Difference between revisions of "Knorrepos"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
 
(44 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
{{Revision}}
+
__NOTITLE__
 
+
{{Kader4|Naam=Knorrepos
{{Nietinheemse|Naam=<span style="color:#FFFFFF">Knorrepos</span>
+
|Foto= <div style="padding:0.5em 0em 0em 0em">
|abstract= [[Image:RIVO.jpg|left|230px|<div style="text-align: center;"> </div>]]
+
[[Image:knorrepos1.jpg|caption|right|230px|]]<span style="color:#FFFFFF">Foto: Henk Heessen</span></div>
De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' komt oorspronkelijk enkel voor aan de oostkusten van het Amerikaanse continent, waar het één van de meest algemene bodemvissen is. Door deze levenswijze nabij de bodem is het weinig waarschijnlijk dat de soort op eigen houtje de Atlantische oceaan wist over te steken. Zo kan transport in ballastwater van schepen aan de oorsprong van een introductie in Europa gelegen hebben. De knorrepos is sinds 1998 in lage aantallen aanwezig in Nederland en België. <P>
+
|abstract=
<BR>
+
De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' kwam oorspronkelijk enkel voor aan de oostkusten van het Amerikaanse continent, waar het één van de meest algemene bodemvissen is. Door deze levenswijze nabij de bodem is het weinig waarschijnlijk dat de soort op eigen houtje de Atlantische oceaan wist over te steken. Zo kan transport in ballastwater van schepen aan de oorsprong van een introductie in Europa gelegen hebben. De knorrepos is sinds 1998 in lage aantallen aanwezig in Nederland en België.}}
<P>
+
{{kader3}}
:Foto: Heessen, Henk
 
}}
 
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<Br>
 
<Br>
<P>
 
 
<Br>
 
<Br>
 
<P>
 
<P>
 
 
 
===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wetenschappelijke naam</span>===
  
  
[http://www.marinespecies.org/aphia.php?p=taxdetails&id=151158 ''Micropogonias undulatus'' (Linnaeus, 1766)]
+
[http://www.marinespecies.org/berms/aphia.php?p=taxdetails&id=151158 ''Micropogonias undulatus'' (Linnaeus, 1766)]
  
 
<P>
 
<P>
Line 27: Line 21:
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Oorspronkelijke verspreiding</span>===
  
De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' komt oorspronkelijk voor aan de oostkust van de Verenigde Staten en in de Golf van Mexico (noordwestelijke en zuidwestelijke Atlantische Oceaan). Er leeft tevens een populatie aan de Atlantische kusten van Zuid-Brazilië en Noord-Argentinië [1]<ref name=one>ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16–17 March 2006 Oostende, Belgium. ICES Committee Meetings Documents, 2006 (ACME: 05). ICES: Copenhagen, Denmark. 330pp. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=111237 details]</ref>.  
+
De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' komt oorspronkelijk voor aan de oostkust van de Verenigde Staten en in de Golf van Mexico (noordwestelijke en zuidwestelijke Atlantische Oceaan). Daar is ze langs de kusten één van de meest algemene bodemvissen. Er leeft tevens een populatie aan de Atlantische kusten van Zuid-Brazilië en Noord-Argentinië <ref name=one>   Kerckhof, F. (2006). National report Belgium, 2005, in: ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05): pp. 43-45. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=111238 details]</ref>.  
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 34: Line 28:
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Eerste waarneming in België</span>===
  
De knorrepos werd voor de eerste keer in België waargenomen op 17 augustus 1998. Een garnaalvisser haalde een onvolwassen visje boven voor de kust van Oostende, maar wist niet welke soort het betrof [2,3]<ref name=two> Rappé, G. (2002). Eerste vangst van ''Micropogonias undulatus'' (Linnaeus, 1766), een Amerikaanse vis, in Belgische en Europese wateren. De Strandvlo 22(3-4): 119-121. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=31434 details]</ref><ref name=three>Dekker, W.; Daan, N.; Heesen, H.; van der Heij, W. (2005). De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' (L.), een nieuwe vissoort in Nederland. De Levende Natuur 106(2): 66-67. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=78328 details] </ref>.
+
De knorrepos werd voor de eerste keer in België waargenomen op 17 augustus 1998. Een garnaalvisser haalde een onvolwassen visje boven voor de kust van Oostende, maar wist niet welke soort het betrof <ref name=two> Rappé, G. (2002). Eerste vangst van ''Micropogonias undulatus'' (Linnaeus, 1766), een Amerikaanse vis, in Belgische en Europese wateren. De Strandvlo 22(3-4): 119-121. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=31434 details]</ref><ref name=three>Dekker, W.; Daan, N.; Heesen, H.; van der Heij, W. (2005). De knorrepos ''Micropogonias undulatus'' (L.), een nieuwe vissoort in Nederland. De Levende Natuur 106(2): 66-67. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=78328 details] </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 41: Line 35:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in België</span>===
  
