Difference between revisions of "Elegante honingvlokreeft"
(→<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>) |
|||
(82 intermediate revisions by 3 users not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
− | + | __NOTITLE__ | |
− | + | {{Kader4|Naam=Elegante honingvlokreeft | |
− | {{ | + | |Foto= <div style="padding:0.5em 0em 0em 0em"> |
− | + | [[Image:Melita nitida (habitus).jpg|caption|right|200px|]]<span style="color:#FFFFFF">Foto: Hans Hillewaert</span></div> | |
− | De elegante honingvlokreeft ''Melita nitida'' was oorspronkelijk enkel terug te vinden langs de oost- en westkusten van Noord-Amerika. Via scheepvaart (op scheepsrompen of in het ballastwater) kwam de soort naar Europa, waar hij voor het eerst opgemerkt werd in de | + | |abstract= De elegante honingvlokreeft ''Melita nitida'' was oorspronkelijk enkel terug te vinden langs de oost- en westkusten van Noord-Amerika. Via scheepvaart (op scheepsrompen of in het ballastwater) kwam de soort naar Europa, waar hij voor het eerst opgemerkt werd in de Zeeschelde in 1996. Opmerkelijk is dat dit vlokreeftje vooral voorkomt onder Japanse oesters ''Crassostrea gigas'' en onder stenen: plekken die door inheemse vlokreeften minder bevolkt worden.}} |
− | + | {{kader3}} | |
− | |||
− | |||
− | }} | ||
− | |||
<P> | <P> | ||
<Br> | <Br> | ||
− | |||
<Br> | <Br> | ||
<P> | <P> | ||
− | |||
− | |||
===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>=== | ||
− | [http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=146922 ''Melita nitida'' Smith, 1873] | + | [http://www.marinespecies.org/berms/aphia.php?p=taxdetails&id=146922 ''Melita nitida'' Smith, 1873] |
<P> | <P> | ||
Line 27: | Line 20: | ||
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>=== | ||
− | Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de elegante honingvlokreeft strekt zich uit langs de Atlantische - van de Golf van St. Lawrence (Canada) tot het Yucatan schiereiland (Mexico) - en de Pacifische kusten van Noord-Amerika - van Straat van Georgia in Canada tot Elkhorn Slough in California | + | Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de elegante honingvlokreeft strekt zich uit langs de Atlantische - van de Golf van St. Lawrence (Canada) tot het Yucatan schiereiland (Mexico) - en de Pacifische kusten van Noord-Amerika - van Straat van Georgia in Canada tot Elkhorn Slough in California <ref name=faase2003>Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2003). The North-American amphipods, ''Melita nitida'' Smith, 1873 and ''Incisocalliope aestuarius'' (Watling and Maurer, 1973) (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea), introduced to the western Scheldt estuary (The Netherlands) Aquat. Ecol. 37(1): 13-22. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=34073 details]</ref>. <P> |
− | Mogelijk ligt de oorsprong van dit vlokeeftje enkel aan de oostkust van Noord-Amerika en werd het geïntroduceerd in de westkust door de massale invoer van de Amerikaanse oester ''Crassostrea virginica'' voor aquacultuur | + | Mogelijk ligt de oorsprong van dit vlokeeftje enkel aan de oostkust van Noord-Amerika en werd het geïntroduceerd in de westkust door de massale invoer van de Amerikaanse oester ''Crassostrea virginica'' voor aquacultuur <ref name=faase2003> </ref>. |
− | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
Line 36: | Line 28: | ||
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>=== | ||
