Difference between revisions of "Oesterpark Janssens Mestdagh"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
 
(27 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
<div style="float:right"><span>[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|--> Naar introductiepagina <--]]</span></div>
+
<div style="float: right; border: 1px solid #006784;
 +
width: 180px">
 +
[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]]
 +
</div>
 
<br>
 
<br>
 
__NOTITLE__
 
__NOTITLE__
==Oesterparken "L. Janssens et Ch. Mestdagh" (voor  1902- ca. 1921)==
 
<br>
 
<googlemap lat="51.223560" lon="2.907648" zoom="12" width="300" height="300" type="satellite" selector="yes" icon="http://maps.gstatic.com/intl/en_us/mapfiles/icon_green.png">
 
  
51.233915, 2.919627, Tweede Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (ca. 1902-1921)
+
{{Oesterkwekerij
51.215851, 2.879072, Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (voor 1902-na 1920)
+
|grote titel=Oesterparken "L. Janssens et Ch. Mestdagh" (voor  1902- ca. 1921)
 +
 
 +
|googlemap= {{#display_map:centre=51.226524,2.905000|
 +
51.233915,2.919627~ ~ ~ ~ ~Tweede Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh";
 +
51.214903,2.878284~ ~ ~ ~ ~Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh"
 +
|type=satellite|zoom=12|height=300px
 +
}}   
 +
 
 +
|onderschrift= Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van de voormalige oesterparken van "L. Janssens en Ch. Mestdagh"
 +
}}
  
</googlemap>
 
 
<br>
 
<br>
 +
 
<span style="color:#00787A; Font-size: 150%">'''<small>Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (voor 1902-na 1920)</small>'''</span>
 
<span style="color:#00787A; Font-size: 150%">'''<small>Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (voor 1902-na 1920)</small>'''</span>
  
De firma “L. Janssens en Ch. Mestdagh” moet reeds voor 1902 uitbater geweest zijn van een oester-en kreeftenpark in Mariakerke. De kwekerij komt immers al voor op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd <ref name="Klausing">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216786 Klausing, J. (1975). Oesterputten te Oostende in 1902 De Plate 4: 5.]</ref> en volgens mondelinge overlevering moet de oesterput zelfs reeds rond 1895 actief geweest zijn.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216803 Leeuwerck, M. (2000). Een sociaal drama rond de oesterput De Plate 29(12): 249-251.]</ref> In november 1905 dienden de ondernemers een aanvraag in voor de constructie van een waterleiding vanaf het uiterste westen van de Oostendse Zeedijk tot aan de bassins ter hoogte van de Raversijdestraat in Mariakerke. Op 13 maart 1906 werd hier toestemming voor gegeven. In dit oesterpark werd na verloop van tijd vooral gefocust op de teelt van kreeften, terwijl de put van dezelfde firma in de Langestraat vooral oesters zou voortbrengen.<ref name="Archief"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=16100 Le Carillon, 30 oktober 1906.]</ref> Wanneer een einde kwam aan de werking van dit park is niet helemaal duidelijk. In 1920 vroeg Louis Janssens echter wel de toestemming om de waterleiding die de oesterput voorzag van vers zeewater af te breken. Het deel van het buizenstel dat over het strand tot aan de voer van de dijk liep, zou volledig vernietigd worden. Het gat in de dijk zou vervolgens dichtgemaakt worden om enige verdere infiltratie van zeewater onmogelijk te maken. Deze aanvraag werd uiteindelijk goedgekeurd op 12 januari 1921. Het lijkt aannemelijk dat de afbraak van de waterleiding ook het einde van de oester- en kreeftenkwekerij in Mariakerke met zich meebracht.<ref name="Archief"/>
 