De soort is nog maar drie keer waargenomen in Belgische wateren [1]<ref name=one> </ref>. Na een eerste waarneming in 1998 in Oostende [2]<ref name=two> </ref> werd het visje een tweede keer gezien in oktober 2001 in de Zeeschelde, voor Antwerpen [3]<ref name=three> </ref>. Vier jaar later - op 24 augustus 2005 - was het opnieuw een garnaalvisser die een knorrepos voor de kust opviste. Dit was de derde - en voorlopig laatste - waarneming van deze soort in Belgische wateren [1]<ref name=one> </ref>.  
+
De soort is nog maar drie keer waargenomen in Belgische wateren <ref name=one> </ref>. Na een eerste waarneming in 1998 in Oostende <ref name=two> </ref> werd het visje een tweede keer gezien in oktober 2001 in de Zeeschelde, voor Antwerpen <ref name=three> </ref>. Vier jaar later - op 24 augustus 2005 - was het opnieuw een garnaalvisser die een knorrepos voor de kust opviste. Dit was de derde - en voorlopig laatste - waarneming van deze soort in Belgische wateren <ref name=one> </ref>. <P>
 
 
Men is het niet eens over het al dan niet gevestigd zijn van de knorrepos in onze wateren. Enerzijds typeert ICES (International Council for the Exploration of the Sea) de permanente vestiging van deze soort als “onzeker” in hun rapport van 2006 [1]<ref name=one> </ref>. Anderzijds stellen een aantal wetenschappers dat het heel erg waarschijnlijk is dat de knorrepos permanent voorkomt in sommige Belgische havens en/of riviermondingen. Om dit aan te tonen hebben wetenschappers de gehoorsteentjes (otolieten) van de gevonden jonge vissen onderzocht. Deze vertonen - net als bij bomen - groeiringen waaraan men de leeftijd van een vis kan bepalen. Als vissen in ongunstige omstandigheden leven, bijvoorbeeld tijdens transport in ballastwater van een schip en met weinig voedsel voorhanden, dan is hun groei vertraagd en is dit ook te zien in de op dat moment aangemaakte ringen van de gehoorssteentjes. Dit was echter niet het geval. Daaruit konden wetenschappers afleiden dat de gevonden exemplaren hier werden geboren [3,4]<ref name=three> </ref><ref name=four>Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=114365 details] </ref>. Het is op basis van deze resultaten dat de soort als gevestigd wordt beschouwd en dus in de niet-inheemse soortenlijst voor Belgische mariene wateren werd opgenomen.
 
  
 +
Men is het niet eens over het al dan niet gevestigd zijn van de knorrepos in onze wateren. Enerzijds typeert ICES (International Council for the Exploration of the Sea) de permanente vestiging van deze soort als “onzeker” in hun rapport van 2006 <ref>Gollasch, S.; Haydar, D.; Minchin, D.; Wolff, W.J.; Reise, K. (2006). WGITMO input to REGNS - Introduced aquatic species of the North Sea coasts and adjacent brackish waters, in: ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05): pp. 121-132. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=208974 details]</ref>. Anderzijds stellen een aantal wetenschappers dat het heel erg waarschijnlijk is dat de knorrepos permanent voorkomt in sommige Belgische havens en/of riviermondingen. Om dit aan te tonen hebben wetenschappers de gehoorsteentjes (otolieten) van de gevonden jonge vissen onderzocht. Deze vertonen - net als bij bomen - groeiringen waaraan men de leeftijd van een vis kan bepalen. Als vissen in ongunstige omstandigheden leven, bijvoorbeeld tijdens transport in ballastwater van een schip en met weinig voedsel voorhanden, dan is hun groei vertraagd en is dit ook te zien in de op dat moment aangemaakte ringen van de gehoorssteentjes. Dit was echter niet het geval. Daaruit konden wetenschappers afleiden dat de gevonden exemplaren hier werden geboren <ref name=three> </ref><ref name=four>Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=114365 details] </ref>. Het is op basis van deze resultaten dat de soort als gevestigd wordt beschouwd en dus in de niet-inheemse soortenlijst voor Belgische mariene wateren werd opgenomen.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 51: Line 44:
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Verspreiding in onze buurlanden</span>===
  