− | De eerste waarneming van het elegante honingvlokreeftje in het studiegebied was tevens de eerste waarneming van de soort in Europa. Op 13 oktober 1998 werd in het brakke deel van de Nederlandse Westerschelde nabij Bath een vlokreeftje aangetroffen, dat oorspronkelijk als ''Melita sp''. | + | De eerste waarneming van het elegante honingvlokreeftje in het studiegebied was tevens de eerste waarneming van de soort in Europa. Op 13 oktober 1998 werd in het brakke deel van de Nederlandse Westerschelde nabij Bath een vlokreeftje aangetroffen, dat oorspronkelijk als ''Melita sp''. gedetermineerd werd <ref name=vanmoorsel1999>van Moorsel, G.W.N.M.; Waardenburg, H.W. (1999). De sublitorale begroeiing van de geulwandverdediging bij Bath in de Westerschelde in 1998. Bureau Waardenburg Rapport, 99.02. Bureau Waardenburg: Culemborg. 39 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135544 details]</ref>. Later bleek dat het hier om de elegante honingvlokreeft ''Melita nitida'' ging <ref name=faase2000>Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2000). Nieuwe en minder bekende vlokreeftjes van sublitorale harde bodems in het Deltagebied (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea) Ned. Faunist. Meded. 11: 19-44. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=37555 details]</ref>. |
− | + | <P> | |
− | + | Bij het herbekijken eerder genomen stalen bleek dat het elegante honingvlokreeftje reeds eerder in de Belgische Zeeschelde voorkwam. Toen bleek immers dat er op 15 oktober 1996 ter hoogte van Doel een elegante honingvlokreeft ''Melita nitida'' verzameld werd die voorheen foutief als ''Melita palmata'' gedetermineerd werd <ref> Persoonlijke mededeling door [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=2753 Jan Soors] 2011.</ref>. | |
− | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
Line 46: | Line 37: | ||
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>=== | ||
− | + | Na de eerste waarneming in de Zeeschelde uit 1996 werd de soort er in 2003 nabij Doel en in 2004 nabij Fort Liefkenshoek opnieuw waargenomen <ref name=faasse>Persoonlijke mededeling door [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=person&persid=16653 Marco Faasse] 2011.</ref>. Stroomafwaarts werden in de Nederlandse Westerschelde - na Bath in 1998 - ook exemplaren van deze exoot aangetroffen nabij Walsoorden in 1999 en in 2000 nabij Baarland <ref name=faase2003> </ref>. In dit beperkte verspreidingsgebied in het Schelde-estuarium worden relatief grote hoeveelheden van deze exoot gevonden <ref name=faase2003> </ref>. | |
− | + | <P> | |
+ | In het najaar van 2009 werd de elegante vlokreeft aangetroffen in het verbindingsdok in Zeebrugge <ref name=boets2011>Boets, P.; Lock, K.; Goethals, P.L.M. (2011). Assessing the importance of alien macro-Crustacea (Malacostraca) within macroinvertebrate assemblages in Belgian coastal harbours Helgol. Mar. Res. Online First: 13 pp.[http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=206987 details] </ref>. Het bleek hier om slechts twee individuen te gaan over een totaal van 43 stalen in de havens van Oostende, Nieuwpoort, Blankenberge en Zeebrugge. Dit wijst erop erop dat de soort maar in beperkte mate en in zeer lage dichtheden voorkomt in de Belgische kusthavens <ref name=boets2011> </ref>. | ||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
+ | |||
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>=== | ||
− | + | In Nederland werd dit vlokreeftje, naast de Westerschelde, ook geregistreerd in het Noordzeekanaal – dat Amsterdam met de Noordzee verbindt – ter hoogte van IJmuiden en in de Nieuwe Waterweg: de artificiële monding van de Rijn die Rotterdam met de Noordzee verbindt <ref name=reichert2011>Reichert, K. (2011). First record of the Atlantic gammaridean amphipod ''Melita nitida'' Smith, 1873 (Crustacea) from German waters (Kiel Canal) Aquat. Invasions 6(1): 103-108. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=207816 details] </ref>. | |
