Difference between revisions of "Estuariene poliepvlo"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
 
(28 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
{{Revision}}
+
__NOTITLE__
 
+
{{Kader4|Naam=Estuariene poliepvlo
{{Nietinheemse|Naam=<span style="color:#FFFFFF">Estuariene poliepvlo</span>
+
|Foto= <div style="padding:0em 0em 0em 0em">
|abstract= [[Image:Incisocalliope aestuarius.jpg|left|170px|<div style="text-align: center;"> </div>]]
+
[[Image:Incisocalliope aestuarius.jpg|caption|right|140px|]]<span style="color:#FFFFFF"><br style="clear:both">Foto: Marco Faasse (www.acteon.nl)</span></div>
Van oorsprong komt de estuariene poliepvlo ''Incisocalliope aestuarius'' voor in riviermondingen langs de Amerikaanse Atlantische kust. Via schepen, als aanhechting op de romp of in het ballastwater, werd deze soort geïntroduceerd in Europa. De eerste waarneming in België vond plaats in de Zeeschelde in oktober 1996. Deze vlokreeft komt enkel voor in het brakke water van estuaria. Opmerkelijk is dat de soort in de Westerschelde bijna uitsluitend voorkomt in associatie met hydroïdpoliepjes, een habitat die nauwelijks door inheemse vlokreeften wordt benut.
+
|abstract=
<P>
+
Van oorsprong komt de estuariene poliepvlo ''Incisocalliope aestuarius'' voor in riviermondingen langs de Atlantische kust van Amerika. Via schepen - als aanhechting op de romp of in het ballastwater - werd deze soort geïntroduceerd in Europa. De eerste waarneming in België vond plaats in de Zeeschelde in oktober 1996. Deze vlokreeft komt enkel voor in het brakke water van estuaria. Opmerkelijk is dat de soort in de Westerschelde bijna uitsluitend voorkomt in associatie met hydroïdpoliepjes, een habitat dat nauwelijks door inheemse vlokreeften wordt benut.}}
Foto: Marco Faasse (<span class="plainlinks">[http://www.acteon.nl/ www.acteon.nl]</span>)
 
}}
 
 
{{kader3}}
 
{{kader3}}
 
<P>
 
<P>
Line 16: Line 14:
  
  
[http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=148579 ''Incisocalliope aestuarius'' (Watling & Maurer, 1973)]
+
[http://www.marinespecies.org/berms/aphia.php?p=taxdetails&id=148579 ''Incisocalliope aestuarius'' (Watling & Maurer, 1973)]
  
 
<P>
 
<P>
Line 24: Line 22:
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
  
De oorspronkelijke verspreiding van de estuariene poliepvlo strekt zich uit over riviermondingen, tussen Delaware en Georgia langsheen de Amerikaanse oostkust <ref name = Faasse2003>Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2003). The North-American amphipods, Melita nitida Smith, 1873 and Incisocalliope aestuarius (Watling and Maurer, 1973) (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea), introduced to the western Scheldt estuary (The Netherlands) Aquat. Ecol. 37(1): 13-22. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=34073 details]</ref> (Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
De oorspronkelijke verspreiding van de estuariene poliepvlo strekt zich uit over riviermondingen langsheen de Amerikaanse oostkust, tussen Delaware en Georgia <ref name = Faasse2003>Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2003). The North-American amphipods, ''Melita nitida'' Smith, 1873 and ''Incisocalliope aestuarius'' (Watling and Maurer, 1973) (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea), introduced to the western Scheldt estuary (The Netherlands) Aquat. Ecol. 37(1): 13-22. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=34073 details]</ref>.
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 32: Line 29:
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
  