Ook in Nederland zijn er slechts drie waarnemingen bekend. Deze dateren van oktober 2003 - één exemplaar in de oostelijke Waddenzee – en van oktober 2004, toen twee exemplaren in het Noordzeekanaal gevonden werden. De waarnemingen zijn telkens gedocumenteerd dankzij vissers: zij vingen de soort, wisten niet onmiddellijk waarmee ze te maken hadden en zochten advies bij specialisten [3]<ref name=three> </ref>. Het waren net zoals in België telkens jonge vissen.
+
Ook in Nederland zijn er slechts drie waarnemingen bekend. Deze dateren van oktober 2003 - één exemplaar in de oostelijke Waddenzee – en van oktober 2004, toen twee exemplaren in het Noordzeekanaal gevonden werden. De waarnemingen zijn telkens gedocumenteerd dankzij vissers: zij vingen de soort, wisten niet onmiddellijk waarmee ze te maken hadden en zochten advies bij specialisten <ref name=three> </ref>. Het waren net zoals in België telkens jonge vissen.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
 
 
[[Image:introductie.jpg|thumb|right|200px| <div style="text-align: center;">
 
Foto:Heessen, Henk </div>]]
 
  
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Wijze van introductie</span>===
 
+
<div style="float:right;width:240pt;padding:0.4em 1em 0.4em 0.5em">[[Image:knorrepos.jpg|caption|right|320px|]]
Een aantal wetenschappers stelt dat alle knorrepossen die in West-Europa werden waargenomen, moeten toegekomen zijn als (post-) larvale stadia of als jonge vissen in het ballastwater van schepen [5]<ref name=five>Stevens, M.; Rappé, G.; Maes, J.; Van Asten, B.; Ollevier, F. (2004). ''Micropogonias undulatus'' (L.), another exotic arrival in European waters. Journal of Fish Biology 64(4): 1143-1146. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=59760 details]</ref>. Het is voor een kustgebonden bodembewonende vissoort niet evident om zelfstandig de Atlantische oceaan over te steken. Anderen zijn dan weer van mening dat de soort zich hier waarschijnlijk al voortplant, ondermeer in het Noordzeekanaal. Dit is het kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden. De jonge dieren die we hier zien zouden dan afstammen van ouders die daar rondzwemmen [3]<ref name=three> </ref>.
+
<div style="text-align: right;font-size:80%">Foto: Henk Heessen</div></div>
 +
Een aantal wetenschappers stelt dat alle knorrepossen die in West-Europa werden waargenomen, moeten toegekomen zijn als (post-)larvale stadia of als jonge vissen in het ballastwater van schepen <ref name=five>Stevens, M.; Rappé, G.; Maes, J.; Van Asten, B.; Ollevier, F. (2004). ''Micropogonias undulatus'' (L.), another exotic arrival in European waters. Journal of Fish Biology 64(4): 1143-1146. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=59760 details]</ref>. Het is voor een kustgebonden bodembewonende vissoort niet evident om zelfstandig de Atlantische oceaan over te steken. Anderen zijn dan weer van mening dat de soort zich hier waarschijnlijk al voortplant, ondermeer in het Noordzeekanaal (het kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden). De jonge dieren die we hier zien zouden dan afstammen van ouders die daar rondzwemmen <ref name=three> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 70: Line 60:
  
 
Totnogtoe werden slechts een zeer beperkt aantal waarnemingen verricht in onze streken. Dit belet echter niet dat de knorrepos in de (nabije?) toekomst algemener wordt.  
 
Totnogtoe werden slechts een zeer beperkt aantal waarnemingen verricht in onze streken. Dit belet echter niet dat de knorrepos in de (nabije?) toekomst algemener wordt.  
De knorrepos is een bodemgebonden kustsoort [2]<ref name=two> </ref> met een brede tolerantie voor zoutgehalte en temperatuur en kan daardoor op veel plaatsen kan gedijen (= eurytoop) (Schaffler et al 2009 MEPS)<ref name=schaffler2009>Schaffler, J.J.; Reiss, C.S.; Jones, C.M. (2009). Spatial variation in otolith chemistry of Atlantic croaker larvae in the Mid-Atlantic Bight Mar. Ecol. Prog. Ser. 382: 185-195. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135071 details] </ref>. Onze estuaria - bijvoorbeeld de Schelde - zijn met hun grote waaier aan leefgebieden of habitats dan ook heel geschikt voor deze exotische vissoort.
+
De knorrepos is een bodemgebonden kustsoort <ref name=two> </ref> met een brede tolerantie voor zoutgehalte en temperatuur en kan daardoor op veel plaatsen gedijen (= eurytoop) <ref name=schaffler2009>Schaffler, J.J.; Reiss, C.S.; Jones, C.M. (2009). Spatial variation in otolith chemistry of Atlantic croaker larvae in the Mid-Atlantic Bight Mar. Ecol. Prog. Ser. 382: 185-195. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=135071 details] </ref>. Onze estuaria - bijvoorbeeld de Schelde - zijn met hun grote waaier aan leefgebieden of habitats dan ook heel geschikt voor deze exotische vissoort.
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 78: Line 67:
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
  
