliz.be/imis/oma/imis.php?refid=141810 Seys, J.; Lescrauwaet, A.-K.; Mees, J. (2009). De Belgische zeewetenschappen vroeger en nu De Grote Rede 25: 2-12] | ||
Line 80: | Line 108: | ||
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40214 De Zeewacht, 22 februari 1930.] | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=40214 De Zeewacht, 22 februari 1930.] | ||
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14491 Le Carillon, 29 november 1897.] | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14491 Le Carillon, 29 november 1897.] | ||
+ | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14577 Le Carillon, 9 juni 1898.] | ||
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=16215 Le Carillon, 19 juli 1908.] | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=16215 Le Carillon, 19 juli 1908.] | ||
*[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.] | *[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=17141 Le Carillon, 13 september 1913.] | ||
Line 93: | Line 122: | ||
*[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=132 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Stracké (archiefbestanddeel van 1896 tot 1912).] | *[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=132 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Stracké (archiefbestanddeel van 1896 tot 1912).] | ||
*Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012. | *Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012. | ||
+ | |||
+ | <div style="float: right; border: 1px solid #006784; | ||
+ | width: 180px"> | ||
+ | [[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]] | ||
+ | </div> |
Latest revision as of 08:50, 24 April 2014
|
Oesterparken "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1925)
|
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van de voormalige oesterparken van “Stichert-Stracké & Cie”
|
Eerste oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (1887-ca. 1896)
Opvolger van het oesterpark "Grand Aquarium"
De oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie” was oorspronkelijk een verderzetting van het park “Grand Aquarium”, dat in 1862 door Charles Desmet geïnstalleerd was in de toen bestaande Bassin de Chasse in Oostende.[1] In 1887 werd de kwekerij openbaar verkocht door de notaris Serruys in Oostende. Tijdens de eerste zitdag op 10 januari 1887 werd de prijs op 40.000 frank gebracht. De definitieve verkoop ging door op 24 januari 1887.[2][3] Het complex werd toen vermoedelijk gekocht door August Stracké en Max Stichert, die onder de naam “Stichert-Stracké & Cie” de oesterkwekerij verder openhielden. De concessie voor de huur van de terreinen waarop het park gevestigd was, bleef weliswaar tot 1895 op naam staan van de erfgenamen van Desmet.[1]
August Stracké was een Duitse ondernemer die reeds in 1862, op zestienjarige leeftijd, in Oostende verzeild was geraakt. Hij begon zijn carrière als kelner in het ‘Hôtel d’Allemagne’ in de toenmalige Polderstraat op het Hazegras, maar promoveerde algauw naar hogere posities. Begin februari 1869 werd hij eigenaar van het etablissement. Daarnaast kon Stracké onder andere ook de oprichting van een drukkerij, een brandweerbrigade en een eigen museum op zijn conto schrijven.[4] Dit “Musée Stracké” was een ‘natuurhistorische’ instelling waar een zeer bonte verzameling aan Congolese voorwerpen en opgezette dieren tentoongesteld werd. Het gebouw overleefde de Eerste Wereldoorlog helaas niet.[5] In 1887 besloot de energieke zakenman bovenop al deze bezigheden ook nog de uitbating van een oesterpark voor zijn rekening te nemen. Hiervoor werd hij wel bijgestaan door een andere ingeweken Duitser, Max Stichert. De producten van “Stichert-Stracké & Cie” moeten blijkbaar van hoogstaande kwaliteit geweest zijn, want op de ‘Exposition Universelle de Bordeaux’ in 1895 kregen de exploitanten een ereprijs voor hun werk.[4]
Toen duidelijk werd dat de ‘Bassin de Chasse’ zou moeten verdwijnen door de constructie van de handelsdokken in de Oostendse haven, moest ook “Stichert-Stracké & Cie”, net als de parken ”Desmet” en ”Roger-Lohr”, op zoek naar een nieuwe locatie.[6] Bij deze verhuis zouden de erfgenamen van Charles Desmet uiteindelijk ook hun grondconcessie overdragen aan Stichert en Stracké.[7] De oude gebouwen van "Stichert-Stracké & Cie" bleven tijdens de werken aan het nieuwe havengedeelte nog even bestaan en werden omgebouwd tot een kantine voor de werklui.[8]