− | + | In maart van 2010 werden in het brakke deel van het Kielerkanaal in Duitsland een aantal exemplaren van dit vlokreeftje gevonden op artificieel hard substraat <ref name=reichert2011> </ref>. | |
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
− | |||
− | |||
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>=== | ||
− | + | Het elegant honingvlokreeftje heeft waarschijnlijk de Westerschelde bereikt vanuit Noord-Amerika, vastgehecht aan scheepsrompen of via ballastwater <ref name=faase2003> </ref>. Na de introductie, maakt de goede zwemcapaciteit van volwassen exemplaren de actieve verspreiding van deze exoot mogelijk <ref name=cadien2005>Cadien, D.B. (2005). Hadzioidea of the NEP (Equator to Aleutians, intertidal to abyss): a review. (revised 11 Oct. 2007)[S.n.][S.l.]. 26 pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=207817 details]</ref>. | |
− | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
+ | |||
===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>=== | ||
− | + | De verspreiding van het elegant honingvlokreeftje in de Westerschelde wordt voornamelijk begunstigd door de aanwezigheid aan harde substraten zoals stenen oeverversterkingen en kaaimuren. Oesters die zich op deze substraten bevestigen creëren vervolgens de ideale habitat voor deze exoot <ref name=faase2003> </ref>. | |
− | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
− | |||
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>=== | ||
− | + | <div style="float:right;width:170pt;padding:0.4em 1em 0.4em 0.5em">[[Image:Melita nitida.jpg|caption|right|220px|]] | |
− | + | <div style="text-align: right;font-size:80%">Foto: Marco Faasse (<span class="plainlinks">[http://www.acteon.nl/ www.acteon.nl]</span>)</div></div> | |
+ | De hoge tolerantiegraad en het grote aanpassingsvermogen van het elegant honingvlokreeftje zorgen ervoor dat het zich praktisch overal succesvol kan vestigen. De exoot wordt aangetroffen in brak water met zoutgehaltes van 3 tot 20 PSU (en uitzonderlijk tot 30 PSU) en watertemperaturen tot 32 °C <ref name=faase2003> </ref>. Ter vergelijking: het zeewater van de Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU. <P> | ||
+ | Daarenboven komt de soort voor in een wijd spectrum van habitats, variërend van moerassen in intergetijdengebieden en modderige rivierbodems tot harde substraten onder de laagwaterlijn <ref name=faase2003> </ref><ref name=reichert2011> </ref>. Deze exoot kan zich probleemloos vestigen in vervuilde wateren gekenmerkt door lage zuurstofconcentraties <ref name=cadien2005> </ref>. | ||
+ | Opmerkelijk is dat het elegant honingvlokreeftje bij ons voornamelijk verzameld werd in spleten tussen [[Japanse oester|Japanse oesters]] ''Crassostrea gigas'' en het substraat waaraan deze zijn vastgehecht <ref name=faase2003> </ref>. | ||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
Line 86: | Line 78: | ||
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>=== | ||
− | + | De elegante honingvlokreeft (ongeveer 12 millimeter groot <Ref> Marine Biodiversity of Britisch Columbia. Bcbiodiversity.lifedesks.org ''Melita nitida'' [http://bcbiodiversity.lifedesks.org/pages/19651 online beschikbaar], geraadpleegd op 15-09-2011. </Ref>) komt in onze streken voor samen met twee inheemse vlokreeftjes; de grotere sprinkhaanvlokreeft ''Gammarus locusta'' (tot 30 millimeter groot <Ref> The Marine Flora & Fauna of Norway. Seawater.no Amphipod - ''Gammarus locusta'' [http://www.seawater.no/fauna/arthropoda/locusta.html online beschikbaar], geraadpleegd op 15-09-2011. </Ref>) en de sterk verwante soort ''Melita palmata'' (tot 16 millimeter groot <Ref> Marine Species Identification Portal. Species-identification.org ''Melita palmata'' [http://species-identification.org/species.php?species_group=crustacea&id=417 online beschikbaar], geraadpleegd op 15-09-2011. </Ref>). <P> | |