De eerste Belgische waarneming van de estuariene poliepvlo vond plaats in de Zeeschelde nabij de Nederlandse grens en dateert van oktober 1996 <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003). De exemplaren werden aanvankelijk verkeerdelijk als ''Pleusymtes glaber'' gedetermineerd <ref name= Ysebaert2000>Ysebaert, T.J.; De Neve, L.; Meire, P. (2000). The subtidal macrobenthos in the mesohaline part of the Schelde Estuary (Belgium): influenced by man? J. Mar. Biol. Ass. U.K. 80(4): 587-597. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=3713 details]</ref>(Ysebaert et al., 2000). Omdat het zeer onwaarschijnlijk is, dat deze soort in zich in de Zeeschelde kan handhaven, werd dit materiaal herbekeken, en zo bleek dat het wel degelijk de estuariene poliepvlo betrof <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).  
+
De eerste Belgische waarneming van de estuariene poliepvlo vond plaats in de Zeeschelde nabij de Nederlandse grens en dateert van oktober 1996 <ref name = Faasse2003> </ref>. De exemplaren werden aanvankelijk verkeerdelijk als ''Pleusymtes glaber'' gedetermineerd <ref name= Ysebaert2000>Ysebaert, T.J.; De Neve, L.; Meire, P. (2000). The subtidal macrobenthos in the mesohaline part of the Schelde Estuary (Belgium): influenced by man? J. Mar. Biol. Ass. U.K. 80(4): 587-597. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=3713 details]</ref>. Omdat het zeer onwaarschijnlijk is, dat deze soort in zich in de Zeeschelde kan handhaven, werd dit materiaal herbekeken, en zo bleek dat het eigenlijk de estuariene poliepvlo betrof <ref name = Faasse2003> </ref>.  
  
Uit nieuwe analyses van oude stalen <ref name = Brummelhuis1997>Brummelhuis, E.B.M.; Craeymeersch, J.A.; Dimmers, W.; Markusse, R. (1997). Het macrobenthos van de Westerschelde, de Oosterschelde, het Veerse Meer en het Grevelingenmeer in het voorjaar 1997: rapportage in het kader van het Biologisch Monitoring Programma. CEMO/NIOO: Yerseke. 41 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135207 details]</ref>(Brummelhuis et al, 1997) bleek dat de estuariene poliepvlo reeds in 1991 in ons studiegebied aanwezig was in het brakke deel van de Westerschelde, maar ook hier verkeerdelijk als ''Pleusymtes glaber'' gedetermineerd werd <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003). In de 1988-1991 werd in het oostelijke deel van de Nederlandse Westerschelde – tussen Saeftinghe en de Belgische grens – reeds een hoge densiteit van exemplaren teruggevonden die als ''Pleusymtes glaber'' determineert werden <ref name =Cat1993>Cattrijsse, A.; Mees, J.; Hamerlynck, O. (1993). The hyperbenthic Amphipoda and Isopoda of the Voordelta and the Westerschelde estuary Cah. Biol. Mar. 34(2): 187-200. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=2671 details] </ref> (Cattrijsse et al. 1993). Daar deze exemplaren niet herbekeken werden, kan er echter niet met zekerheid gezegd worden dat hier eveneens om de estuariene poliepvlo betrof <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
Uit nieuwe analyses van oude stalen <ref name = Brummelhuis1997>Brummelhuis, E.B.M.; Craeymeersch, J.A.; Dimmers, W.; Markusse, R. (1997). Het macrobenthos van de Westerschelde, de Oosterschelde, het Veerse Meer en het Grevelingenmeer in het voorjaar 1997: rapportage in het kader van het Biologisch Monitoring Programma. CEMO/NIOO: Yerseke. 41 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135207 details]</ref> bleek dat de estuariene poliepvlo reeds in 1991 in ons studiegebied aanwezig was in het brakke deel van de Westerschelde, maar ook hier verkeerdelijk als ''Pleusymtes glaber'' gedetermineerd werd <ref name = Faasse2003> </ref>. In de 1988-1991 werd in het oostelijke deel van de Nederlandse Westerschelde – tussen Saeftinghe en de Belgische grens – reeds een hoge densiteit van exemplaren teruggevonden die als ''Pleusymtes glaber'' gedetermineerd werden <ref name =Cat1993>Cattrijsse, A.; Mees, J.; Hamerlynck, O. (1993). The hyperbenthic Amphipoda and Isopoda of the Voordelta and the Westerschelde estuary Cah. Biol. Mar. 34(2): 187-200. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=2671 details] </ref>. Daar deze exemplaren niet herbekeken werden, kan er echter niet met zekerheid gezegd worden dat hier eveneens de estuariene poliepvlo betrof <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 41: Line 38:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
  