Tweede oesterpark "Stichert-Stracké & Cie" (ca. 1896-1925)
Voorloper van het oesterpark "A. Vermeersch & Cie"
Op 9 april 1896 dienden Stichert en Stracké een aanvraag in voor de heropbouw van hun kwekerij op het gebied van de Mosselhoek, een voormalige visserswijk ten oosten van de haven. Eind 1896 waren de constructiewerken volop bezig. Het 39 are 1 centiare grote oesterpark kwam hier naast de putten van ”Desmet” en ”Roger-Lohr” te liggen, die trouwens exact dezelfde afmetingen hadden.[6]
Stichert en Stracké promootten hun firma niet enkel als een uitstekende oesterkwekerij, maar tevens als een toeristische attractie. Op reclameboodschappen werd duidelijk gemaakt dat ‘vreemdelingen’ met plezier toegelaten werden in het bedrijf en er was zelfs een reeks prentkaarten met afbeeldingen van het park beschikbaar. De oesters van “Stichert-Stracké & Cie” waren hoofdzakelijk afkomstig uit het Engelse Whitstable.[6] De zaak kende hoe langer hoe meer succes: waar Stichert en Stracké in hun begindagen zo’n half miljoen oesters per jaar exporteerden, was dit cijfer in 1914 gestegen tot bijna drie miljoen.[9] Andere bronnen spreken zelfs van jaren waarin het park meer dan 6 miljoen oesters uitvoerde. De kwekerij had ook zo'n elftal werknemers in vaste dienst.[10]
Na de dood van Max Stichert in november 1897[11] zette August Stracké de zaak alleen verder. In juli 1908 kreeg Stracké als uitbater echter het gezelschap van ene A. Jacoby en een Albert Rau.[12] Deze laatste was vermoedelijk familie van Strackés vrouw Anna Maria Rau en nam in de loop van de jaren een steeds belangrijkere plaats in bij de exploitatie van de kwekerij. De firma “Stichert-Stracké & Cie” werd ergens tussen 1908 en 1913 zelfs omgedoopt tot de “Société Stracké et Rau”, waarvan Albert Rau in 1913 als mede-bestuurder werd aangeduid.[13] De oesterkwekerij zelf bleef echter wel bestaan onder de naam “Stichert-Stracké & Cie”.[14]
Rond ca. 1909 vroeg professor Gustave Gilson, de directeur van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum te Brussel, de toestemming om op een terrein bij de oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie” een marien onderzoekslaboratorium op te richten. Daar wou hij zich wijden aan de studie van de zee, maar wou hij ook, in samenwerking met de ‘Laboratoire du Service de Santé’, meer specifiek ingaan op vragen omtrent de zuivering van oesters.[1][15] Dit marien laboratorium werd - vermoedelijk tussen 1909 en 1912 - effectief gesticht, maar het was geen lang leven beschoren. Tijdens WO I werd het labo immers grotendeels vernietigd en ook de kwekerij werd zwaar beschadigd.[16][1][15]
Op 12 augustus 1920 bekwam de “Société Stracké et Rau” de hernieuwing van haar concessie voor de uitbating van de oesterkwekerij “Stichert-Stracké & Cie”. Deze vergunning stond trouwens nog steeds enkel op naam van August Stracké, en niet op die van Albert Rau.[1] Door de ouderdom en de oorlog was Stracké echter veel van zijn glans verloren en langzaamaan ontdeed hij zich van het grootste deel van zijn bezittingen. Rond mei 1925 liet Stracké zijn oesterpark dan ook over aan de familie Rau,[17][4] die echter een tijdlang een samenwerking aanging met de firma ”A. Vermeersch & Cie” uit Brussel.[6] De oude putten van "Stichert-Stracké & Cie" zouden dan ook, net als die van ”Roger-Lohr” vanaf 1928, uitgebaat worden onder de naam ”A. Vermeersch & Cie”.[18][19] In de loop van de jaren 30 werd deze associatie vermoedelijk stopgezet, want toen verscheen in de lokale kranten reclame voor de putten van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement "A. Vermeersch & Cie".'[20] Het park overleefde WO II en werd nadien samen met de oude bassins van ”Roger-Lohr” opgekocht door de firma ”Halewyck & Cie”. Het complex bleef slechts tot in 1953 in gebruik als oesterput, maar werd wel tot in 1991 benut voor de kweek van kreeften.[21] De oude putten van "Stichert-Stracké & Cie" en "Roger-Lohr" werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.[22] In Oostende bestaat trouwens nog steeds een August Strackéstraat, genoemd naar de zakenman die “Stichert-Stracké & Cie” uitbouwde tot één van de belangrijkste Oostendse oesterkwekerijen van de Belle Epoque.