− | + | Voorlopig werd er nog geen competitie waargenomen met de inheemse soorten, maar mogelijks komt hier verandering in als het verspreidingsgebied van de exoot groter wordt en de aantallen stijgen <ref name=faase2003> </ref>. De permanente vestiging van het elegant honingvlokreeftje in nieuwe gebieden wijst er immers op dat dit een robuuste en sterk competitieve soort is. Aan de andere kant kan competitie mogelijk toch beperkt blijven doordat het elegant honingvlokreeftje zich bij ons voornamelijk vestigt in een niche – in de spleten tussen oesters en stenen – dat niet door de inheemse soorten ingenomen wordt <ref name=faase2003> </ref>. | |
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
Line 93: | Line 85: | ||
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>=== | ===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>=== | ||
− | + | Exemplaren van deze soort zijn meestal voorzien van grijsbruine, soms groene dwarsbanden op lichaam, poten en antennen. Met het blote oog is het elegant honingvlokreeftje moeilijk te onderscheiden van andere vlokreeftsoorten zoals ''Melita palmata'' <ref name=faase2000>Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2000). Nieuwe en minder bekende vlokreeftjes van sublitorale harde bodems in het Deltagebied (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea) Ned. Faunist. Meded. 11: 19-44. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=37555 details]</ref>. Met een microscoop kunnen kleine stekels langs de zijkanten van zijn schild worden waargenomen. Deze zijn uniek voor het elegante honingvlokreeftje <ref name=faase2003> </ref>. | |
− | |||
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> | ||
<P> | <P> | ||
− | + | ===<span style="color:#00787A">Hoe verwijzen naar deze pagina?</span>=== | |
− | ===<span style="color:#00787A"> | + | {{Kader5| |
− | + | SoortnaamNL=Elegante honingvlokreeft | | |
− | ==== | + | SoortnaamLt=Melita nitida| |
− | + | Naamlector=Pieter Boets| | |
− | + | refid=210308|}} | |
<P> | <P> | ||
<BR> | <BR> |
Latest revision as of 12:18, 18 April 2012
Warning: Deze pagina wordt niet langer bijgewerkt. Meer recente info is te vinden op http://www.vliz.be/niet-inheemse-soorten
Elegante honingvlokreeft
De elegante honingvlokreeft Melita nitida was oorspronkelijk enkel terug te vinden langs de oost- en westkusten van Noord-Amerika. Via scheepvaart (op scheepsrompen of in het ballastwater) kwam de soort naar Europa, waar hij voor het eerst opgemerkt werd in de Zeeschelde in 1996. Opmerkelijk is dat dit vlokreeftje vooral voorkomt onder Japanse oesters Crassostrea gigas en onder stenen: plekken die door inheemse vlokreeften minder bevolkt worden.
|
Wetenschappelijke naam
Oorspronkelijke verspreiding
Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de elegante honingvlokreeft strekt zich uit langs de Atlantische - van de Golf van St. Lawrence (Canada) tot het Yucatan schiereiland (Mexico) - en de Pacifische kusten van Noord-Amerika - van Straat van Georgia in Canada tot Elkhorn Slough in California [1].Mogelijk ligt de oorsprong van dit vlokeeftje enkel aan de oostkust van Noord-Amerika en werd het geïntroduceerd in de westkust door de massale invoer van de Amerikaanse oester Crassostrea virginica voor aquacultuur [1].
Eerste waarneming in België
De eerste waarneming van het elegante honingvlokreeftje in het studiegebied was tevens de eerste waarneming van de soort in Europa. Op 13 oktober 1998 werd in het brakke deel van de Nederlandse Westerschelde nabij Bath een vlokreeftje aangetroffen, dat oorspronkelijk als Melita sp. gedetermineerd werd [2]. Later bleek dat het hier om de elegante honingvlokreeft Melita nitida ging [3].