Anno 2003 reikte het gekende verspreidingsgebied van de estuariene poliepvlo in het Schelde-estuarium van Baarland (30 kilometer stroomopwaarts van de monding) tot in Doel (vijf kilometer stroomopwaarts van de Belgisch-Nederlandse grens) <ref name = Faasse2003> </ref> (Faasse & van Moorsel, 2003).
+
Anno 2003 reikte het gekende verspreidingsgebied van de estuariene poliepvlo in het Schelde-estuarium van Baarland (30 kilometer stroomopwaarts van de monding) tot in Doel (5 kilometer stroomopwaarts van de Belgisch-Nederlandse grens) <ref name = Faasse2003> </ref>.
  
Deze poliepvlo wordt in de Westerschelde vooral waargenomen in modderige poeltjes tussen stenen, net boven de laagwaterlijn vastgehecht op hydroïdpoliepjes (voornamelijk poliepen van gedraaide zeedraad ''Hartlaubella gelatinosa''). In de Westerschelde hechtten deze poliepen zich zelf vast op niet-inheemse [[Japanse oester|Japanse oesters]] ''Crassostrea gigas''. Er vonden eveneens enkele waarnemingen van de estuariene poliepvlo plaats op stenen op een diepte van 5 tot 9,5 meter <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & van Moorsel, 2003).  
+
Deze poliepvlo wordt in de Westerschelde vooral waargenomen in modderige poeltjes, tussen stenen net boven de laagwaterlijn en vastgehecht op hydroïdpoliepjes (voornamelijk poliepen van gedraaide zeedraad ''Hartlaubella gelatinosa''). In de Westerschelde hechten deze poliepen zich vast op niet-inheemse [[Japanse oester|Japanse oesters]] ''Crassostrea gigas''. Er vonden eveneens enkele waarnemingen van de estuariene poliepvlo plaats op stenen op een diepte van 5 tot 9,5 meter <ref name = Faasse2003> </ref>.<P>
In de Zeeschelde blijft de soort vooralsnog een zeldzame soort die enkel onder de laagwaterlijn is aangetroffen. In de Zeeschelde lijkt de soort minder afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van hydroïdpoliepjes. Na 2002 is de soort hier niet meer teruggevonden <ref name =Soors>Persoonlijke mededeling door [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=2753 Jan Soors] 2011.</ref>(pers com Jan Soors).
+
In de Zeeschelde blijft de soort vooralsnog een zeldzame soort die enkel onder de laagwaterlijn is aangetroffen. In de Zeeschelde lijkt de soort minder afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van hydroïdpoliepjes. Na 2002 is de soort hier niet meer teruggevonden <ref name =Soors>Persoonlijke mededeling door [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=2753 Jan Soors] 2011.</ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 51: Line 48:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
  
In Europa is de estuariene poliepvlo voorlopig enkel gekend in het Schelde-estuarium. <ref name = Daisie> DAISIE. Species Factsheet. ''Incisocalliope aestuarius''. [http://www.europe-aliens.org/speciesFactsheet.do?speciesId=53352# online beschikbaar], geraadpleegd op 24-10-2011. </ref> http://www.europe-aliens.org/speciesFactsheet.do?speciesId=53352#. Er wordt vermoed dat deze exoot in de toekomst ook in andere Europese estuaria zal voorkomen <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
In Europa is de estuariene poliepvlo voorlopig enkel gekend in het Schelde-estuarium <ref name = Daisie> DAISIE European Invasive Alien Species Gateway, 2008. ''Incisocalliope aestuarius''. Available from: http://www.europe-aliens.org/speciesFactsheet.do?speciesId=53352# [Accessed 24th October 2011] </ref>. Er wordt vermoed dat deze exoot in de toekomst ook in andere Europese estuaria zal voorkomen <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 58: Line 55:
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
  