De knorrepos is een kustgebonden vissoort, wat betekent dat de kans klein is dat ze zelfstandig de Atlantische Oceaan overstak [2]<ref name=two> </ref>. In het oorsprongsgebied kunnen de larven via de oceaanstromingen nabijgelegen estuaria – tot 100 km ver - bereiken (Scheffler 2009)<ref name=schaffler2009> </ref>. Men vermoedt daarom dat de scheepvaart verantwoordelijk geweest is voor de verspreiding van de soort naar Europese gebieden.<P>
+
De knorrepos is een kustgebonden vissoort, wat betekent dat de kans klein is dat ze zelfstandig de Atlantische Oceaan overstak <ref name=two> </ref>. In het oorsprongsgebied kunnen de larven via de oceaanstromingen nabijgelegen estuaria – tot 100 kilometer ver - bereiken <ref name=schaffler2009> </ref>. Men vermoedt daarom dat de scheepvaart verantwoordelijk geweest is voor de verspreiding van de soort naar Europese gebieden.<P>
 
<BR>
 
<BR>
 
<P>
 
<P>
Line 84: Line 73:
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Effecten of potentiële effecten en maatregelen</span>===
  
De geringe vangsten duiden erop dat de knorrepos slechts in lage aantallen aanwezig is en daardoor geen grootschalige effecten kan teweeg brengen. Tegenmaatregelen zijn daardoor nog niet ondernomen.
+
De geringe vangsten duiden erop dat de knorrepos slechts in lage aantallen aanwezig is en daardoor geen grootschalige effecten kan teweeg brengen. Tegenmaatregelen zijn daarom nog niet ondernomen.
 
 
 
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 92: Line 79:
  
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Specifieke kenmerken</span>===
De knorrepos behoort tot de familie van de ombervissen (Sciaenidae), die typisch voorkomen in subtropische en tropische wateren. In het Noordoost-Atlantische gebied (inclusief Middellandse en Zwarte Zee) komen zeven soorten ombervissen inheems voor [6]<ref name=six>Chao, N.L. (1986). Sciaenidae, in: Whitehead, P.J.P. et al. (Ed.) (1986). Poissons de l'Atlantique du Nord-est et de la Méditerranée, Volume II = Fishes of the North-eastern Atlantic and the Mediterranean, Volume II. pp. 865-874. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=129246 details] </ref>. Enkel de gewone ombervis Argyrosomus regius is – naast de knorrepos – heel uitzonderlijk in de zuidelijke Noordzee te vinden[2]<ref name=two> </ref>.
+
De knorrepos behoort tot de familie van de ombervissen (Sciaenidae), die typisch voorkomen in subtropische en tropische wateren. In het Noordoost-Atlantische gebied (inclusief Middellandse en Zwarte Zee) komen zeven soorten ombervissen inheems voor <ref name=six>Chao, N.L. (1986). Sciaenidae, in: Whitehead, P.J.P. et al. (Ed.) (1986). Poissons de l'Atlantique du Nord-est et de la Méditerranée, Volume II = Fishes of the North-eastern Atlantic and the Mediterranean, Volume II. pp. 865-874. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=129246 details] </ref>. Enkel de gewone ombervis ''Argyrosomus regius'' is – naast de knorrepos – heel uitzonderlijk in de zuidelijke Noordzee te vinden <ref name=two> </ref>.
 
+
<div style="float:right;width:230pt;padding:0.4em 1em 0.4em 0.5em">[[Image:Micropogonias undulatus.jpg|caption|right|310px|]]
De knorrepos wordt gekenmerkt door een langwerpige lichaamsbouw, met een gewelfde rugzijde en een rechte buikzijde. Op de onderzijde van de mond staan drie tot vijf paar kindraden ingeplant. Het lichaam heeft een zilvergrijze tot bronzen kleur en is voorzien van opvallende schuine strepen. Volwassen exemplaren kunnen tot 55 centimeter lang worden en wegen ongeveer 2,5 kilogram. De rugvin bestaat uit twee delen (tweeledig): het eerste deel bevat 10 harde stekels, het tweede deel heeft 1 harde en 27 zachte vinstralen. De anaalvin heeft 2 zachte en 8 harde stralen [2,3]<ref name=two> </ref><ref name=six> </ref>.
+
<div style="text-align: right;font-size:80%">Tekening: NOAA</div></div>
  