  
 +
De firma “L. Janssens en Ch. Mestdagh” moet reeds voor 1902 uitbater geweest zijn van een oester-en kreeftenpark in Mariakerke. De kwekerij komt immers al voor op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd <ref name="Klausing">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216786 Klausing, J. (1975). Oesterputten te Oostende in 1902 De Plate 4: 5.]</ref> en volgens mondelinge overlevering moet de oesterput zelfs reeds rond 1895 actief geweest zijn.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216803 Leeuwerck, M. (2000). Een sociaal drama rond de oesterput De Plate 29(12): 249-251.]</ref> In november 1905 dienden de ondernemers een aanvraag in voor de constructie van een waterleiding vanaf het uiterste westen van de Oostendse Zeedijk tot aan de bassins ter hoogte van de Raversijdestraat in Mariakerke. Op 13 maart 1906 werd hier toestemming voor gegeven. In dit oesterpark werd na verloop van tijd vooral gefocust op de teelt van kreeften, terwijl de put van dezelfde firma in de Langestraat vooral oesters zou voortbrengen.<ref name="Archief"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=16100 Le Carillon, 30 oktober 1906.]</ref> Wanneer een einde kwam aan de werking van dit park is niet helemaal duidelijk. In 1920 vroeg Louis Janssens echter wel de toestemming om de waterleiding die de oesterput voorzag van vers zeewater af te breken. Het deel van het buizenstel dat over het strand tot aan de voet van de dijk liep, zou volledig vernietigd worden. Het gat in de dijk ging men vervolgens dichtmaken om enige verdere infiltratie van zeewater te vermijden. Deze aanvraag werd goedgekeurd op 12 januari 1921. Het lijkt aannemelijk dat de afbraak van de waterleiding ook het einde van de oester- en kreeftenkwekerij in Mariakerke met zich meebracht.<ref name="Archief"/>
  
  
Line 20: Line 29:
  
 
:''Voorloper van [[Oesterpark Janssens|oesterpark "Janssens"]]''
 
:''Voorloper van [[Oesterpark Janssens|oesterpark "Janssens"]]''
 +
  
 
Op 18 juli 1901 verkreeg Louis Janssens de toestemming van het Ministerie van Financiën en Openbare werken voor de aanleg van een waterleiding vanaf de Oostendse Visserskaai, doorheen de Cirkelstraat tot aan het eigendom op de hoek van de Langestraat en de Schipperstraat. Op dit adres, de Langestraat 91-93, was Janssens samen met zijn vrouw Emma Sanno toen volop bezig met de constructie van twee huizen en een achterliggende oesterput. De pijpleiding, die verbonden was met de noord-westelijke hoek van het Visserijdok, diende om dit oesterpark van vers water te voorzien.<ref name="Archief">[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=124 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen concessie oesterputten Janssens Louis – Mestdagh P. (archiefbestanddeel van 1901 tot 1928).]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=15209 Le Carillon, 29 oktober 1901.]</ref> Volgens kadastrale gegevens was de aanleg van de huizen en de oesterkwekerij rond 1903 voltooid,<ref name="Hyfte">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216614 Van Hyfte, I. (2009). De oesterput De Plate 4: 94-96.]</ref> maar het oesterpark was vermoedelijk reeds daarvoor actief. Op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd is immers al een verwijzing te vinden naar deze zaak.<ref name="Klausing"/> Hoewel de eigendom op naam stond van Louis Janssens en zijn vrouw, was de uitbating van de oesterput in handen van de vennootschap “Louis Janssens en Charles Mestdagh”. Op het uithangbord dat vandaag nog steeds te bewonderen valt aan de gevel van het gebouw valt trouwens te lezen dat het pand uit 1896 dateert, maar kadastrale gegevens spreken dit tegen.<ref name="Hyfte"/>
 
Op 18 juli 1901 verkreeg Louis Janssens de toestemming van het Ministerie van Financiën en Openbare werken voor de aanleg van een waterleiding vanaf de Oostendse Visserskaai, doorheen de Cirkelstraat tot aan het eigendom op de hoek van de Langestraat en de Schipperstraat. Op dit adres, de Langestraat 91-93, was Janssens samen met zijn vrouw Emma Sanno toen volop bezig met de constructie van twee huizen en een achterliggende oesterput. De pijpleiding, die verbonden was met de noord-westelijke hoek van het Visserijdok, diende om dit oesterpark van vers water te voorzien.<ref name="Archief">[http://archiefbank.oostende.be/ArchiefOverzicht.aspx?id=E2.002%20&doc=124 Stadsarchief Oostende, Briefwisseling en plannen concessie oesterputten Janssens Louis – Mestdagh P. (archiefbestanddeel van 1901 tot 1928).]</ref><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=15209 Le Carillon, 29 oktober 1901.]</ref> Volgens kadastrale gegevens was de aanleg van de huizen en de oesterkwekerij rond 1903 voltooid,<ref name="Hyfte">[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216614 Van Hyfte, I. (2009). De oesterput De Plate 4: 94-96.]</ref> maar het oesterpark was vermoedelijk reeds daarvoor actief. Op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd is immers al een verwijzing te vinden naar deze zaak.<ref name="Klausing"/> Hoewel de eigendom op naam stond van Louis Janssens en zijn vrouw, was de uitbating van de oesterput in handen van de vennootschap “Louis Janssens en Charles Mestdagh”. Op het uithangbord dat vandaag nog steeds te bewonderen valt aan de gevel van het gebouw valt trouwens te lezen dat het pand uit 1896 dateert, maar kadastrale gegevens spreken dit tegen.<ref name="Hyfte"/>
Line 27: Line 37:
  