De estuariene poliepvlo heeft de Schelde wellicht bereikt, vastgehecht aan scheepsrompen of via het ballastwater van schepen <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003). Omdat de larven van vlokreeftjes zich niet efficiënt verspreiden zal het Europese verspreidingsgebied van deze vlokreeftsoort gefragmenteerd zijn <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
De estuariene poliepvlo heeft de Schelde wellicht bereikt, door zich vast te hechten aan scheepsrompen of via het ballastwater van schepen <ref name = Faasse2003> </ref>. Omdat de larven van vlokreeftjes zich niet efficiënt verspreiden zal het Europese verspreidingsgebied van deze vlokreeftsoort gefragmenteerd zijn <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 65: Line 62:
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>===
  
De verspreiding van de estuariene poliepvlo in de Schelde wordt voornamelijk in de hand gewerkt door de aanwezigheid van artificiële harde substraten, zoals stenen voor oeverversterking en kademuren. Deze vlokreeft komt bij ons voor in associatie met hydroïdpoliepen die zich op deze vaste substraten gevestigd hebben. Omdat deze habitat amper benut wordt door inheemse soorten ondervindt de estuariene poliepvlo bij ons nauwelijks concurrentie <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
De verspreiding van de estuariene poliepvlo in de Schelde wordt voornamelijk in de hand gewerkt door de aanwezigheid van artificiële harde substraten, zoals stenen voor oeverversterking en kademuren. Deze vlokreeft komt bij ons voor in associatie met hydroïdpoliepen die zich op deze vaste substraten gevestigd hebben. Omdat dit habitat amper benut wordt door inheemse soorten ondervindt de estuariene poliepvlo bij ons nauwelijks concurrentie <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 73: Line 69:
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
  
In het oorsprongsgebied – de Amerikaanse oostkust – kan men de estuariene poliepvlo terugvinden in brakwatergebieden met zoutgehaltes variërend van 10 tot 33 PSU. Daarnaast kan deze exoot hier temperaturen tussen -2 en 29°C verdragen. Door zijn vermogen om grote verschillen in het zoutgehalte en de temperatuur te tolereren, kan hij aarden in een brede waaier aan habitats <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
In het oorsprongsgebied – de Amerikaanse oostkust – kan men de estuariene poliepvlo terugvinden in brakwatergebieden met zoutgehaltes variërend van 10 tot 33 PSU. Daarnaast kan deze exoot temperaturen tussen -2 en 29 °C verdragen. Door zijn vermogen om grote verschillen in het zoutgehalte en de temperatuur te tolereren, kan hij aarden in een brede waaier aan habitats <ref name = Faasse2003> </ref>.
  
De estuariene poliepvlo hecht zich krachtig vast op de verticale delen van hydroïdpoliepkolonies. De structuur van de monddelen zou suggereren dat deze exoot als parasiet op deze kolonies leeft. Dit vlokreeftje wordt vooral aangetroffen in vastgehecht aan gedraaide zeedraad ''Hartlaubella gelatinosa'', een hydroïdpoliepsoort die bijna exclusief voorkomt op [[Japanse oester|Japanse oesters]] ''Crassostrea gigas''. Deze laatste – ook niet-inheemse soort – heeft zich ondertussen tot diep in het Schelde-estuarium kunnen vestigen op de veelvuldig aanwezige artificiële harde substraten, waarna de vestiging van gedraaide zeedraad en later de estuariene poliepvlo mogelijk werd <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
De estuariene poliepvlo hecht zich krachtig vast op de verticale delen van hydroïdpoliepkolonies. De structuur van de monddelen zou suggereren dat deze exoot als parasiet op deze kolonies leeft. Dit vlokreeftje wordt vooral aangetroffen vastgehecht aan gedraaide zeedraad ''Hartlaubella gelatinosa'', een hydroïdpoliepsoort die bijna exclusief voorkomt op [[Japanse oester|Japanse oesters]] ''Crassostrea gigas''. Deze laatste – ook niet-inheemse soort – heeft zich ondertussen tot diep in het Schelde-estuarium kunnen vestigen op de veelvuldig aanwezige artificiële harde substraten, waarna de vestiging van gedraaide zeedraad en later de estuariene poliepvlo mogelijk werd <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
 