 +
De knorrepos wordt gekenmerkt door een langwerpige lichaamsbouw, met een gewelfde rugzijde en een rechte buikzijde. Op de onderzijde van de mond staan drie tot vijf paar kindraden ingeplant. Het lichaam heeft een zilvergrijze tot bronzen kleur en is voorzien van opvallende schuine strepen. Volwassen exemplaren kunnen tot 55 centimeter lang worden en wegen ongeveer 2,5 kilogram. De rugvin bestaat uit twee delen (tweeledig): het eerste deel bevat 10 harde stekels, het tweede deel heeft 1 harde en 27 zachte vinstralen. De anaalvin heeft 2 zachte en 8 harde stralen <ref name=two> </ref><ref name=three> </ref>.
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>
Line 104: Line 92:
 
====<span style="color:#00787A">''Knor knor zei de knorrepos''</span>====
 
====<span style="color:#00787A">''Knor knor zei de knorrepos''</span>====
  
Deze vis kreeg de naam knorrepos toegewezen door het Nederlandse Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in 2005. Enerzijds omdat de soort lijkt op onze pos ''Gymnocephalus cernuus'' en anderzijds vanwege de typische knorrende geluiden die deze vis maakt wanneer hij wordt vastgenomen. Deze geluiden worden geproduceerd door het aanspannen van de zwemblaas [3]<ref name=three> </ref>. Luister mee op: http://www.geluidnieuws.nl/2005/feb2005/knorrepos.mp3.
+
Deze vis kreeg de naam knorrepos toegewezen door het Nederlandse Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in 2005. Enerzijds omdat de soort lijkt op onze pos ''Gymnocephalus cernuus'' en anderzijds vanwege de typische knorrende geluiden die deze vis maakt wanneer hij wordt vastgenomen. Deze geluiden worden geproduceerd door het aanspannen van de zwemblaas <ref name=three> </ref>. Luister mee op: http://www.geluidnieuws.nl/2005/feb2005/knorrepos.mp3.
 +
<P>
 +
De knorrepos lijkt sterk op de zeeraaf ''Sciaena umbra'', een andere vissensoort binnen de familie van de ombervissen. Vanwege de gelijkenissen werd eerder dan ook de Nederlandse naam Amerikaanse zeeraaf voorgesteld voor deze niet-inheemse soort <ref name=two> </ref>.
 +
<P>
 +
De Latijnse naam ''Micropogonias undulatus'' betekent letterlijk: met de korte (micro-) baard (pogon) <ref name=three> </ref>.
 +
 
 +
====<span style="color:#00787A">''Levenscyclus''</span>====
  
De knorrepos lijkt sterk op de zeeraaf ''Sciaena umbra'', een andere vissensoort binnen de familie van de ombervissen. Vanwege de gelijkenissen werd eerder dan ook de Nederlandse naam Amerikaanse zeeraaf voorgesteld voor deze niet-inheemse soort [2]<ref name=two> </ref>.
+
De knorrepos trekt als postlarve riviermondingen (estuaria) binnen. ’s Winters bevinden de volwassen vissen zich verder in zee om zich voort te planten (tot 100 meter diep) <ref name=seven>Forward, R. B.; Reinsel, K. A.; Peters, D. S.; Tankersley, R. A.; Churchill, J. H.; Crowder, L. B.; Hettler, W. F.; Warlen, S. M.; Green, M. D. (1999). Transport of fish larvae through a tidal inlet. Fish. Oceanogr. 8(Suppl. 2): 153-172. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=119083 details]</ref>. In het voorjaar zullen ze de riviermondingen opzwemmen om er de zomer door te brengen. Het is een vissoort typisch voor zandige en modderige bodems, die zich vooral voedt met bodemdieren zoals wormen, kleine kreeftachtigen of visjes... <ref name=two> </ref><ref name=three> </ref>.
  
De Latijnse naam ''Micropogonias undulatus'' betekent letterlijk: met de korte (micro-) baard (pogon) [3]<ref name=three> </ref>.
+
====<span style="color:#00787A">''Eetbaar''</span>====
 +
De knorrepos staat in Amerika gekend als een lekkernij en wordt daarom veelvuldig gevangen. Gevolg daarvan is dat de soort er nu overbevist is geraakt <ref name=two> </ref><ref name=eight>Barbieri, L. R.; Chittenden, M. E.; Jones, C. M. (1997). Yield-per-recruit analysis and management strategies for Atlantic croaker, Micropogonias undulatus, in the Middle Atlantic Bight. Fish. Bull. 95(4): 637–645. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120955 details] </ref>.
 +
<P>
 +
<BR>
 +
<P>
 +
===<span style="color:#00787A">Hoe verwijzen naar deze pagina?</span>===
 +
{{Kader5|
 +
SoortnaamNL=Knorrepos |
 +
SoortnaamLt=Micropogonias undulatus|
 +
Naamlector=Filip Volckaert en Tine Huyse |
 +
refid=210309|}}
  
