Difference between revisions of "Paalwormen"

From Coastal Wiki
Jump to: navigation, search
(<span style="color:#00787A">Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien</span>)
(<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>: +ref)
Line 73: Line 73:
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
 
===<span style="color:#00787A">Factoren die de verspreiding beïnvloeden</span>===
  
TEKST
+
Een snelle en massale voortplanting zorgen voor de vlotte verspreiding van paalwormen. Bij één voortplantingscyclus zien onder gunstige omstandigheden ongeveer twee miljoen larven het levenslicht. De larven blijven ongeveer twee weken vrij in de waterkolom leven. Ze zijn bestand tegen een breed spectrum aan omgevingsomstandigheden (temperatuur en zoutgehalte), wat nuttig is om de weinige stukjes drijfhout of houten schepen te kunnen koloniseren. Boomstammen of scheepsrompen kunnen vele maanden op zee rondzwalpen en scheepswormen vele honderden kilometers ver transporteren. Eenmaal een paalworm zich in een stuk hout heeft genesteld, verlaat hij zijn woonplaats nooit meer <ref name = 1a> </ref>[1].
 
<P>
 
<P>
 
<BR>
 
<BR>

Revision as of 14:17, 24 October 2011

Category:Revision


Paalwormen
Hoewel hun naam en vorm doet denken aan een worm, zijn de paalworm en de scheepsworm tweekleppige weekdieren, net zoals de mossel of de kokkel. Ze boren gangen in hout. Beide soorten hebben zich al vroeg verspreid over alle wereldzeeën, dankzij transport via scheepsrompen en drijfhout. Hierdoor is het moeilijk te achterhalen waar deze soorten oorspronkelijk vandaan komen. Scheeps- en paalwormen baren de zeelui al eeuwenlang zorgen, doordat ze het hout van schepen aantasten. Ze kregen dan ook de bijnaam ‘termieten van de zee’…




Wetenschappelijke naam

Teredo navalis Linnaeus, 1758 - paalworm

Psiloteredo megotara (Hanley in Forbes & Hanley, 1848) - scheepsworm

Beide soorten behoren tot de familie van de ‘paalwormen’. Gezien ze heel sterk op elkaar gelijken in biologie en ecologie, zullen ze in deze fiche samen besproken worden.


Oorspronkelijke verspreiding

Verschillende klassieke auteurs zoals Aristoteles, Ovidius en Plinius maakten in hun geschriften al melding van paalwormen, zonder echter te weten wat hun identiteit of oorsprong was. Ze verwezen daarbij naar plaatsen in het Middellandse Zeegebied [1][2][1,2].

Een eventuele vroege aanwezigheid van paalwormen in de Noord-Europese regio kan niet bevestigd worden. Er zijn immers geen overleveringen of geschriften beschikbaar die rapporteren over schade toegebracht aan Vikingschepen door deze weekdieren [1][1].

De paalworm heeft vandaag een bijna wereldwijde verspreiding, en komt in Europa voor vanaf het Noordpoolgebied tot in de Middellandse Zee. De scheepsworm daarentegen komt enkel voor van het Noordpoolgebied tot in de Middellandse Zee [3][3].

Er heerst echter een grote onduidelijkheid over het oorspronkelijke leefgebied en het tijdstip van verspreiding voor beide soorten, waardoor ze door veel wetenschappers als ‘cryptogeen’ beschouwd worden [4][4].


Eerste waarneming in België

De eerste waarneming van de paalworm Teredo navalis voor onze kust dateert van 1730-1732 [5] [6]. Voor de scheepsworm Psiloteredo megotara zijn de gegevens over de vroegste waarnemingen minder duidelijk. Een aantal bronnen geven aan dat de scheepsworm hier al eeuwenlang houten kustverdedigingen en schepen teistert [6][7] [7,8], maar een eerste waarnemingsjaar werd niet teruggevonden.


Verspreiding in België

Vandaag de dag worden zowel de paalworm Teredo navalis als de scheepsworm Psiloteredo megotara nog regelmatig waargenomen in drijfhout en scheepswrakken [7][8]. Zo werd bijvoorbeeld op 15 januari 2005 op het Oostendse strand (ter hoogte van de site Halve Maan) een blok hout gevonden met daarin een groot aantal nog levende paalwormen Teredo navalis [8][9]. Interessant om weten is dat ook het hout van het in 2008 afgebroken oosterstaketsel van Oostende op meerdere plaatsen infecties met paalwormen bevatte [9][10].