De afwezigheid van de estuariene poliepvlo tussen hydroïdpoliepen in de haven van Walsoorden (Nederlandse Westerschelde) suggereert dat de voorkeur van deze soort uitgaat naar snelstromend water, zoals die in de vaargeul. Het echter is niet uitgesloten dat andere ongunstige omstandigheden in de haven aan de basis van zijn afwezigheid liggen <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
 
  
 +
De afwezigheid van de estuariene poliepvlo tussen hydroïdpoliepen in de haven van Walsoorden (Nederlandse Westerschelde) suggereert dat de voorkeur van deze soort uitgaat naar snelstromend water, zoals die in de vaargeul. Het echter is niet uitgesloten dat andere ongunstige omstandigheden in de haven aan de basis van zijn afwezigheid liggen <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 93: Line 88:
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
  
De estuariene poliepvlo is met het blote oog moeilijk van andere vlokreeftsoorten te onderscheiden. Via de microscoop onderscheid de estuariene poliepvlo zich door de afwezigheid van een tand op de rug ter hoogte van de pootjes <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
De estuariene poliepvlo is met het blote oog moeilijk van andere vlokreeftsoorten te onderscheiden. Microscopisch gezien onderscheidt de estuariene poliepvlo zich door de afwezigheid van een tand op de rug ter hoogte van de pootjes <ref name = Faasse2003> </ref>.
  
In tegenstelling tot de inheemse vlokreeftjes is deze soort nauw verbonden met hydroïdpoliepen zoals gedraaide zeedraad. Bij het verzamelen van deze zeedraadkolonies vertoont deze vlokreeft een typische vluchtreactie door naar het midden van de kolonie te kruipen. Door zijn donkerbruine kleur en lichtbruine strepen en vlekken is deze exoot moeilijk te onderscheiden tussen de hydroïdpoliepkolonies <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
+
In tegenstelling tot de inheemse vlokreeftjes is deze soort nauw verbonden met hydroïdpoliepen zoals gedraaide zeedraad ''Hartlaubella gelatinosa''. Bij het verzamelen van deze zeedraadkolonies vertoont deze vlokreeft een typische vluchtreactie door naar het midden van de kolonie te kruipen. Door zijn donkerbruine kleur en lichtbruine strepen en vlekken is deze exoot moeilijk te onderscheiden tussen de hydroïdpoliepkolonies <ref name = Faasse2003> </ref>.
 +
<P>
 +
<BR>
 +
<P>
 +
 