  
De werking van deze oesterput zal vermoedelijk, net als die van de andere kwekerijen, verstoord zijn door de Eerste Wereldoorlog, maar werd na afloop van dit conflict toch verder gezet. In 1921 diende Louis Janssens alleszins opnieuw een aanvraag in voor de huur van de waterleiding die de bassins verbond met de Visserskaai. Op 24 september 1921 werd dit verzoek ingewilligd. De jaarlijkse huur van deze pijleiding werd trouwens vastgelegd op 100 frank, maar werd het jaar erop gehalveerd tot 50 frank.<ref name="Archief"/> In 1921 werd de vennootschap tussen Charles Mestdagh en Louis Janssens trouwens ontbonden, waarna deze laatste alleen verder ging onder de firmanaam [[Oesterpark Janssens|“Janssens”]].<ref name="Hyfte"/>
+
De werking van deze oesterput zal vermoedelijk, net als die van de andere kwekerijen, verstoord zijn door de Eerste Wereldoorlog, maar werd na afloop van dit conflict toch verder gezet. In 1921 diende Louis Janssens alleszins opnieuw een aanvraag in voor de huur van de waterleiding die de bassins verbond met de Visserskaai. Op 24 september 1921 werd dit verzoek ingewilligd. De jaarlijkse huur van deze pijleiding werd trouwens aanvankelijk vastgelegd op 100 frank, maar werd het jaar erop gehalveerd tot 50 frank.<ref name="Archief"/> In 1921 werd de vennootschap tussen Charles Mestdagh en Louis Janssens trouwens ontbonden, waarna deze laatste alleen verder ging onder de firmanaam [[Oesterpark Janssens|“Janssens”]].<ref name="Hyfte"/>
  
  
Deze eigendom in de Langestraat had Louis Janssens vermoedelijk trouwens geërfd van zijn nonkel Ernest, de eigenaar van het oesterpark [[Oesterpark Ernest Janssens|”E. Janssens & Cie”]]. Deze was in 1899 overleden in het huis aan de Langestraat 93, <ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14811 Le Carillon, 26 augustus 1899.]</ref><ref>[http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/zoekwijze/s?text=ernest+janssens&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_soort=geboorte&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=oostende Rijksarchief Brugge, Burgerlijke stand, Overlijdensakte Ernest Janssens, Oostende, 25 augustus 1899.]</ref> waarna onder andere zijn oesterbedrijf, gelegen ten oosten van de havengeul te Oostende, in handen van zijn neef Lodewijk Janssens-Sanno kwam.<ref name="Kadaster">Kadastraal Archief van de Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Valcke-De Knuyt/Ernest Janssens.</ref> Of Louis Janssens de voormalige put van zijn nonkel ook echt uitgebaat heeft, is echter niet duidelijk. Een foto van het park uit deze periode doet eerder vermoeden dat de gebouwen verhuurd werden aan een heer M. De Muyser. Deze was voordien al actief geweest als uitbater van de [[Oesterpark Park|"N.V. des Huitrières Park Ostende"]]. De zijmuur van het voormalige complex van "E. Janssens & Cie" wordt op die bewuste foto alleszins gesierd door het opschrift 'Huîtrières Park M. De Muyser S(uccesseur)'.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> De bombardementen tijdens WO I maakten van het voormalige complex van “E. Janssens & Cie” uiteindelijk een bouwval. De oesterput werd op 5 november 1920 ten slotte openbaar verkocht om afgebroken te worden. In de aankondiging voor deze verkoop werd nog steeds gesproken over de kwekerij van ‘wijlen heer Ernest Janssens & Cie'.<ref name="Kadaster"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=39785 De Zeewacht, 30 oktober 1920.]</ref>
+
Deze eigendom in de Langestraat had Louis Janssens vermoedelijk trouwens geërfd van zijn nonkel Ernest, de eigenaar van het oesterpark [[Oesterpark Ernest Janssens|”E. Janssens & Cie”]].
  