In 1981 waren er langs de Belgische kust meerdere meldingen van de scheepsworm Psiloteredo megotara in aangespoeld hout [10][11]. Deze soort is minder algemeen dan de paalworm. De scheepsworm kan ook voorkomen in niet-beschermde houten constructies die onder de laagwaterlijn liggen [7][8].


Verspreiding in onze buurlanden

In 1730 werd de gehele Nederlandse kust, gaande van Zeeland tot West-Friesland, ernstig getroffen door de schade van paalwormen aan de houten onderdelen van kades, sluisdeuren en dijken. De beschadiging van sluisdeuren leidde tot een zware vloed, waarbij sommige publicaties hierover de titel “Holland in gevaar” meekregen. De Nederlanders geloofden dat de paalworm uit Azië kwam en zagen zijn komst als een straf van God [11][12]. Verspreidingsgegevens van de scheepsworm in Nederland zijn eerder schaars. In 1930 en 1937 werd deze soort opgemerkt in drijfhout [12][13]. Recent meldde men dat zowel de scheeps- als de paalworm voorkomen langs de hele Nederlandse kust en op alle Waddeneilanden [3][13] [3,14].

Beide soorten paalwormen worden algemeen teruggevonden langs de kusten van Groot-Brittannië en Ierland. Terwijl de paalworm eerder voorkomt langs de zuidelijke kust van Groot-Brittannië, is de scheepsworm aanwezig langs de noordkust, zelfs tot aan de Faeröer-eilanden [14][15].

Beide soorten worden gemeld langs de Duitse, Noorse en Zweedse kust [14][15][16][15,16,17] en langs de Franse kust vanaf de Belgische grens tot aan Bretagne [16][17].


Wijze van introductie

Beide soorten verspreiden zich op een natuurlijke wijze via drijfhout, maar maken ook gretig gebruik van houten schepen. Zowel de paal- als de scheepsworm slaagden erin hun leefgebied heel vroeg uit te breiden, zodat hun oorspronkelijke herkomst moeilijk te achterhalen is en ze als ‘cryptogene soort’ bestempeld worden (zie ook ’oorspronkelijke verspreiding’) [1][4][1,4].


Redenen waarom deze soort zo succesrijk is in onze contreien

De aanwezigheid van hout is het enige wat beide soorten paalwormen nodig hebben om te kunnen overleven.

Deze weekdieren planten zich snel, massaal en heel efficiënt voort. De wijfjes produceren 3 tot 4 keer per jaar 1 à 5 miljoen eitjes. De dieren kennen daarnaast een efficiënte broedzorg: de jongen doorlopen alle larvale stadia in broedzakken ter hoogte van de kieuwen van het moederdier. Daarna worden de larven in het water vrijgelaten en hebben ze tot 2 weken tijd om geschikt hout te vinden. Nog vóór ze drie maanden oud zijn, kunnen ze zich al voortplanten! Paalwormen kunnen ongeveer 3 jaar oud worden [17][18].

Paalwormen en hun larven kennen een hoge resistentie tegen ongunstige levensomstandigheden. Paalwormen kunnen brak water verdragen tot een zoutgehalte van minimum 9 PSU [1][1], terwijl deze grens bij de scheepsworm iets hoger ligt [15][16]. Ter vergelijking: het zeewater in het Belgisch deel van de Noordzee heeft een zoutgehalte van ongeveer 35 PSU.

Noors onderzoek heeft aangetoond dat de scheepsworm Psiloteredo megotara zich daar voortplant tijdens de zomermaanden. Dan liggen heel veel (deels) houten zeilschepen en pleziervaartuigen in het water, waardoor de larven veel makkelijker een geschikte woonplaats kunnen vinden [18][19].


Factoren die de verspreiding beïnvloeden

Een snelle en massale voortplanting zorgen voor de vlotte verspreiding van paalwormen. Bij één voortplantingscyclus zien onder gunstige omstandigheden ongeveer twee miljoen larven het levenslicht. De larven blijven ongeveer twee weken vrij in de waterkolom leven. Ze zijn bestand tegen een breed spectrum aan omgevingsomstandigheden (temperatuur en zoutgehalte), wat nuttig is om de weinige stukjes drijfhout of houten schepen te kunnen koloniseren. Boomstammen of scheepsrompen kunnen vele maanden op zee rondzwalpen en scheepswormen vele honderden kilometers ver transporteren. Eenmaal een paalworm zich in een stuk hout heeft genesteld, verlaat hij zijn woonplaats nooit meer [1][1].