====<span style="color:#00787A">''Levenscyclus''</span>====
 
  
De knorrepos trekt als postlarve riviermondingen (estuaria) binnen. ’s Winters bevinden de volwassen vissen zich verder in zee om zich voort te planten (tot 100 meter diep) [7]<ref name=seven>Forward, R. B.; Reinsel, K. A.; Peters, D. S.; Tankersley, R. A.; Churchill, J. H.; Crowder, L. B.; Hettler, W. F.; Warlen, S. M.; Green, M. D. (1999). Transport of fish larvae through a tidal inlet. Fish. Oceanogr. 8(Suppl. 2): 153-172. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=119083 details]</ref>. In het voorjaar zullen ze de riviermondingen opzwemmen om er de zomer door te brengen. Het is een vissoort typisch voor zandige en modderige bodems, die zich vooral voedt met bodemdieren zoals wormen, kleine kreeftachtigen of visjes... [2,3]<ref name=two> </ref><ref name=three> </ref>.
 
  
====<span style="color:#00787A">''Eetbaar''</span>====
 
De knorrepos staat in Amerika gekend als een lekkernij en wordt daarom veelvuldig gevangen. Gevolg daarvan is dat de soort er nu overbevist is geraakt [2,8]<ref name=two> </ref><ref name=eight>Barbieri, L. R.; Chittenden, M. E.; Jones, C. M. (1997). Yield-per-recruit analysis and management strategies for Atlantic croaker, Micropogonias undulatus, in the Middle Atlantic Bight. Fish. Bull. 95(4): 637–645. [http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=120955 details] </ref>.
 
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>

Latest revision as of 11:34, 26 January 2012

Warning: Deze pagina wordt niet langer bijgewerkt. Meer recente info is te vinden op http://www.vliz.be/niet-inheemse-soorten


Knorrepos
De knorrepos Micropogonias undulatus kwam oorspronkelijk enkel voor aan de oostkusten van het Amerikaanse continent, waar het één van de meest algemene bodemvissen is. Door deze levenswijze nabij de bodem is het weinig waarschijnlijk dat de soort op eigen houtje de Atlantische oceaan wist over te steken. Zo kan transport in ballastwater van schepen aan de oorsprong van een introductie in Europa gelegen hebben. De knorrepos is sinds 1998 in lage aantallen aanwezig in Nederland en België.
Knorrepos1.jpg
Foto: Henk Heessen




Wetenschappelijke naam

Micropogonias undulatus (Linnaeus, 1766)


Oorspronkelijke verspreiding

De knorrepos Micropogonias undulatus komt oorspronkelijk voor aan de oostkust van de Verenigde Staten en in de Golf van Mexico (noordwestelijke en zuidwestelijke Atlantische Oceaan). Daar is ze langs de kusten één van de meest algemene bodemvissen. Er leeft tevens een populatie aan de Atlantische kusten van Zuid-Brazilië en Noord-Argentinië [1].


Eerste waarneming in België

De knorrepos werd voor de eerste keer in België waargenomen op 17 augustus 1998. Een garnaalvisser haalde een onvolwassen visje boven voor de kust van Oostende, maar wist niet welke soort het betrof [2][3].


Verspreiding in België

De soort is nog maar drie keer waargenomen in Belgische wateren [1]. Na een eerste waarneming in 1998 in Oostende [2] werd het visje een tweede keer gezien in oktober 2001 in de Zeeschelde, voor Antwerpen [3]. Vier jaar later - op 24 augustus 2005 - was het opnieuw een garnaalvisser die een knorrepos voor de kust opviste. Dit was de derde - en voorlopig laatste - waarneming van deze soort in Belgische wateren [1].

Men is het niet eens over het al dan niet gevestigd zijn van de knorrepos in onze wateren. Enerzijds typeert ICES (International Council for the Exploration of the Sea) de permanente vestiging van deze soort als “onzeker” in hun rapport van 2006 [4]. Anderzijds stellen een aantal wetenschappers dat het heel erg waarschijnlijk is dat de knorrepos permanent voorkomt in sommige Belgische havens en/of riviermondingen. Om dit aan te tonen hebben wetenschappers de gehoorsteentjes (otolieten) van de gevonden jonge vissen onderzocht. Deze vertonen - net als bij bomen - groeiringen waaraan men de leeftijd van een vis kan bepalen. Als vissen in ongunstige omstandigheden leven, bijvoorbeeld tijdens transport in ballastwater van een schip en met weinig voedsel voorhanden, dan is hun groei vertraagd en is dit ook te zien in de op dat moment aangemaakte ringen van de gehoorssteentjes. Dit was echter niet het geval. Daaruit konden wetenschappers afleiden dat de gevonden exemplaren hier werden geboren [3][5]. Het is op basis van deze resultaten dat de soort als gevestigd wordt beschouwd en dus in de niet-inheemse soortenlijst voor Belgische mariene wateren werd opgenomen.