 +
<div style="float:right; min-width:100px; min-height:100px; padding:5px; margin:10px; border:2px solid grey">
 +
<span class="plainlinks">[http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=55240 <img title="De LANGESTRAAT. De oesterput van Louis JANSSENS en Charles MESTDAGH. Briefhoofd van de firma met beeld van de gebouwen en de oesterbedden." src="http://images.vliz.be/resized/55240.jpg" style="width: 550px"/>]</span></div>
 +
 +
Deze was in 1899 overleden in het huis aan de Langestraat 93,<ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=14811 Le Carillon, 26 augustus 1899.]</ref><ref>[http://search.arch.be/nl/zoeken-naar-personen/zoekresultaat/q/zoekwijze/s?text=ernest+janssens&M=0&V=0&O=0&persoon_0_periode_soort=geboorte&persoon_0_periode_geen=0&plaatsnaam=oostende Rijksarchief Brugge, Burgerlijke stand, Overlijdensakte Ernest Janssens, Oostende, 25 augustus 1899.]</ref> waarna onder andere zijn oesterbedrijf, gelegen ten oosten van de havengeul te Oostende, in handen van zijn neef Lodewijk Janssens-Sanno kwam.<ref name="Kadaster">Kadastraal Archief van de Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Valcke-De Knuyt/Ernest Janssens.</ref> Of Louis Janssens de voormalige put van zijn nonkel ook echt uitgebaat heeft, is echter niet duidelijk. Een foto van het park uit deze periode doet eerder vermoeden dat de gebouwen verhuurd werden aan een heer M. De Muyser. Deze was voordien al actief geweest als uitbater van de [[Oesterpark Park|"N.V. des Huitrières Park Ostende"]]. De zijmuur van het voormalige complex van "E. Janssens & Cie" wordt op die bewuste foto alleszins gesierd door het opschrift 'Huîtrières Park M. De Muyser S(uccesseur)'.<ref>[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]</ref> De bombardementen tijdens WO I maakten van het voormalige complex van “E. Janssens & Cie” een bouwval. De oesterput werd op 5 november 1920 ten slotte openbaar verkocht om afgebroken te worden. In de aankondiging voor deze verkoop werd nog steeds gesproken over de kwekerij van ‘wijlen heer Ernest Janssens & Cie'.<ref name="Kadaster"/><ref>[http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=39785 De Zeewacht, 30 oktober 1920.]</ref>
 +
<br>
 
==Referenties==
 
==Referenties==
 +
----
 
<references/>
 
<references/>
  
 
==Meer weten==
 
==Meer weten==
 +
----
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=64754 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216786 Klausing, J. (1975). Oesterputten te Oostende in 1902 De Plate 4: 5.]
 
*[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=216786 Klausing, J. (1975). Oesterputten te Oostende in 1902 De Plate 4: 5.]
Line 51: Line 68:
 
*Kadastraal Archief van de Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Valcke-De Knuyt/Ernest Janssens.
 
*Kadastraal Archief van de Provincie West-Vlaanderen, oesterpark Valcke-De Knuyt/Ernest Janssens.
  
<div style="float:right"><span>[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|--> Naar introductiepagina <--]]</span></div>
+
<div style="float: right; border: 1px solid #006784;
 +
width: 180px">
 +
[[Historiek_van_de_Belgische_oesterkweek|>>Naar de introductiepagina<<]]
 +
</div>

Latest revision as of 17:02, 27 November 2013


Oesterparken "L. Janssens et Ch. Mestdagh" (voor 1902- ca. 1921)

Loading map...
Hedendaagse kaart van Oostende, met de ligging van de voormalige oesterparken van "L. Janssens en Ch. Mestdagh"



Eerste Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (voor 1902-na 1920)


De firma “L. Janssens en Ch. Mestdagh” moet reeds voor 1902 uitbater geweest zijn van een oester-en kreeftenpark in Mariakerke. De kwekerij komt immers al voor op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd [1] en volgens mondelinge overlevering moet de oesterput zelfs reeds rond 1895 actief geweest zijn.[2] In november 1905 dienden de ondernemers een aanvraag in voor de constructie van een waterleiding vanaf het uiterste westen van de Oostendse Zeedijk tot aan de bassins ter hoogte van de Raversijdestraat in Mariakerke. Op 13 maart 1906 werd hier toestemming voor gegeven. In dit oesterpark werd na verloop van tijd vooral gefocust op de teelt van kreeften, terwijl de put van dezelfde firma in de Langestraat vooral oesters zou voortbrengen.[3][4] Wanneer een einde kwam aan de werking van dit park is niet helemaal duidelijk. In 1920 vroeg Louis Janssens echter wel de toestemming om de waterleiding die de oesterput voorzag van vers zeewater af te breken. Het deel van het buizenstel dat over het strand tot aan de voet van de dijk liep, zou volledig vernietigd worden. Het gat in de dijk ging men vervolgens dichtmaken om enige verdere infiltratie van zeewater te vermijden. Deze aanvraag werd goedgekeurd op 12 januari 1921. Het lijkt aannemelijk dat de afbraak van de waterleiding ook het einde van de oester- en kreeftenkwekerij in Mariakerke met zich meebracht.[3]