Referenties
- ↑ 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).
- ↑ L’Echo d’Ostende, 12 december 1886.
- ↑ L’Echo d’Ostende, 16 januari 1887.
- ↑ 4.0 4.1 4.2 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.
- ↑ Site Stad Oostende, Archief: digitaal artikel over August Stracké.
- ↑ 6.0 6.1 6.2 6.3 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- ↑ Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).
- ↑ Le Carillon, 9 juni 1898.
- ↑ Billiet, G. (1982). August Stracké en zijn museum De Plate 11(1): 20-24.
- ↑ Le Carillon, 25 juni 1927.
- ↑ Le Carillon, 29 november 1897.
- ↑ L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.
- ↑ Le Carillon, 13 september 1913.
- ↑ Zie bijvoorbeeld: Le Littoral, 2 mei 1914. en Le Carillon, 29 juni 1925.
- ↑ 15.0 15.1 Vivé, A. (1994), Du Musée royal d’Histoire naturelle de Belgique à l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique: développement d’un établissement scientifique de l’Etat 1909-1954, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Faculteit Letteren Departement Geschiedenis, Université Libre de Bruxelles.
- ↑ Seys, J.; Lescrauwaet, A.-K.; Mees, J. (2009). De Belgische zeewetenschappen vroeger en nu De Grote Rede 25: 2-12
- ↑ Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).
- ↑ Le Carillon, 29 juni 1925.
- ↑ Le Carillon, 1 september 1928.
- ↑ Zie bijvoorbeeld: Le Carillon, 30 november 1932.
- ↑ Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
- ↑ Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.
Meer weten
- Billiet, G. (1982). August Stracké en zijn museum De Plate 11(1): 20-24.
- Billiet, G. (1988). Laatste jaren en dood van August Stracké De Plate 17(2): 56-63.
- Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.
- Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.
- Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- Seys, J.; Lescrauwaet, A.-K.; Mees, J. (2009). De Belgische zeewetenschappen vroeger en nu De Grote Rede 25: 2-12
- Site Stad Oostende, Archief: digitaal artikel over August Stracké.
- De Zeewacht, 22 februari 1930.
- Le Carillon, 29 november 1897.
- Le Carillon, 9 juni 1898.
- Le Carillon, 19 juli 1908.
- Le Carillon, 13 september 1913.
- Le Carillon, 29 juni 1925.
- Le Carillon, 25 juni 1927.
- Le Carillon, 1 september 1928.
- L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.
- L’Echo d’Ostende, 1 juli 1925.
- L’Echo d’Ostende, 8 februari 1930.
- Le Littoral, 2 mei 1914.
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen diverse concessies oesterputten (archiefbestanddeel van 1856 tot 1939).
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Stracké (archiefbestanddeel van 1896 tot 1912).
- Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.