Effecten of potentiële effecten en maatregelen

TEKST


Specifieke kenmerken

TEKST


Weetjes

TITEL

TEKST


Geraadpleegde bronnen

  1. 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 Hoppe, K.N. (2002). Teredo navalis: the cryptogenic shipworm, in: Leppäkoski, E. et al. (Ed.) (2002). Invasive aquatic species of Europe: distribution, impacts and management. pp. 116-119. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "1a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "1a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "1a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "1a" defined multiple times with different content
  2. Gomoiu, M.-T.; Alexandrov, B.; Shadrin, N.; Zaitsev, Y. (2002). The Black Sea: a recipient, donor and transit area for alien species, in: Leppäkoski, E. et al. (Ed.) (2002). Invasive aquatic species of Europe: distribution, impacts and management. pp. 341-350. details
  3. 3.0 3.1 de Bruyne, R.H.; De Boer, Th.W. (2008). Schelpen van de Waddeneilanden: overzicht van de mariene autochtone weekdieren (Mollusca) en aangespoelde schelpen van Nederlandse Waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog (plus incidentele vondsten elders uit het Nederlandse Waddengebied). Fontaine Uitgevers: 's-Graveland. ISBN 978-90-5956-255-4. 359 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "3a" defined multiple times with different content
  4. 4.0 4.1 Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters Aquat. Invasions 2(3): 243-257. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "4a" defined multiple times with different content
  5. Sellius, G. (1733). Historia naturalis teredinis seu Xylophagi marini, tubulo-conchoidis speciatim belgici: cum tabulis ad vivum coloratis. Apud Hermannum Besseling: Trajecti ad Rhenum (Utrecht). (30), 353, (11), 4 pl. pp. details
  6. Redeke, H.C. (1912). Rapport over onderzoekingen betreffende het voorkomen van den scheepsworm (Teredo megotara Hanl.) in Nederlandsche zeevisschersvaartuigen. Landsdrukkerij: 's-Gravenhage. 47 pp. details
  7. 7.0 7.1 7.2 de Bruyne, R.H. (2004). Veldgids schelpen. Veldgids, 14. Jeugdbondsuitgeverij/KNNV Uitgeverij: Utrecht. ISBN 90-5011-140-8. 224 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "8a" defined multiple times with different content Cite error: Invalid <ref> tag; name "8a" defined multiple times with different content
  8. Kerckhof, F.; Haelters, J. (2005). Enkele opmerkelijke waarnemingen en strandingen in 2004 en 2005 De Strandvlo 25(3-4): 101-105. details
  9. Kerckhof, F. (2008). Cis de strandjutter: Paalwormen of de “mieter” van de zee De Grote Rede 21: 17. details
  10. Kerckhof, F. (1981). Uit het Natuurhistorisch Archief, aflevering 1 De Strandvlo 1(4): 100-108. details
  11. van Benthem Jutting, T. (1943). Mollusca(I) C. Lamellibranchia. Fauna van Nederland, 12. A.W. Sijthoff: Leiden. 477 pp. details
  12. (1951). Teredo megotara Forbes & Hanley "scheepsworm" Het Zeepaard 11(1): 17-18. details
  13. de Bruyne, R.H. (1991). Schelpen van de Nederlandse kust. Jeugdbondsuitgeverij/KNNV Uitgeverij: Utrecht. ISBN 90-5107-017-9. III, 165 pp. details
  14. 14.0 14.1 Seaward, D.R. (1990). Distribution of the marine molluscs of north west Europe. Nature Conservancy Council/The Conchological Society of Great Britain and Ireland: Peterborough. 114 pp. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "15a" defined multiple times with different content
  15. 15.0 15.1 Norman, E. (1977). The geographical distribution and the growth of the wood-boring molluscs Teredo navalis L., Psiloteredo megotara (Hanley) and Xylophaga dorsalis (Turton) on the Swedish west coast Ophelia 16(2): 233-250. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "16a" defined multiple times with different content
  16. 16.0 16.1 Gollasch, S. (2009). Teredo navalis Linnaeus, common shipworm (Teredinidae, Mollusca), in: DAISIE (Delivering Alien Invasive Species Inventories for Europe) et al. (2009). Handbook of alien species in Europe. Invading Nature - Springer Series in Invasion Ecology, 3: pp. 299. details Cite error: Invalid <ref> tag; name "17a" defined multiple times with different content
  17. Grzimek, B.; Kraus, O.; Riedl, R.; Thenius, E.; Butot, L.J.M. (Ed.) (1971). Het leven der dieren: encyclopedie van het dierenrijk: 3. Weekdieren en stekelhuidigen. Het leven der dieren: encyclopedie van het dierenrijk, 3. Spectrum: Utrecht. 632 pp. details
  18. Nair, N.B. (1962). Ecology of marine fouling and wood-boring organisms of western Norway Sarsia 8: 1-88, plates 1-9. details