 +
===<span style="color:#00787A">Weetjes</span>===
  
 +
====<span style="color:#00787A">''Zoek de fout...''</span>====
  
 +
De determinatie van vlokreeftjes is op zich geen gemakkelijke taak. Gezien de estuariene poliepvlo van nature niet in onze streken voorkwam, werd de soort niet vermeld in de Europese determinatiegidsen. Bijgevolg werden de exemplaren uit de Schelde aanvankelijk verkeerd gedetermineerd als ''Pleusymtes glaber'' <ref name = Ysebaert2000> </ref>  en ''Parapleustes assimilis'' <ref name = Brummelhuis1997> </ref>. Door het zorgvuldig bewaren van de stalen, kon men op een later tijdstip nog correcties uitvoeren. De heridentificaties werden gedaan omdat de ecologische voorkeuren (zoutgehalte en temperatuur) van de veronderstelde soorten niet overeenkwamen met hun gekende verspreiding <ref name = Faasse2003> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
 +
===<span style="color:#00787A">Hoe verwijzen naar deze pagina?</span>===
 +
{{Kader5|
 +
SoortnaamNL=Estuariene poliepvlo |
 +
SoortnaamLt=Incisocalliope aestuarius|
 +
Naamlector=Jan Soors|
 +
refid=210302|}}
  
===<span style="color:#00787A">Weetjes</span>===
 
  
====<span style="color:#00787A">''Zoek de fout...''</span>====
 
  
De determinatie van vlokreeftjes is op zich geen gemakkelijke taak. Gezien de estuariene poliepvlo van nature niet in onze streken voorkwam, werd de soort niet vermeld in de Europese determinatiegidsen. Bijgevolg werden de exemplaren uit de Schelde aanvankelijk verkeerd gedetermineerd als ''Pleusymtes glaber'' <ref name = Ysebaert2000> </ref> (Ysebaert et al., 2000) en ''Parapleustes assimilis'' <ref name = Brummelhuis1997> </ref>(Brummelhuis et al., 1997). Door het zorgvuldig bewaren van de stalen, kon men op een later tijdstip nog correcties uitvoeren. De heridentificaties werden gedaan omdat de ecologische voorkeuren (zoutgehalte en temperatuur) van de veronderstelde soorten eigenlijk niet overeenkwamen met hun verspreiding <ref name = Faasse2003> </ref>(Faasse & Van Moorsel, 2003).
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>

Latest revision as of 17:15, 28 February 2013

Warning: Deze pagina wordt niet langer bijgewerkt. Meer recente info is te vinden op http://www.vliz.be/niet-inheemse-soorten


Estuariene poliepvlo
Van oorsprong komt de estuariene poliepvlo Incisocalliope aestuarius voor in riviermondingen langs de Atlantische kust van Amerika. Via schepen - als aanhechting op de romp of in het ballastwater - werd deze soort geïntroduceerd in Europa. De eerste waarneming in België vond plaats in de Zeeschelde in oktober 1996. Deze vlokreeft komt enkel voor in het brakke water van estuaria. Opmerkelijk is dat de soort in de Westerschelde bijna uitsluitend voorkomt in associatie met hydroïdpoliepjes, een habitat dat nauwelijks door inheemse vlokreeften wordt benut.
Incisocalliope aestuarius.jpg

Foto: Marco Faasse (www.acteon.nl)




Wetenschappelijke naam

Incisocalliope aestuarius (Watling & Maurer, 1973)


Oorspronkelijke verspreiding

De oorspronkelijke verspreiding van de estuariene poliepvlo strekt zich uit over riviermondingen langsheen de Amerikaanse oostkust, tussen Delaware en Georgia [1].


Eerste waarneming in België

De eerste Belgische waarneming van de estuariene poliepvlo vond plaats in de Zeeschelde nabij de Nederlandse grens en dateert van oktober 1996 [1]. De exemplaren werden aanvankelijk verkeerdelijk als Pleusymtes glaber gedetermineerd [2]. Omdat het zeer onwaarschijnlijk is, dat deze soort in zich in de Zeeschelde kan handhaven, werd dit materiaal herbekeken, en zo bleek dat het eigenlijk de estuariene poliepvlo betrof [1].

Uit nieuwe analyses van oude stalen [3] bleek dat de estuariene poliepvlo reeds in 1991 in ons studiegebied aanwezig was in het brakke deel van de Westerschelde, maar ook hier verkeerdelijk als Pleusymtes glaber gedetermineerd werd [1]. In de 1988-1991 werd in het oostelijke deel van de Nederlandse Westerschelde – tussen Saeftinghe en de Belgische grens – reeds een hoge densiteit van exemplaren teruggevonden die als Pleusymtes glaber gedetermineerd werden [4]. Daar deze exemplaren niet herbekeken werden, kan er echter niet met zekerheid gezegd worden dat hier eveneens de estuariene poliepvlo betrof [1].