Tweede Oesterpark "L. Janssens en Ch. Mestdagh" (ca. 1902-1921)

Voorloper van oesterpark "Janssens"


Op 18 juli 1901 verkreeg Louis Janssens de toestemming van het Ministerie van Financiën en Openbare werken voor de aanleg van een waterleiding vanaf de Oostendse Visserskaai, doorheen de Cirkelstraat tot aan het eigendom op de hoek van de Langestraat en de Schipperstraat. Op dit adres, de Langestraat 91-93, was Janssens samen met zijn vrouw Emma Sanno toen volop bezig met de constructie van twee huizen en een achterliggende oesterput. De pijpleiding, die verbonden was met de noord-westelijke hoek van het Visserijdok, diende om dit oesterpark van vers water te voorzien.[3][5] Volgens kadastrale gegevens was de aanleg van de huizen en de oesterkwekerij rond 1903 voltooid,[6] maar het oesterpark was vermoedelijk reeds daarvoor actief. Op een stadsplan van Oostende dat in 1902 gedrukt werd is immers al een verwijzing te vinden naar deze zaak.[1] Hoewel de eigendom op naam stond van Louis Janssens en zijn vrouw, was de uitbating van de oesterput in handen van de vennootschap “Louis Janssens en Charles Mestdagh”. Op het uithangbord dat vandaag nog steeds te bewonderen valt aan de gevel van het gebouw valt trouwens te lezen dat het pand uit 1896 dateert, maar kadastrale gegevens spreken dit tegen.[6]


In september en oktober 1903 waren Janssens en Mestdagh aanwezig op de ‘Exposition Internationale d’hygiène, santé publique et diverses industries’ in Versailles. De jury van deze expositie kende hen de felbegeerde gouden medaille toe voor hun methode van oesterkweek en –export.[7] Ook tijdens de wereldtentoonstelling van 1913 in Gent mocht “L. Janssens et Ch. Mestdagh”, samen met ”Stichert-Stracké & Cie”, de Oostendse oesterteelt voorstellen aan bezoekers van alle uithoeken van de aardbol.[8][9]


De werking van deze oesterput zal vermoedelijk, net als die van de andere kwekerijen, verstoord zijn door de Eerste Wereldoorlog, maar werd na afloop van dit conflict toch verder gezet. In 1921 diende Louis Janssens alleszins opnieuw een aanvraag in voor de huur van de waterleiding die de bassins verbond met de Visserskaai. Op 24 september 1921 werd dit verzoek ingewilligd. De jaarlijkse huur van deze pijleiding werd trouwens aanvankelijk vastgelegd op 100 frank, maar werd het jaar erop gehalveerd tot 50 frank.[3] In 1921 werd de vennootschap tussen Charles Mestdagh en Louis Janssens trouwens ontbonden, waarna deze laatste alleen verder ging onder de firmanaam “Janssens”.[6]


Deze eigendom in de Langestraat had Louis Janssens vermoedelijk trouwens geërfd van zijn nonkel Ernest, de eigenaar van het oesterpark ”E. Janssens & Cie”.

Deze was in 1899 overleden in het huis aan de Langestraat 93,[10][11] waarna onder andere zijn oesterbedrijf, gelegen ten oosten van de havengeul te Oostende, in handen van zijn neef Lodewijk Janssens-Sanno kwam.[12] Of Louis Janssens de voormalige put van zijn nonkel ook echt uitgebaat heeft, is echter niet duidelijk. Een foto van het park uit deze periode doet eerder vermoeden dat de gebouwen verhuurd werden aan een heer M. De Muyser. Deze was voordien al actief geweest als uitbater van de "N.V. des Huitrières Park Ostende". De zijmuur van het voormalige complex van "E. Janssens & Cie" wordt op die bewuste foto alleszins gesierd door het opschrift 'Huîtrières Park M. De Muyser S(uccesseur)'.[13] De bombardementen tijdens WO I maakten van het voormalige complex van “E. Janssens & Cie” een bouwval. De oesterput werd op 5 november 1920 ten slotte openbaar verkocht om afgebroken te worden. In de aankondiging voor deze verkoop werd nog steeds gesproken over de kwekerij van ‘wijlen heer Ernest Janssens & Cie'.[12][14]

Referenties


Meer weten