Bij het herbekijken eerder genomen stalen bleek dat het elegante honingvlokreeftje reeds eerder in de Belgische Zeeschelde voorkwam. Toen bleek immers dat er op 15 oktober 1996 ter hoogte van Doel een elegante honingvlokreeft Melita nitida verzameld werd die voorheen foutief als Melita palmata gedetermineerd werd [4].
Verspreiding in België
Na de eerste waarneming in de Zeeschelde uit 1996 werd de soort er in 2003 nabij Doel en in 2004 nabij Fort Liefkenshoek opnieuw waargenomen [5]. Stroomafwaarts werden in de Nederlandse Westerschelde - na Bath in 1998 - ook exemplaren van deze exoot aangetroffen nabij Walsoorden in 1999 en in 2000 nabij Baarland [1]. In dit beperkte verspreidingsgebied in het Schelde-estuarium worden relatief grote hoeveelheden van deze exoot gevonden [1].
In het najaar van 2009 werd de elegante vlokreeft aangetroffen in het verbindingsdok in Zeebrugge [6]. Het bleek hier om slechts twee individuen te gaan over een totaal van 43 stalen in de havens van Oostende, Nieuwpoort, Blankenberge en Zeebrugge. Dit wijst erop erop dat de soort maar in beperkte mate en in zeer lage dichtheden voorkomt in de Belgische kusthavens [6].
Verspreiding in onze buurlanden
In Nederland werd dit vlokreeftje, naast de Westerschelde, ook geregistreerd in het Noordzeekanaal – dat Amsterdam met de Noordzee verbindt – ter hoogte van IJmuiden en in de Nieuwe Waterweg: de artificiële monding van de Rijn die Rotterdam met de Noordzee verbindt [7]. In maart van 2010 werden in het brakke deel van het Kielerkanaal in Duitsland een aantal exemplaren van dit vlokreeftje gevonden op artificieel hard substraat [7].
Wijze van introductie
Het elegant honingvlokreeftje heeft waarschijnlijk de Westerschelde bereikt vanuit Noord-Amerika, vastgehecht aan scheepsrompen of via ballastwater [1]. Na de introductie, maakt de goede zwemcapaciteit van volwassen exemplaren de actieve verspreiding van deze exoot mogelijk [8].
Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien
De verspreiding van het elegant honingvlokreeftje in de Westerschelde wordt voornamelijk begunstigd door de aanwezigheid aan harde substraten zoals stenen oeverversterkingen en kaaimuren. Oesters die zich op deze substraten bevestigen creëren vervolgens de ideale habitat voor deze exoot [1].
Factoren die de verspreiding beïnvloeden
Daarenboven komt de soort voor in een wijd spectrum van habitats, variërend van moerassen in intergetijdengebieden en modderige rivierbodems tot harde substraten onder de laagwaterlijn [1][7]. Deze exoot kan zich probleemloos vestigen in vervuilde wateren gekenmerkt door lage zuurstofconcentraties [8]. Opmerkelijk is dat het elegant honingvlokreeftje bij ons voornamelijk verzameld werd in spleten tussen Japanse oesters Crassostrea gigas en het substraat waaraan deze zijn vastgehecht [1].
Effecten of potentiële effecten en maatregelen
De elegante honingvlokreeft (ongeveer 12 millimeter groot [9]) komt in onze streken voor samen met twee inheemse vlokreeftjes; de grotere sprinkhaanvlokreeft Gammarus locusta (tot 30 millimeter groot [10]) en de sterk verwante soort Melita palmata (tot 16 millimeter groot [11]).Voorlopig werd er nog geen competitie waargenomen met de inheemse soorten, maar mogelijks komt hier verandering in als het verspreidingsgebied van de exoot groter wordt en de aantallen stijgen [1]. De permanente vestiging van het elegant honingvlokreeftje in nieuwe gebieden wijst er immers op dat dit een robuuste en sterk competitieve soort is. Aan de andere kant kan competitie mogelijk toch beperkt blijven doordat het elegant honingvlokreeftje zich bij ons voornamelijk vestigt in een niche – in de spleten tussen oesters en stenen – dat niet door de inheemse soorten ingenomen wordt [1].