Verspreiding in België

Anno 2003 reikte het gekende verspreidingsgebied van de estuariene poliepvlo in het Schelde-estuarium van Baarland (30 kilometer stroomopwaarts van de monding) tot in Doel (5 kilometer stroomopwaarts van de Belgisch-Nederlandse grens) [1].

Deze poliepvlo wordt in de Westerschelde vooral waargenomen in modderige poeltjes, tussen stenen net boven de laagwaterlijn en vastgehecht op hydroïdpoliepjes (voornamelijk poliepen van gedraaide zeedraad Hartlaubella gelatinosa). In de Westerschelde hechten deze poliepen zich vast op niet-inheemse Japanse oesters Crassostrea gigas. Er vonden eveneens enkele waarnemingen van de estuariene poliepvlo plaats op stenen op een diepte van 5 tot 9,5 meter [1].

In de Zeeschelde blijft de soort vooralsnog een zeldzame soort die enkel onder de laagwaterlijn is aangetroffen. In de Zeeschelde lijkt de soort minder afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van hydroïdpoliepjes. Na 2002 is de soort hier niet meer teruggevonden [5].


Verspreiding in onze buurlanden

In Europa is de estuariene poliepvlo voorlopig enkel gekend in het Schelde-estuarium [6]. Er wordt vermoed dat deze exoot in de toekomst ook in andere Europese estuaria zal voorkomen [1].


Wijze van introductie

De estuariene poliepvlo heeft de Schelde wellicht bereikt, door zich vast te hechten aan scheepsrompen of via het ballastwater van schepen [1]. Omdat de larven van vlokreeftjes zich niet efficiënt verspreiden zal het Europese verspreidingsgebied van deze vlokreeftsoort gefragmenteerd zijn [1].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

De verspreiding van de estuariene poliepvlo in de Schelde wordt voornamelijk in de hand gewerkt door de aanwezigheid van artificiële harde substraten, zoals stenen voor oeverversterking en kademuren. Deze vlokreeft komt bij ons voor in associatie met hydroïdpoliepen die zich op deze vaste substraten gevestigd hebben. Omdat dit habitat amper benut wordt door inheemse soorten ondervindt de estuariene poliepvlo bij ons nauwelijks concurrentie [1].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

In het oorsprongsgebied – de Amerikaanse oostkust – kan men de estuariene poliepvlo terugvinden in brakwatergebieden met zoutgehaltes variërend van 10 tot 33 PSU. Daarnaast kan deze exoot temperaturen tussen -2 en 29 °C verdragen. Door zijn vermogen om grote verschillen in het zoutgehalte en de temperatuur te tolereren, kan hij aarden in een brede waaier aan habitats [1].

De estuariene poliepvlo hecht zich krachtig vast op de verticale delen van hydroïdpoliepkolonies. De structuur van de monddelen zou suggereren dat deze exoot als parasiet op deze kolonies leeft. Dit vlokreeftje wordt vooral aangetroffen vastgehecht aan gedraaide zeedraad Hartlaubella gelatinosa, een hydroïdpoliepsoort die bijna exclusief voorkomt op Japanse oesters Crassostrea gigas. Deze laatste – ook niet-inheemse soort – heeft zich ondertussen tot diep in het Schelde-estuarium kunnen vestigen op de veelvuldig aanwezige artificiële harde substraten, waarna de vestiging van gedraaide zeedraad en later de estuariene poliepvlo mogelijk werd [1].

De afwezigheid van de estuariene poliepvlo tussen hydroïdpoliepen in de haven van Walsoorden (Nederlandse Westerschelde) suggereert dat de voorkeur van deze soort uitgaat naar snelstromend water, zoals die in de vaargeul. Het echter is niet uitgesloten dat andere ongunstige omstandigheden in de haven aan de basis van zijn afwezigheid liggen [1].


