Difference between revisions of "Oesterpark Vermeersch"
(→Tweede Oesterpark “A. Vermeersch & Cie” (ca. 1928-ca. 1932)) |
|||
Line 25: | Line 25: | ||
− | Vermoedelijk werd de samenwerking tussen de familie Rau en de maatschappij “A. Vermeersch & Cie” ergens in november 1932 stopgezet. Op 26 november 1932 verscheen in ''La Carillon'' immers nog reclame voor de parken van “A. Vermeersch & Cie”, op 11 november 1932 publiceerde dezelfde krant een advertentie van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards [[Oesterpark Rau|"A. Rau et Fils"]], anciennement "A. Vermeersch & Cie".'<ref>Zie: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25227 Le Carillon, 26 november 1932.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25228 Le Carillon, 30 november 1932.]</ref> Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.<ref name="Halewyck"/> De oude parken van [[Oesterpark Roger-Lohr|“Roger-Lohr”]] en [[Oesterpark Stichert-Stracke| | + | Vermoedelijk werd de samenwerking tussen de familie Rau en de maatschappij “A. Vermeersch & Cie” ergens in november 1932 stopgezet. Op 26 november 1932 verscheen in ''La Carillon'' immers nog reclame voor de parken van “A. Vermeersch & Cie”, op 11 november 1932 publiceerde dezelfde krant een advertentie van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards [[Oesterpark Rau|"A. Rau et Fils"]], anciennement "A. Vermeersch & Cie".'<ref>Zie: [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25227 Le Carillon, 26 november 1932.] en [http://god.biboostende.be/ViewDocument.asp?FTCID=25228 Le Carillon, 30 november 1932.]</ref> Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.<ref name="Halewyck"/> De oude parken van [[Oesterpark Roger-Lohr|“Roger-Lohr”]] en [[Oesterpark Stichert-Stracke|“Stichert-Stracké & Cie”]] kwamen uiteindelijk in handen van [[Oesterparken Halewyck|”Halewyck & Cie”]], die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij aanwendde. <ref>Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.</ref> De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.<ref>Gevaert, F., De metamorfose van de haven van Oostende (deel 9), De Plate 2006.</ref> |
− | |||
==Referenties== | ==Referenties== |
Revision as of 11:37, 4 June 2012
Contents
Oesterpark "A. Vermeersch & Cie" (ca. 1925-ca. 1932)
Eerste oesterpark "A. Vermeersch & Cie" (ca. 1925-ca. 1932)
Opvolger van tweede oesterpark "Stichert-Stracké & Cie"
Voorloper van oesterpark "A. Rau et Fils"
Rond mei 1925 liet August Stracké de oesterkwekerij oesterpark “Stichert-Stracké & Cie” die hij sinds ca. 1896 uitbaatte aan de Mosselhoek in Oostende, over aan Albert en René Rau. [1][2] Vermoedelijk waren deze twee heren familie van Strackés eerste vrouw Anna Maria Rau. Albert was reeds sinds het begin van de twintigste eeuw betrokken in de uitbating van de oesterkwekerij oesterpark “Stichert-Stracké & Cie” en blijkbaar volgde zijn zoon René in zijn voetsporen. [3][2] De familie Rau ging in deze periode echter een tijdlang een samenwerking aan met de firma “A. Vermeersch & Cie” uit Brussel, waardoor het oude park van oesterpark “Stichert-Stracké & Cie” vanaf 1925 ook uitgebaat werd onder de naam “A. Vermeersch & Cie”.[4]