Verspreiding in onze buurlanden

Ook in Nederland zijn er slechts drie waarnemingen bekend. Deze dateren van oktober 2003 - één exemplaar in de oostelijke Waddenzee – en van oktober 2004, toen twee exemplaren in het Noordzeekanaal gevonden werden. De waarnemingen zijn telkens gedocumenteerd dankzij vissers: zij vingen de soort, wisten niet onmiddellijk waarmee ze te maken hadden en zochten advies bij specialisten [3]. Het waren net zoals in België telkens jonge vissen.


Wijze van introductie

Knorrepos.jpg
Foto: Henk Heessen

Een aantal wetenschappers stelt dat alle knorrepossen die in West-Europa werden waargenomen, moeten toegekomen zijn als (post-)larvale stadia of als jonge vissen in het ballastwater van schepen [6]. Het is voor een kustgebonden bodembewonende vissoort niet evident om zelfstandig de Atlantische oceaan over te steken. Anderen zijn dan weer van mening dat de soort zich hier waarschijnlijk al voortplant, ondermeer in het Noordzeekanaal (het kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden). De jonge dieren die we hier zien zouden dan afstammen van ouders die daar rondzwemmen [3].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

Totnogtoe werden slechts een zeer beperkt aantal waarnemingen verricht in onze streken. Dit belet echter niet dat de knorrepos in de (nabije?) toekomst algemener wordt. De knorrepos is een bodemgebonden kustsoort [2] met een brede tolerantie voor zoutgehalte en temperatuur en kan daardoor op veel plaatsen gedijen (= eurytoop) [7]. Onze estuaria - bijvoorbeeld de Schelde - zijn met hun grote waaier aan leefgebieden of habitats dan ook heel geschikt voor deze exotische vissoort.


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

De knorrepos is een kustgebonden vissoort, wat betekent dat de kans klein is dat ze zelfstandig de Atlantische Oceaan overstak [2]. In het oorsprongsgebied kunnen de larven via de oceaanstromingen nabijgelegen estuaria – tot 100 kilometer ver - bereiken [7]. Men vermoedt daarom dat de scheepvaart verantwoordelijk geweest is voor de verspreiding van de soort naar Europese gebieden.


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

De geringe vangsten duiden erop dat de knorrepos slechts in lage aantallen aanwezig is en daardoor geen grootschalige effecten kan teweeg brengen. Tegenmaatregelen zijn daarom nog niet ondernomen.


Specifieke kenmerken

De knorrepos behoort tot de familie van de ombervissen (Sciaenidae), die typisch voorkomen in subtropische en tropische wateren. In het Noordoost-Atlantische gebied (inclusief Middellandse en Zwarte Zee) komen zeven soorten ombervissen inheems voor [8]. Enkel de gewone ombervis Argyrosomus regius is – naast de knorrepos – heel uitzonderlijk in de zuidelijke Noordzee te vinden [2].

Micropogonias undulatus.jpg
Tekening: NOAA

De knorrepos wordt gekenmerkt door een langwerpige lichaamsbouw, met een gewelfde rugzijde en een rechte buikzijde. Op de onderzijde van de mond staan drie tot vijf paar kindraden ingeplant. Het lichaam heeft een zilvergrijze tot bronzen kleur en is voorzien van opvallende schuine strepen. Volwassen exemplaren kunnen tot 55 centimeter lang worden en wegen ongeveer 2,5 kilogram. De rugvin bestaat uit twee delen (tweeledig): het eerste deel bevat 10 harde stekels, het tweede deel heeft 1 harde en 27 zachte vinstralen. De anaalvin heeft 2 zachte en 8 harde stralen [2][3].


Weetjes

Knor knor zei de knorrepos

Deze vis kreeg de naam knorrepos toegewezen door het Nederlandse Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) in 2005. Enerzijds omdat de soort lijkt op onze pos Gymnocephalus cernuus en anderzijds vanwege de typische knorrende geluiden die deze vis maakt wanneer hij wordt vastgenomen. Deze geluiden worden geproduceerd door het aanspannen van de zwemblaas [3]. Luister mee op: http://www.geluidnieuws.nl/2005/feb2005/knorrepos.mp3.