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

Het is niet gekend welke effecten deze soort op zijn omgeving heeft.


Specifieke kenmerken

De estuariene poliepvlo is met het blote oog moeilijk van andere vlokreeftsoorten te onderscheiden. Microscopisch gezien onderscheidt de estuariene poliepvlo zich door de afwezigheid van een tand op de rug ter hoogte van de pootjes [1].

In tegenstelling tot de inheemse vlokreeftjes is deze soort nauw verbonden met hydroïdpoliepen zoals gedraaide zeedraad Hartlaubella gelatinosa. Bij het verzamelen van deze zeedraadkolonies vertoont deze vlokreeft een typische vluchtreactie door naar het midden van de kolonie te kruipen. Door zijn donkerbruine kleur en lichtbruine strepen en vlekken is deze exoot moeilijk te onderscheiden tussen de hydroïdpoliepkolonies [1].


Weetjes

Zoek de fout...

De determinatie van vlokreeftjes is op zich geen gemakkelijke taak. Gezien de estuariene poliepvlo van nature niet in onze streken voorkwam, werd de soort niet vermeld in de Europese determinatiegidsen. Bijgevolg werden de exemplaren uit de Schelde aanvankelijk verkeerd gedetermineerd als Pleusymtes glaber [2] en Parapleustes assimilis [3]. Door het zorgvuldig bewaren van de stalen, kon men op een later tijdstip nog correcties uitvoeren. De heridentificaties werden gedaan omdat de ecologische voorkeuren (zoutgehalte en temperatuur) van de veronderstelde soorten niet overeenkwamen met hun gekende verspreiding [1].


Hoe verwijzen naar deze pagina?

VLIZ Alien Species Consortium (2011). Estuariene poliepvlo – Incisocalliope aestuarius. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Geraadpleegd op 25-11-2024. Beschikbaar op
http://www.vliz.be/wiki/Lijst_niet-inheemse_soorten_Belgisch_deel_Noordzee_en_aanpalende_estuaria


Lector: Jan Soors
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=project&proid=2170
Deze fiche (versie 2011) is ook als pdf beschikbaar op http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=210302


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.00 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2003). The North-American amphipods, Melita nitida Smith, 1873 and Incisocalliope aestuarius (Watling and Maurer, 1973) (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea), introduced to the western Scheldt estuary (The Netherlands) Aquat. Ecol. 37(1): 13-22. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "Faasse2003" defined multiple times with different content
  2. 2.0 2.1 Ysebaert, T.J.; De Neve, L.; Meire, P. (2000). The subtidal macrobenthos in the mesohaline part of the Schelde Estuary (Belgium): influenced by man? J. Mar. Biol. Ass. U.K. 80(4): 587-597. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Ysebaert2000" defined multiple times with different content
  3. 3.0 3.1 Brummelhuis, E.B.M.; Craeymeersch, J.A.; Dimmers, W.; Markusse, R. (1997). Het macrobenthos van de Westerschelde, de Oosterschelde, het Veerse Meer en het Grevelingenmeer in het voorjaar 1997: rapportage in het kader van het Biologisch Monitoring Programma. CEMO/NIOO: Yerseke. 41 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "Brummelhuis1997" defined multiple times with different content
  4. Cattrijsse, A.; Mees, J.; Hamerlynck, O. (1993). The hyperbenthic Amphipoda and Isopoda of the Voordelta and the Westerschelde estuary Cah. Biol. Mar. 34(2): 187-200. details
  5. Persoonlijke mededeling door Jan Soors 2011.
  6. DAISIE European Invasive Alien Species Gateway, 2008. Incisocalliope aestuarius. Available from: http://www.europe-aliens.org/speciesFactsheet.do?speciesId=53352# [Accessed 24th October 2011]