De moedermaatschappij van de nieuwe oesterkwekerij was de bekende Brusselse viswinkel “Poissonnerie Thielemans”, gelegen aan de Baksteenkaai 16. In Oostende specialiseerde “A. Vermeersch & Cie” zich echter eerder in grote leveringen aan hotels en restaurant. Naast verse oesters, konden deze etablissementen bij de firma ook terecht voor onder andere kaviaar, kreeft, rivierkreeft, langoesten, garnalen, zalm, paling, snoek, haring en mosselen.[5][6] “A. Vermeersch & Cie” begon hier vanaf 1925 met de grootschalige teelt van de Portugese oester, die toen nog niet helemaal ingeburgerd was in onze streken. Deze oesters, die een eerder groen uitzicht hadden, werden ook al voor WO I verkocht, maar slechts in zeer beperkte mate. Het waren immers oesters van een inferieur niveau vergeleken met de haar platte Engelse tegenhanger. Nadat de aanvoer van dit laatste type begin jaren 20 echter stokte omwille van een epidemie in de Britse kwekerijen, kwamen de Portugese dieren sterken opzetten. Aanvankelijk wekten ze enige afkeer op bij de consumenten, maar na enkele jaren raakten ze toch ingeburgerd. [4] Naast Portugese waren ook Zeeuwse oesters te verkrijgen bij “A. Vermeersch & Cie”, al waren deze omwille van hun superieure kwaliteit enorm duur en daarom ook eerder zeldzaam.[7]
Tweede Oesterpark “A. Vermeersch & Cie” (ca. 1928-ca. 1932)
Opvolger van tweede oesterpark "Roger-Lohr"
Voorloper van oesterpark "A. Rau et Fils"
Rond ca. 1928 moet “A. Vermeersch & Cie” haar oesterpark uitgebreid hebben naar de naburige putten van de oude kwekerij “Roger-Lohr”. In de lokale krant La Carillon werd op 1 september 1928 immers gemeld dat het park dat sinds ca. 1896 gelegen was aan de Oostendse Mosselhoek, in handen was gekomen van “A. Vermeersch & Cie”.[8] De Brusselse firma maakte in de daaropvolgende jaren volop gebruik van de goede reputatie van haar voorgangers om reclame te maken voor de eigen zaak. In plaatselijke kranten verklaarde “A. Vermeersch & Cie” immers meermaals dat het hun bedoeling was om, in navolging van “Roger-Lohr” en oesterpark “Stichert-Stracké & Cie”, de Oostendse oester opnieuw naam en faam te bezorgen in heel Europa. [9]
Vermoedelijk werd de samenwerking tussen de familie Rau en de maatschappij “A. Vermeersch & Cie” ergens in november 1932 stopgezet. Op 26 november 1932 verscheen in La Carillon immers nog reclame voor de parken van “A. Vermeersch & Cie”, op 11 november 1932 publiceerde dezelfde krant een advertentie van de 'Grand Parcs Aux Huîtres et Homards "A. Rau et Fils", anciennement "A. Vermeersch & Cie".'[10] Tijdens WO II werden de putten grotendeels vernield, waarna de familie Rau de oesterkweek stopzette.[4] De oude parken van “Roger-Lohr” en “Stichert-Stracké & Cie” kwamen uiteindelijk in handen van ”Halewyck & Cie”, die ze tot 1953 als oester- en tot 1991 als kreeftenkwekerij aanwendde. [11] De putten werden uiteindelijk in 1995, bijna 100 jaar na hun aanleg, gedempt.[12]
Referenties
- ↑ Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).
- ↑ 2.0 2.1 Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.
- ↑ L’Echo d’Ostende, 7 juli 1908.
- ↑ 4.0 4.1 4.2 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- ↑ Le Carillon, 29 juni 1925.
- ↑ L’Echo d’Ostende, 1 juli 1925.
- ↑ Le Carillon, 25 juni 1927.
- ↑ Le Carillon, 1 september 1928.
- ↑ Zie bijvoorbeeld: De Zeewacht, 22 februari 1930. en L’Echo d’Ostende, 8 februari 1930.
- ↑ Zie: Le Carillon, 26 november 1932. en Le Carillon, 30 november 1932.
- ↑ Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
- ↑ Gevaert, F., De metamorfose van de haven van Oostende (deel 9), De Plate 2006.
Meer weten
- Billiet, G. (1993). August Stracké, een levensschets De Plate 22(6-7-8): 163-197.
- Gevaert, F., De metamorfose van de haven van Oostende (deel 9), De Plate 2006.
- Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- De Zeewacht, 22 februari 1930.
- Le Carillon, 29 juni 1925.
- Le Carillon, 25 juni 1927.
- Le Carillon, 1 september 1928.
- Le Carillon, 26 november 1932.
- Le Carillon, 30 november 1932.
- L’Echo d’Ostende, 1 juli 1925.
- L’Echo d’Ostende, 8 februari 1930.
- Stadsarchief Oostende, Briefwisseling concessie oesterputten Rau René (archiefbestanddeel van 1925).
- Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.