De knorrepos lijkt sterk op de zeeraaf Sciaena umbra, een andere vissensoort binnen de familie van de ombervissen. Vanwege de gelijkenissen werd eerder dan ook de Nederlandse naam Amerikaanse zeeraaf voorgesteld voor deze niet-inheemse soort [2].

De Latijnse naam Micropogonias undulatus betekent letterlijk: met de korte (micro-) baard (pogon) [3].

Levenscyclus

De knorrepos trekt als postlarve riviermondingen (estuaria) binnen. ’s Winters bevinden de volwassen vissen zich verder in zee om zich voort te planten (tot 100 meter diep) [9]. In het voorjaar zullen ze de riviermondingen opzwemmen om er de zomer door te brengen. Het is een vissoort typisch voor zandige en modderige bodems, die zich vooral voedt met bodemdieren zoals wormen, kleine kreeftachtigen of visjes... [2][3].

Eetbaar

De knorrepos staat in Amerika gekend als een lekkernij en wordt daarom veelvuldig gevangen. Gevolg daarvan is dat de soort er nu overbevist is geraakt [2][10].


Hoe verwijzen naar deze pagina?

VLIZ Alien Species Consortium (2011). Knorrepos – Micropogonias undulatus. Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee en aanpalende estuaria. Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Geraadpleegd op 22-11-2024. Beschikbaar op
http://www.vliz.be/wiki/Lijst_niet-inheemse_soorten_Belgisch_deel_Noordzee_en_aanpalende_estuaria


Lector: Filip Volckaert en Tine Huyse
VLIZ Alien Species Consortium: http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=project&proid=2170
Deze fiche (versie 2011) is ook als pdf beschikbaar op http://www.vliz.be/imis/imis.php?module=ref&refid=210309


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 1.2 Kerckhof, F. (2006). National report Belgium, 2005, in: ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05): pp. 43-45. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "one" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "one" defined multiple times with different content
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Rappé, G. (2002). Eerste vangst van Micropogonias undulatus (Linnaeus, 1766), een Amerikaanse vis, in Belgische en Europese wateren. De Strandvlo 22(3-4): 119-121. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "two" defined multiple times with different content
  3. 3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 Dekker, W.; Daan, N.; Heesen, H.; van der Heij, W. (2005). De knorrepos Micropogonias undulatus (L.), een nieuwe vissoort in Nederland. De Levende Natuur 106(2): 66-67. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "three" defined multiple times with different content
  4. Gollasch, S.; Haydar, D.; Minchin, D.; Wolff, W.J.; Reise, K. (2006). WGITMO input to REGNS - Introduced aquatic species of the North Sea coasts and adjacent brackish waters, in: ICES Advisory Committee on the Marine Environment (2006). Working Group on Introductions and Transfers of Marine Organisms (WGITMO) 16-17 March 2006 Oostende, Belgium. C.M. - International Council for the Exploration of the Sea, CM 2006(ACME:05): pp. 121-132. details
  5. Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters. Aquatic Invasions 2(3): 243-257. details
  6. Stevens, M.; Rappé, G.; Maes, J.; Van Asten, B.; Ollevier, F. (2004). Micropogonias undulatus (L.), another exotic arrival in European waters. Journal of Fish Biology 64(4): 1143-1146. details
  7. 7.0 7.1 Schaffler, J.J.; Reiss, C.S.; Jones, C.M. (2009). Spatial variation in otolith chemistry of Atlantic croaker larvae in the Mid-Atlantic Bight Mar. Ecol. Prog. Ser. 382: 185-195. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "schaffler2009" defined multiple times with different content
  8. Chao, N.L. (1986). Sciaenidae, in: Whitehead, P.J.P. et al. (Ed.) (1986). Poissons de l'Atlantique du Nord-est et de la Méditerranée, Volume II = Fishes of the North-eastern Atlantic and the Mediterranean, Volume II. pp. 865-874. details
  9. Forward, R. B.; Reinsel, K. A.; Peters, D. S.; Tankersley, R. A.; Churchill, J. H.; Crowder, L. B.; Hettler, W. F.; Warlen, S. M.; Green, M. D. (1999). Transport of fish larvae through a tidal inlet. Fish. Oceanogr. 8(Suppl. 2): 153-172. details
  10. Barbieri, L. R.; Chittenden, M. E.; Jones, C. M. (1997). Yield-per-recruit analysis and management strategies for Atlantic croaker, Micropogonias undulatus, in the Middle Atlantic Bight. Fish. Bull. 95(4): 637–645. details