Specifieke kenmerken
Exemplaren van deze soort zijn meestal voorzien van grijsbruine, soms groene dwarsbanden op lichaam, poten en antennen. Met het blote oog is het elegant honingvlokreeftje moeilijk te onderscheiden van andere vlokreeftsoorten zoals Melita palmata [3]. Met een microscoop kunnen kleine stekels langs de zijkanten van zijn schild worden waargenomen. Deze zijn uniek voor het elegante honingvlokreeftje [1].
Hoe verwijzen naar deze pagina?
VLIZ Alien Species Consortium (2011). Elegante honingvlokreeft – Melita nitida. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Geraadpleegd op 25-11-2024. Beschikbaar op
http://www.vliz.be/wiki/Lijst_niet-inheemse_soorten_Belgisch_deel_Noordzee_en_aanpalende_estuaria
Lector: Pieter Boets
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=project&proid=2170
Deze fiche (versie 2011) is ook als pdf beschikbaar op http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=210308
Geraadpleegde bronnen
- ↑ 1.00 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2003). The North-American amphipods, Melita nitida Smith, 1873 and Incisocalliope aestuarius (Watling and Maurer, 1973) (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea), introduced to the western Scheldt estuary (The Netherlands) Aquat. Ecol. 37(1): 13-22. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "faase2003" defined multiple times with different content - ↑ van Moorsel, G.W.N.M.; Waardenburg, H.W. (1999). De sublitorale begroeiing van de geulwandverdediging bij Bath in de Westerschelde in 1998. Bureau Waardenburg Rapport, 99.02. Bureau Waardenburg: Culemborg. 39 pp. details
- ↑ 3.0 3.1 Faasse, M.; Van Moorsel, G. (2000). Nieuwe en minder bekende vlokreeftjes van sublitorale harde bodems in het Deltagebied (Crustacea: Amphipoda: Gammaridea) Ned. Faunist. Meded. 11: 19-44. details
- ↑ Persoonlijke mededeling door Jan Soors 2011.
- ↑ Persoonlijke mededeling door Marco Faasse 2011.
- ↑ 6.0 6.1 Boets, P.; Lock, K.; Goethals, P.L.M. (2011). Assessing the importance of alien macro-Crustacea (Malacostraca) within macroinvertebrate assemblages in Belgian coastal harbours Helgol. Mar. Res. Online First: 13 pp.details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "boets2011" defined multiple times with different content - ↑ 7.0 7.1 7.2 Reichert, K. (2011). First record of the Atlantic gammaridean amphipod Melita nitida Smith, 1873 (Crustacea) from German waters (Kiel Canal) Aquat. Invasions 6(1): 103-108. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "reichert2011" defined multiple times with different content Cite error: Invalid<ref>
tag; name "reichert2011" defined multiple times with different content - ↑ 8.0 8.1 Cadien, D.B. (2005). Hadzioidea of the NEP (Equator to Aleutians, intertidal to abyss): a review. (revised 11 Oct. 2007)[S.n.][S.l.]. 26 pp. details Cite error: Invalid
<ref>
tag; name "cadien2005" defined multiple times with different content - ↑ Marine Biodiversity of Britisch Columbia. Bcbiodiversity.lifedesks.org Melita nitida online beschikbaar, geraadpleegd op 15-09-2011.
- ↑ The Marine Flora & Fauna of Norway. Seawater.no Amphipod - Gammarus locusta online beschikbaar, geraadpleegd op 15-09-2011.
- ↑ Marine Species Identification Portal. Species-identification.org Melita palmata online beschikbaar, geraadpleegd op 15-09-2011.